Anne en Martijn leven op 16 vierkante meter. Mét een baby en een hond. Ze zouden niet anders willen, want hun omgebouwde Mercedesbus geeft ze de vrijheid om altijd en overal samen te zijn.

Anne staat in de keuken een curry te maken op het tweepits gasfornuis, met hond Foofur aan haar voeten. Achter haar ligt de 6 maanden oude Espen vrolijk te kirren in de box: een dik matras met een net eromheen dat tot het dak van de bus reikt. Het is ook zijn bed én aankleedkussen. Op de okergele bank daarnaast leest Martijn een boek. Dit is waar Anne blij van wordt: samen zijn, elke dag dicht op elkaars lip.

Dat kan ook niet anders als je woont op 16 vierkante meter. In de bus die Anne en Martijn ombouwden tot een huisje, reizen ze nu door het zuiden van Europa. Anne: “Waar we naartoe gaan en hoelang we op een plek blijven, weten we van tevoren niet. Dat ligt aan het weer en of we water en stroom nodig hebben. Maar ook aan ons werk: Martijn vindt als timmerman overal ter wereld betaalde klussen. Soms via ons social media netwerk, meestal via zijn professionele netwerk. In Frankrijk kent hij bijvoorbeeld heel veel vakgenoten. Als ik niet druk ben met Espen, help ik Martijn bij de timmerklussen. Ook maak ik video’s van onze lifestyle voor op social media. Daar verdien ik nu nog niets mee, wie weet in de toekomst wel.

Na een grote timmerklus kunnen we weer een paar maanden vooruit. Zo veel kosten hebben we namelijk niet, naast onze zorgverzekering zijn eten en Diesel het belangrijkst. Dat kost tussen de 0 en 1.000 euro per maand, het verschilt enorm. In Scandinavië stonden we bijvoorbeeld voor een klus 5 maanden op het erf van een gezin waar we elke dag mee mochten eten. Daarna reisden we veel en waren onze kosten dus hoger.”

Op het eerste gezicht

Het verhaal van Anne en Martijn begint eind 2015 in Eindhoven. “Ik stond in de regen op de trein te wachten toen ik voor het eerst in de ogen van Martijn keek. Er gebeurde iets: pats, boem! We zeiden niets tegen elkaar maar zijn in de trein naar Amsterdam wel tegenover elkaar gaan zitten. Anderhalf uur lang durfden we geen woord te wisselen. Pas toen ik uitstapte, stopte ik Martijn snel mijn kaartje toe. Diezelfde middag stuurde hij me een berichtje.

Op dat moment had ik een koophuis en werkte ik als magazijnmedewerkster bij een apotheek om mijn opleiding tot massagetherapeut te bekostigen. Is dit het nou? dacht ik vaak. Elke dag, elke week was hetzelfde. Ik wilde weg uit die sleur maar ik wist niet hoe. Dat veranderde toen ik Martijn leerde kennen.

We spraken af om wat te gaan drinken. De week daarna gingen we een hapje eten en een paar weken later vierden we samen oud en nieuw in de camper van Martijn. Die Mercedes 508 bus uit 1977 had hij gekocht om korte tripjes mee te maken. Toen we er in februari 2016 samen mee op wintersport naar Italië gingen, zeiden we gekscherend: ‘Zullen we gewoon in deze camper gaan wonen?’ Met Koningsdag stonden we allebei onze spullen te verkopen op de vrijmarkt.

Ik ben altijd een twijfelkont geweest, bij alles wat ik deed vroeg ik me af: moet ik dit wel doen? Nu voelde ik voor het eerst dat alles klopte. Die zomer bouwden we de camper van Martijn zo om dat we er in konden wonen. We verkochten onze huizen en vertrokken begin 2017 naar Scandinavië. De vrijheid van een reizend leven sprak ons aan. Maar we wilden vooral zo veel mogelijk bij elkaar zijn. Niet ieder naar ons eigen werk gaan maar elke dag samen van het leven genieten.”

Kindje op komst

“We hadden het wel eens over kinderen. ‘Als we voor een kindje gaan, dan wel in de camper’ zei Martijn. Het was eerder een voorwaarde dan een obstakel. Vooral Martijn kreeg het benauwd bij het idee van een koophuis en een vaste baan. Ik vond het vooral belangrijk om veel bij mijn gezin te kunnen zijn, alles samen mee te maken. Met deze levensstijl kan dat.

Martijn en ik leefden toen al ruim twee jaar op een paar vierkante meter samen en dat beviel ons heel goed. Bovendien waren we gewend om onze ruimte te delen met Foofur, een New Foundlander van 60 kilo. Het was voor ons allebei vanaf dag één vanzelfsprekend dat de hond van Martijn mee ging in de bus. Ja, hij is groot. En hij ligt wel eens in de weg. Dan stappen we over hem heen, want vaak is hij te koppig om ergens anders te gaan liggen. Maar het is vooral een knuffelkont die het liefst zo dicht mogelijk tegen ons aan ligt. Heerlijk!

We zaten in het voorjaar van 2018 in Letland toen we online een Mercedes-Benz bus zagen waar we allebei verliefd op werden. ‘Zullen we weer een bus gaan verbouwen?’ zei ik. Na anderhalf jaar reizen door Scandinavië en de Baltische staten hadden we wel weer zin in een nieuw avontuur. We haalden de bus naar Nederland zodat we een basis hadden voor de verbouwing. Op het terrein van familie van Martijn begonnen we eind 2018 te klussen aan ons nieuwe huisje. Niet veel later bleek dat ons nog een avontuur te wachten stond: ik was zwanger.”

Zware zwangerschap

“De eerste vijf maanden van de zwangerschap was ik kotsmisselijk. Ik kon nog geen slok water binnenhouden, als ik mijn ogen open deed had ik al een bakje nodig. ‘Wil je alsjeblieft in de snackbar gaan eten?’ vroeg ik een keer aan Martijn. Ik kon de geur van eten op een meter afstand van mijn bed niet verdagen. Zijn handen roken ook nog eens naar smeerolie en diesel. Toen voelde onze camper voor het eerst wel eens te klein.

‘Doen we hier wel goed aan?’ zei ik op een dag. ‘Moeten we niet toch voor een vaste basis kiezen?’ Het was rotweer, de verbouwing zat flink tegen en ik was te ziek om Martijn daarbij te helpen. Een huis kopen of huren doe je echter niet zomaar. Diep in ons hart wilden we dat natuurlijk ook niet. In onze ogen was er dus maar één optie: doorgaan. Toen Espen er eenmaal was, viel alle twijfel weg. We logeerden nog een paar weken in het huis van mijn moeder, maar ik kon niet wachten tot ons nieuwe huisje af was.”

De bus

“Dat moment kwam toen Espen twee maanden oud was. Bij het inrichten van de bus hadden we ons gevoel gevolgd en dat bleek gelukkig helemaal te kloppen. Wasbare luiers en vieze rompers zijn zo schoon in onze kleine reiswasmachine. De ene keer hangen die te drogen in Frankrijk, de andere keer in Portugal. Zelf springen we het liefst een meertje in om ons te wassen, maar als dat niet kan genieten we van de luxe van onze eigen mini-badkamer met douche en toilet. Voor Espen kunnen we daar een badje op onze hoogte in plaatsen.

Ons water komt uit een tank van 120 liter en er kan 40 liter in de boiler. Dat lijkt heel wat, maar met een baby zijn we daar zo doorheen. Gelukkig zijn er wereldwijd camperplaatsen waar we gratis of voor een euro onze watertank kunnen vullen. Het mooie is: dat water wordt verwarmd door onze motor als we rijden. Koken doen we op gas, onze kachel werkt op diesel en elektriciteit komt van de zonnepanelen op het dak.

Espen heeft op dit moment genoeg speelruimte in de bus, ik leg hem in de box of op een kleedje op de grond. Als hij straks meer gaat kruipen en lopen, is daar ook buiten alle ruimte voor. Vooral nu we het warme klimaat tegemoet rijden. Maar ook in de winter zijn wij veel buiten, we zijn niet anders gewend. Ook Espen weet straks niet beter.”

Op elkaars lip

“Samenleven op 16 vierkante meter betekent wel dat we altijd rekening met elkaar moeten houden. We gaan elke avond op dezelfde tijd slapen, want als we het bed naar beneden takelen verdwijnt de zithoek daaronder. Foofur heeft in de bus geen eigen plek, dus die ligt soms gewoon midden in het gangpad. Als Espen overdag slaapt moeten wij rustig zijn, want hij ligt in de ruimte waar wij leven.

Natuurlijk is dat wel eens intens, soms zelfs zwaar. Vooral de eerste maanden waren pittig, Espen zat toen niet lekker in zijn vel. Op een dag stroomden de tranen van wanhoop over mijn wangen. Ik dacht alleen maar: ik wil hier weg! Espen bleef maar huilen, Foofur liep net op dat moment gigantisch in de weg en Martijn zat net als ik met zijn handen in zijn haar. Dan voelt 16 vierkante meter opeens heel klein.

Op dat moment ben ik even naar buiten gelopen. Want de ruimte die we binnen niet hebben, hebben we buiten wel. En hoe fijn we het ook vinden om samen te zijn, het is ook belangrijk om af en toe even tijd voor onszelf te nemen. We merken dat we daar iets meer behoefte aan hebben nu Espen er is. Al is het maar een keer alleen boodschappen doen, een stukje hardlopen of met de hond wandelen.

Toen de rust die dag was wedergekeerd, heb ik mijn frustraties met Martijn gedeeld en hebben we gepraat over hoe we het anders zouden kunnen doen. Omdat we in zo’n kleine ruimte wonen, is het extra belangrijk dat we goed blijven communiceren. We moeten toch de hele dag met elkaar samenwerken en kunnen elkaar niet zomaar ontlopen. Achteraf bleek Espen in die tijd last te hebben van zijn nek, daar zat na de lange bevalling een spiertje vast. Toen een osteopaat in Nederland dat had losgemaakt, hadden we opeens een heel andere baby.”

Toekomst

“Het voelt heerlijk om na een jaar in Nederland weer onderweg te zijn. Dat deden we voor het eerst toen Espen 3 maanden oud was. ‘Heeft die camperplaats wel een watervoorziening? En hoe lang is het nog rijden?’ vroegen we ons af in de Duitse Eiffel. We wilden wel voor vijven ergens parkeren, zodat Espen rustig kon eten en slapen. Heel anders dan voorheen, toen we wel eens acht uur per dag reden of pas ’s avonds laat een plekje voor de nacht zochten. Nu bepaalt Espen het ritme van de dag. Dat maakt reizen een stuk trager en minder spontaan. Dat we daardoor langer op één plek blijven hangen, vinden we eigenlijk wel fijn. We aarden wat meer in plaats van altijd maar door te reizen.

Als we gaan rijden, staat Espen in zijn Maxi-Cosi gezellig tussen ons in. Die zit muurvast in het Isofix-achtige systeem dat we in het houten tafelblad hebben gebouwd, dat doorloopt tot aan het dashboard voorin de bus. Bij het geronk van de motor slaapt Espen vaak extra lekker. Al ronkt een zestig jaar oude Mercedes-Benz wel wat harder dan gemiddeld, dus krijgt Espen altijd een baby-koptelefoon op tijdens het rijden.

Hoe ons leven eruit ziet als Espen naar school gaat, zien we dan wel. Als we in Nederland willen wonen, moeten we terug zijn als hij 4 jaar is. Maar in Noorwegen geldt de leerplicht bijvoorbeeld pas vanaf 7 jaar. Thuisonderwijs is ook een optie. Ik heb geen idee hoe we er dan in staan. Met deze levensstijl hoop ik Espen in elk geval mee te geven dat alles mogelijk is. Als je iets wil, ga er dan voor. Trek je niet teveel aan van wat andere mensen daarvan vinden. Daar ben ik zelf ook beter in geworden. Er zullen vast mensen zijn die het gek vinden dat mijn baby achter een net slaapt. Maar als ik zie dat Espen blij is en dat het veilig is, dan is het goed. Als we maar samen zijn.”

Dit artikel verscheen in 2020 in Ouders van Nu

Anne en Martijn wonen met hun baby in een bus

Groter gaan wonen als er kinderen op komst zijn? Karin deed het tegenovergestelde. Zij en haar man Gijsbert wonen met hun kinderen Juliëtte en Berend en hun hond Bono in een tiny house van 25 vierkante meter. Waar laten ze al het speelgoed? Wat doen ze ‘s avonds als de kinderen in bed liggen? En wat betekent het voor hun hypotheek?

Doelgericht loopt de driejarige Juliëtte naar een houten opstapje in de woonkamer. Ze trekt een klep open en tovert een puzzel tevoorschijn. Het trapje blijkt een kist vol speelgoed te zijn. “Ja, dit huis is heel efficiënt ingericht”, vertelt Karin (35) vanuit de keuken, terwijl ze de kleine Berend van 16 maanden in de gaten houdt. “Berend heeft er zijn missie van gemaakt om de trap naar de slaapvide te beklimmen. Die hebben we maar even gebarricadeerd met een koffer, want een standaard traphekje past er niet op. Een box hebben we niet, dus ik moet Berend gewoon wat meer in de gaten houden. Als het nodig is kan hij in zijn slaapkamertje spelen. Dat is 3 vierkante meter groot, maar het bedje is opklapbaar zodat het hokje ook als speelruimte kan dienen. Gijsbert heeft een eigen bouwbedrijf, dus we hebben dit tiny house zelf ontworpen en gebouwd. Daardoor is het helemaal op maat gemaakt voor ons gezin. Alles wat we nodig hebben en wat ons dierbaar is, past er in.”

wonen in een tiny house met kinderen

Karin en Juliëtte

Hypotheekvrij

“Gijsbert en ik hebben nooit gedroomd van een groot huis. Als wij fantaseerden over de toekomst dan zagen we een klein huisje voor ons met een veranda ervoor met een schommelstoel erop. We ontmoetten elkaar in 2007 in Frankrijk, waar Gijsbert werkte als beheerder van een vakantiedorp waar ik met vriendinnen vakantie kwam vieren. Hij kwam voor mij naar Nederland en we kochten een appartementje van 60 vierkante meter in Zeist.”

‘Vooral na de geboorte van Juliëtte kregen we regelmatig de vraag wanneer we groter gingen wonen’

“We hadden het daar goed naar onze zin, ook toen er kinderen kwamen vonden we dat we genoeg ruimte hadden. Het enige dat we misten op zes hoog was een tuin. Onze omgeving dacht daar anders over, vooral na de geboorte van Juliëtte kregen we regelmatig de vraag wanneer we groter gingen wonen. Die opmerkingen brachten mij aan het twijfelen: moesten we dan toch op zoek naar iets ruimers?”

“Een groter huis betekent ook een hogere hypotheek. Eigenlijk werkte onze hypotheek ons al op de zenuwen. Het benauwde ons dat we er nog zeker dertig jaar aan vast zouden zitten en we vonden het zonde dat er zo’n groot deel van ons inkomen naar ons huis ging, dat geld zouden we liever anders spenderen. Emigreren naar Frankrijk was en is onze grote droom, maar daarvoor sparen lukte niet. We hadden financieel niets te klagen maar als we wat overhadden dan legden we dat opzij voor de toekomst van de kinderen. Je weet niet wat het leven brengt, wat als ik mijn baan als communicatieadviseur zou verliezen of als de kinderen onverwacht meer zorg nodig zouden hebben? Daar was financieel geen ruimte voor. Toen het appartement in crisistijd ook nog eens flink in waarde daalde, waren we er helemaal klaar mee.”

‘Eindelijk een beweging die klein wonen niet ziet als tekort schieten, maar als genoegen nemen met genoeg.’

“Alles veranderde toen ik in 2014 in Salt Magazine een artikel las over tiny houses. Zelfvoorzienende mobiele huisjes van 20 á 30 vierkante meter, zonder hypotheek. De kosten liggen tussen de 30.000 en 60.000 euro, afhankelijk van de keuzes die je maakt in materialen en voorzieningen. Gijsbert en ik waren opslag verliefd op de huisjes. Ze stralen zoveel creativiteit uit en de eenvoud sprak ons aan. In één klap waren al mijn twijfels weg, dit past bij ons! Eindelijk een beweging die klein wonen niet ziet als tekort schieten maar als genoegen nemen met genoeg. In 2016 begonnen we met de bouw van ons eigen tiny house. We zetten ons appartement te koop en verhuisden in mei 2017 naar ons huisje van 25 vierkante meter.”

wonen in een tiny house met kinderen

Minimalistische kinderen

“Kennissen reageerden verbaasd. ‘Dat kan helemaal niet met kinderen’, zeiden ze. Ze associeerden een tiny house met een stacaravan en konden zich niet voorstellen dat een heel gezin daar permanent in kon wonen. Pas toen ze een jaar later in ons huisje stonden en met eigen ogen zagen hoe ruim het is opgezet, zeiden ze: ‘Ohja, het kan wel.’ Ons huis is hoog, het heeft veel ramen en het is gemaakt van duurzame materialen zoals hout en bamboe. Dat geeft een andere sfeer dan bijvoorbeeld een camper.”

‘Het zijn vooral volwassenen die denken dat kinderen veel binnenruimte, speelgoed en kleding nodig hebben.’

“Laatst liep er een meisje van negen langs ons huisje. ‘Mevrouw, wat heeft u een mooi indianenhuisje. Daar zou ik ook wel willen wonen’, zei ze tegen mij. Ik denk dat kinderen meester zijn in eenvoudig en minimalistisch leven, het zijn vooral volwassenen die denken dat kinderen veel binnenruimte, speelgoed en kleding nodig hebben. Juliëtte heeft twee broeken en twee rokjes die ze het liefst iedere dag aan wil. Haar andere kleding ligt te verstoffen in de kast. Met speelgoed is het net zo.”

wonen in een tiny house met kinderen

Berend op de veranda

“Natuurlijk hebben kinderen wel speelgoed nodig om zich te ontwikkelen en te vermaken, maar geen kasten vol. De laatste tijd merkte ik dat Juliëtte niet meer naar haar poppenbuggy omkeek. Ik heb hem weggegeven en ze heeft er nooit meer naar gevraagd. Zo gaat het vaker. Als ze straks ouder wordt zullen we haar meer bij dat proces betrekken, ik denk dat dat heel natuurlijk zal gaan. Ik wil mijn kinderen meegeven dat ze niet alles hoeven te bezitten. Je kunt ook delen, lenen en doorgeven. We zijn lid van de bibliotheek, ik krijg veel kleding van mijn zussen en met vrienden hebben we een Facebookgroep waar we kinderspullen doorgeven aan elkaar.”

Geen luiertas of commode

“Toen ik laatst met mijn moeder in een tuincentrum was, begon ik tussen de woonaccessoires te snuffelen. ‘Weg daar jij’, zei mijn moeder plagend. ‘Dat past niet in je huis’. Gelijk heeft ze, er is niet veel ruimte meer voor nieuwe spullen. Ik koop heus wel eens iets nieuws, een kledingstuk of een paar oorbellen bijvoorbeeld. Verwennerij met een houdbaarheidsdatum kan ook, ik kan echt genieten van een reep Tony Chocolonely. Ik merk wel dat de drang om nieuwe spullen te kopen minder wordt en dat voelt heel bevrijdend.”

‘Als je zwanger bent, worden je zoveel spullen aangepraat die je nodig zou hebben.’

“Dat we bijna al onze boeken de deur uit moesten doen, deed wel even pijn, maar verder voelde het juist heerlijk om te ontspullen. Onze oude meubels mis ik echt niet. Dat geldt ook voor babyspullen. Een commode hebben wij bijvoorbeeld niet meer, we gebruiken nu gewoon het bankje in de woonkamer. De luiers liggen in de kast daarnaast. Een luiertas heb ik ook niet. Een oude rugtas met een paar handige vakken volstaat prima. Flessen drogen gaat heel goed op een theedoek in plaats van in een flessendruiprek. Een flessenwarmer heb ik wel heel braaf gekocht bij mijn eerste zwangerschap, maar die was na een maand weer de deur uit. Je kunt je fles toch ook gewoon opwarmen in een pannetje water?”

“Als je zwanger bent worden je zoveel spullen aangepraat die je nodig zou hebben. Een groot deel is inderdaad heel handig, maar niet noodzakelijk. Er leven wereldwijd heel veel ouders zonder al die spullen, het is maar net wat je norm is. In ons land ligt die norm heel hoog. Dat is prima, maar het is geen voorwaarde voor goed moederschap.”

Op elkaars lip

“Toen Juliëtte deze week buiten zat te spelen, begon het te regenen. Ze gaf geen kik maar speelde ongestoord door. Op zulke momenten weet ik dat deze levensstijl bij haar past. Wonen in een tiny house betekent heel veel buiten leven en daar zie ik mijn kinderen echt van genieten. Juliëtte vind het bijvoorbeeld geweldig om zaadjes voor groenten en fruit in de grond te stoppen. ‘Slecht weer’ bestaat niet en tegen de kou kun je je kleden. Daardoor voelt ons tiny house van 25 vierkante meter zelfs ruimtelijker dan ons appartement van 60 vierkante meter. We zitten niet meer op een balkonnetje op zes hoog aan een drukke straat, we staan op een groot grasveld en als we de deuren opengooien zijn we buiten.”

‘Ons tiny house van 25 vierkante meter voelt ruimtelijker dan ons appartement van 60 vierkante meter.’

“In de winter genieten we ook van het buitenleven maar dan gaat het niet zo gemakkelijk als in de zomer. Daarom zijn we nu een veranda van 10 vierkante meter aan ons huisje aan het bouwen. Die wordt op koude dagen afgeschermd met doeken en verwarmd met een kachel, zodat de kinderen er kunnen spelen, wij er ’s avonds kunnen zitten, hond Bono er kan liggen of de was er kan drogen. Zo’n extra ruimte is in de winter wel onmisbaar.”

wonen in een tiny house met kinderen

“Daardoor voelt het ook niet alsof we te dicht op elkaars lip zitten. Soms is het zelfs een voordeel dat we in een kleine ruimte samenleven. Een paar dagen geleden begon Juliëtte ineens angstig te roepen in haar slaap. Vanuit mijn bed riep ik: ‘Het is goed, ga maar lekker slapen’, toen viel ze weer in slaap. Dan is het fijn dat ik even kan laten merken dat ik dichtbij ben. Natuurlijk zitten er ook nadelen aan. Soms kan Juliëtte lastig in slaap komen, dan gaat ze contact met ons maken door naar ons te roepen en liedjes te zingen. Pas als wij echt even naar buiten of naar de veranda gaan, kan zij rustig inslapen. Daarna kunnen we prima een filmpje kijken of een wijntje drinken, als de kinderen eenmaal slapen kun je een kanon naast ze afschieten.”

In de groene kliko

“Onze liefde voor de natuur speelde ook mee in de keuze voor een tiny house. We probeerden altijd al bewust te consumeren maar sinds geboorte van onze kinderen zijn we ons nog bewuster van het feit dat we de aarde doorgeven aan de volgende generatie. Dit huisje kan over vijftig jaar bij wijze van spreken grotendeels in de groene kliko. Het is helemaal zelfvoorzienend, we halen onze stroom uit zonne-energie en zuiveren het regenwater dat we opvangen. We hebben nu nog een gewone auto maar we zouden liever een elektrische auto willen. Dankzij onze lage woonlasten kunnen we daar ook daadwerkelijk voor gaan sparen.”

“Als we groter waren gaan wonen had ik waarschijnlijk meer moeten gaan werken, nu betalen we alleen nog de huur voor onze standplaats. Dat betekent niet dat ik nu minder ga werken, het gaat er om dat het kan als het ooit nodig is. Dat geeft een heel vrij gevoel.”

buitenspelen tiny house met kinderen

Berend en Juliëtte spelen veel buiten

“We staan nu met ons huisje op een camping in Bilthoven (2017). Dat is het nadeel van een tiny house, het is in Nederland niet legaal om zo’n huisje zomaar ergens neer te zetten. Wel starten steeds meer gemeenten met pilots voor tiny house locaties, wij zijn nu met de gemeenten Zeist en Nieuwegein in overleg voor een legaal plekje. Ook dat is wellicht tijdelijk, en daar zit ik wel een beetje mee. Het is handig dat ons huisje mobiel is, maar ik hoop wel dat we ons in de toekomst kunnen verplaatsen zonder de kinderen van hun basisschool te hoeven halen. Niet dat wij vijftig jaar op één plek willen wonen maar we zouden de kinderen wel graag een stabiele basisschooltijd willen geven.”

‘In de toekomst zouden we in een tiny village willen wonen.’

“Uiteindelijk zouden we in de toekomst in een tiny village willen wonen, met andere tiny house bewoners om ons heen. Als de kinderen ouder worden bouwen we er misschien wel een tiny house of een tipi tent bij voor hen. Wie weet gaat onze droom om naar Frankrijk te emigreren nog ooit in vervulling. Het mooie is dat we ons huisje dan gewoon mee kunnen nemen.”

Dit artikel verscheen in 2017 in Ouders van Nu.

OVN12 Persoonlijk- tiny house
alleen de wereld over fietsen fietsreis

Nergens is Hera (33) zo gelukkig als op de fiets. Tent, slaapmatje en kookgerei achterop en weg is ze. Tijdens haar grootste tocht fietste ze in 415 dagen door 28 landen.

Hera: “Een grote groep vrienden stond me uit te zwaaien toen ik op een mooie lentedag bij mijn ouderlijk huis in Tilburg vertrok. ‘Nou, ik ga dus naar China fietsen’ begon ik mijn afscheidsspeech. Ineens kreeg ik een brok in mijn keel. Ik dacht: Waar begin ik aan? China leek opeens zo ver weg. Hoe moest ik daar komen?”

‘Ik zou wel zien wat er op mijn pad kwam.’

“Natuurlijk had ik daar van te voren wel over nagedacht. Ik had globaal een lijn over de wereldkaart getrokken: via Duitsland, Polen en Tsjechië zou ik door Oekraïne, Rusland en Kazachstan naar China fietsen. Er zaten een paar highlights in mijn hoofd, zoals de Pamir highway in China – een van de hoogste wegen ter wereld. Verder zou ik wel zien wat er op mijn pad kwam. Gelukkig fietste mijn moeder die eerste dag met me mee naar familie in Limburg. Toen we de straat uit fietsten moest ik haar echt even vragen welke kant we op moesten: links of rechts?”

Alles ligt vast

“Mijn ouders hadden geen auto en mijn hele jeugd had ik een hekel aan onze eindeloze fietstochtjes. Als het even kon sprong ik op de bagagedrager. Pas op mijn negentiende realiseerde ik me dat een fiets veel meer kan zijn dan een praktisch middel om op school te komen. Een fiets geeft vrijheid. Ik worstelde in die tijd een beetje met de manier waarop wij in Nederland leven: er ligt zoveel van te voren vast, er zijn zoveel patronen en aannames over hoe je zou moeten leven. Ik vroeg me af: Waarom kan het niet anders? Ik wilde even weg uit die voorgekauwde wereld.”

‘Onderweg voelde ik me vrijer dan ooit.’

Hera haalde een oude landkaart van zolder, leende een fiets van haar moeder en trapte twee weken door Duitsland. “Onderweg voelde ik me vrijer dan ooit. Ik was aan niets of niemand gebonden, ik kon mijn eigen keuzes maken en mijn eigen tempo bepalen. Dat past bij mij. Er volgden tochten door Frankrijk en Italië en ik fietste een half jaar door Zuidoost Azië. Ik vond het fijn om los te komen van wat ik kende en me te laten inspireren door andere culturen. Het fietsen voelde zo goed dat ik in 2014 de huur van mijn appartement opzegde en bijna al mijn spullen weg deed. Ik heb alleen nog een paar dozen kleding en boeken bij mijn ouders staan. Dat jaar begon ik aan mijn grootste fietstocht ooit: ‘Naar China en verder’ luidde het plan.”

alleen de wereld over fietsen fietstocht hera

Warm onthaal

“Onderweg sliep ik in het tentje dat ik achterop mijn fiets had gebonden. Die zette ik op in the middle of nowhere zodat ik kon genieten van de natuur, of ik belde bij mensen aan met de vraag of ik in hun tuin mocht kamperen. Een mooie manier om tussen de locals te leven. Zo fietste ik door een woonwijk in Oekraïne toen er een vrouw naar buiten kwam lopen. Ik sprak haar aan en liet haar een briefje lezen waar in het Oekraïens de vraag op stond of ik in haar tuin mocht kamperen. Ze liep het huis in om haar moeder te halen, een enorme vrouw die mij meteen naar binnen riep.”

“Het grote gezin, inclusief oma’s en kinderen, leefde zichtbaar in armoede. Van de weinige spullen die ze hadden, was het meeste kapot en vies. Toch werd ik direct verwend met koffie en koekjes en in een oude Lada lieten ze me hun hele dorp zien, van de school van de kinderen tot de werkplek van de ouders. Na het avondeten maakten ze in de garage een fijn bedje voor me op, het kamperen in de tuin kwam niet meer ter sprake. De volgende ochtend hebben we samen ontbeten voordat ik weer verder fietste. Zo heb ik over de hele wereld bij talloze lieve mensen gedoucht, gedineerd, geslapen en gegeten.”

Met zenuwen de grens over

‘Overal zag ik zandzakken, autobanden en tanks om de grens af te bakenen. Stond ik daar in mijn uppie op mijn vakantiefietsje.’

“Hoe verder ik van Nederland af fietste, des te spannender ik het vond. Vooral toen ik in Oekraïne de grens overstak naar Rusland. Van grensovergangen word ik altijd zenuwachtig, waarschijnlijk omdat de mensen in het land daarvoor me elke keer weer vertellen hoe gevaarlijk het volgende land zal zijn. Blijkbaar is iedereen bang voor zijn buren. Rusland vond ik extra spannend, het voelde zo ver en onbekend en het land was op dat moment ook nog in oorlog met Oekraïne. Overal waar ik keek zag ik zandzakken, autobanden en tanks om de grens af te bakenen. Die plek was op dat moment veilig hoor, maar er was wel van alles aan de hand in het land. Stond ik daar in mijn uppie op mijn vakantiefietsje, vrolijk de wereld te ontdekken. Dat voelde zo onwerkelijk!

“Er was maar één manier om die zenuwen te overwinnen: niet teveel nadenken en gewoon gaan. Zodra de eerste mensen weer naar me zwaaiden en ik bij een winkeltje was geweest, was het oké. De mensen waren hier gewoon hetzelfde als in het land daarvoor, en het land daarvoor, en thuis.”

Normaal bestaat niet

“Onderweg begon ik me eigenlijk pas af te vragen waarom fietsen zo belangrijk voor me is. Het helpt me de wereld een stukje beter te begrijpen, weet ik nu. Ik ontmoet mensen van verschillende culturen en ik zie hoe zij leven en denken. Daardoor raak ik steeds meer vooroordelen en aannames kwijt over wat hoort.’

‘Ik heb me heus wel eens afgevraagd of ik niet beter ‘normaal’ kan doen, maar juist op reis leerde ik dat normaal niet bestaat’.

‘Zelf ben ik voor Nederlandse begrippen ook ‘anders’. Ik heb geen gewone baan, geen relatie en geen huis. Ik heb me heus wel eens afgevraagd of ik niet beter gewoon ‘normaal’ kan doen, maar juist op reis leerde ik dat ‘normaal’ niet bestaat. Overal ter wereld leven en denken mensen anders en dat is allemaal oké. In mijn eentje de wereld over fietsen, daar word ik gelukkig van. Eenzaam of alleen voel ik me niet, eerder vrij en onafhankelijk. Ik kan het goed met mezelf vinden. Natuurlijk mis ik het gezelschap van Nederlandse vrienden en familie wel eens, maar als ik weer thuis ben logeer ik bij hen en zie ik ze dus extra veel. Wat mij betreft gaat kwaliteit in die relaties boven kwantiteit.”

Klemgereden in Bali

“Na Rusland bereikte ik Kazachstan en Kyrgyzstan, daarna trok ik in Tadzjikistan het Pamir-gebergte in, één van de meest afgelegen gebieden ter wereld. ‘Waarom zou je dat doen, als vrouw alleen?’ vragen mensen me wel eens. ‘Dat is toch levensgevaarlijk?’ Ik realiseer me heel goed dat ik kwetsbaar ben in mijn eentje en natuurlijk ben ik wel eens bang. Toen ik tegen het einde van mijn reis in het Oosten van Bali fietste, bijvoorbeeld. Ik had een paar toeristenplaatsjes gepasseerd waar iedereen komt om te snorkelen. Op de plek waar de meeste toeristen omkeren, besloot ik door te fietsen.”

‘Mijn hart bonsde in mijn keel maar ik probeerde kalm te blijven.’

“Na een paar kilometer voelde ik me niet meer op mijn gemak in de verlaten jungle-omgeving. Het leek wel alsof iedereen die ik tegenkwam dronken was. Op dat moment doken er achter me twee scooters op. Twee jongens reden me klem en zeiden dat ze seks met me wilden. Mijn hart bonsde in mijn keel maar ik probeerde kalm te blijven. Hard en duidelijk zei ik dat ze weg moesten gaan maar ze bleven aandringen. Wat voelde als een eeuwigheid, duurde in werkelijkheid zo’n vijf minuten. Toen dropen ze af. Ik ben direct omgedraaid, die drukke toeristenplaatsjes achter me spraken me opeens weer heel erg aan.”

“Toch weerhouden dit soort ontmoetingen mij er niet van om op mijn fiets te stappen. Dat komt omdat de fijne ontmoetingen veruit overheersen. Ik wil me niet laten leiden door angst. ‘Moed is niet de afwezigheid van angst, maar het besluit dat er iets anders belangrijker is dan die angst’ las ik ooit. Ik ben nergens zo gelukkig als op de fiets, dat is voor mij het belangrijkste. En voor het geval die wijsheid tekort schiet, heb ik altijd een busje pepperspray bij me.”

Zeven euro per dag

“Mensen thuis zetten wel eens hun vragentekens bij mijn levensstijl. ‘Het is vast een fase’ zeggen ze dan. Of: ‘Later betaal je er de prijs voor dat je nu niet investeert in je toekomst.’ Over die toekomst maak ik me niet zo druk. Ik leef nu. Een CV hoef ik ook niet op te bouwen want voor een baas werken past niet bij mij, dus ik verwacht niet dat ik ooit een ‘normale’ baan wil. Op dit moment verdien ik mijn inkomsten met mijn blog en de lezingen die ik geef over mijn levensstijl. Daarnaast word ik gesponsord in mijn materieel. Ik leef eenvoudig dus veel geld heb ik niet nodig onderweg: 7 euro per dag, rekende ik eens uit. Als ik alles meereken – de vluchten, de visa en de verzekeringen – kom ik op 17 euro per dag uit. Zoals het er nu naar uit ziet, blijf ik de komende jaren dan ook lekker fietsen.”

Volg Hera’s avonturen op Heravanwillick.nl

Stel je voor: In een voormalige fabriek is een superhip appartement voor je ingericht en je kan er zo lang of kort in trekken als je wil. Je verveelt je nooit, want de rest van het huis deel je met andere bewoners die komen en gaan. Na een gezellige barbecue op de rooftopbar doe je een potje karaoke mee, om de volgende dag je laptop weer open te klappen in de luxe co-working space. Dat bestaat, het heet co-living.

Aan de rivier in de wijk Little Havana in Miami staat een victoriaans pension uit 1908. Startup Roam toverde het in 2016 om tot een modern huis waar 38 mensen met elkaar samen werken en wonen. De bewoners hebben elk hun eigen slaapkamer met ruime badkamer en airconditioning, de rest van het huis delen ze met elkaar. Niet alleen de keuken en de woonkamers maar ook het zwembad, de yoga ruimte en de bibliotheek.

‘Say hello for a week or stay for a lifetime’, schrijft Roam op hun website. Voor de één is dit huis in Miami een thuis voor een paar weken, de ander blijft er drie jaar. De bewoners kunnen komen en gaan wanneer ze willen. Geen probleem want veel meer dan een tandenborstel en wat kleren hebben ze hier niet nodig. Elke ruimte in het pand is even modern ingericht met luxe loungestoelen, gigantische planten en hippe bamboemeubels.

co-living bij The Collective in Londen ervaringen

De lobby van The Collective in Londen

Voor 500 tot 850 dollar per week zijn de bewoners van alle gemakken voorzien. Het internet is top, de schoonmaakster zit bij de prijs inbegrepen en de keuken is gevuld met basisvoorzieningen als peper, zout, olie, borden en pannen. In de co-workingspace kan 24 uur per dag rustig gewerkt worden, voorzien van verse koffie, goede wifi en comfortabele bureaustoelen. Samenwonen kan hier trouwens ook. Je betaalt per kamer, ongeacht of je daar alleen of met twee woont.

Luxe studentenhuis

De een noemt dit een luxe variant op het studentenhuis, de ander ziet het als een nieuwe manier van wonen voor moderne nomaden. Het wordt een oplossing voor de huizencrisis in grote steden genoemd of een remedie voor eenzame millennials die op zoek zijn naar verbinding. Welke definitie je ook kiest, co-living is een fenomeen dat groeit.

co-living ervaringen Roam Bali samen eten

Samen eten bij Roam in Bali

Roam, opgericht in 2016, biedt ook zulke huizen in Tokyo, Londen en op Bali. Dit jaar komen daar locaties in New York, San Francisco en Berlijn bij. Roam is niet de enige co-living start-up. Van New York tot San Francisco vind je sinds 2015 de zestien huizen van Common. In Londen zette The Collective in 2016 een gigantisch complex neer met 550 slaapkamers verdeeld over tien verdiepingen. Het kan ook minder massaal, Share House LT Josai in Japan telt maar 13 slaapkamers.

De vraag is groot, Roam kreeg de afgelopen twee jaar meer dan 11.000 aanvragen binnen en het Amerikaanse Common krijgt op dit moment meer dan 1.000 aanvragen per week voor de 500 kamers die ze hebben.

Comfortabel wonen

Het delen van huizen is niet nieuw. Het is al decennialang een manier om de hoge kosten van woonruimten in de stad te delen. Toch is co-living meer dan dat. “Co-living past binnen een bredere trend waarin we op zoek zijn naar nieuwe waarden” vertelt Jan Rotmans, hoogleraar transitiekunde en duurzaamheid. Hij onderzoekt al ruim dertig jaar de transformatie van onze samenleving. “De jaren tachtig en negentig stonden helemaal in het teken van materialisme, we zetten alleen maar in op groter en meer. Nu zien veel mensen in dat ze daar niet gelukkig van worden. Alles wat je opbouwt aan bezit kun je immers ook weer kwijtraken, in een crisis bijvoorbeeld. Minder bezit betekent minder risico en dat geeft vrijheid van geest.”

Vooral de millennialgeneratie kijkt anders tegen bezit aan. Rotmans: “Ze hechten niet meer zoveel waarde aan een eigen auto, maar willen er wel een kunnen gebruiken als het nodig is. Via een leen-app zoals Snappcar bijvoorbeeld. Zo hoeven ze ook niet per sé een eigen huis te bezitten, maar ze willen wel comfortabel en flexibel kunnen wonen.”

co-living ervaring studio The Collective Londen

Een studio van The Collective in Londen

Naast comfort en flexibiliteit zijn we ook meer waarde gaan hechten aan samen zijn en dingen met elkaar delen. “De globalisering heeft een onthechtend en vervreemdend effect. Daardoor hebben mensen meer behoefte aan verbinding, geborgenheid en vertrouwen” vertelt Rotmans. Daar komt bij dat het aantal singles nog steeds groeit en dat veel mensen zich eenzaam voelen.

Co-living huizen spelen daar op in. Er wordt samen gekookt, gegeten, op de bank gehangen, een wijntje gedronken en een spelletje gespeeld. De organisatie stimuleert dat community gevoel door activiteiten te organiseren, van een yogasessie tot een kajaktocht of een pokeravond. Want: ‘Life is better when we are part of something greater than ourselves’ schrijft de Amerikaanse co-living startup WeLive op hun website.

Levensgenieters

Minder bezit betekent ook dat je je gemakkelijker kunt verplaatsen. Ook dat vinden we in deze tijd belangrijk volgens Rotmans. “Vroeger trokken we als nomaden van plek naar plek om voedsel te vergaren maar moderne nomaden doen dat meer vanuit een luxe positie. Ze willen niet meer vast zitten op één plek want ze realiseren zich dat er heel veel te zien en te genieten valt.”

Voor zulke levensgenieters lijkt een co-living huis the place to be. ‘Make this life a wonderful adventure’ is één van de slogans van Roam. Dankzij de flexibele formule kun je de ene week op Bali wonen, dan een half jaartje in Londen en daarna een paar maanden in Tokyo. Terwijl de schoonmaakster je bed opmaakt en de conciërge een nieuw peertje in de lamp draait, kun jij in een hangmat genieten van een goed boek, jezelf ontwikkelen tijdens een workshop of nieuwe vrienden maken op de karaokeavond.

co-living ervaring tuin Roam Miami

De tin van Roam in Miami

Natuurlijk speelt de duurzaamheidstrend ook een rol. Een co-living huis biedt moderne luxe en gemak maar tegelijkertijd bespaar je ruimte, gas, water en stroom. Vaak zijn co-living huizen ook nog eens heel milieubewust. Bij Sun and Co komt de stroom bijvoorbeeld voor 100% van duurzame energiebronnen en zij doneren 2% van elke boeking aan een goed doel.

Toekomstbeeld

Jan Rotmans verwacht dat het fenomeen de komende jaren verder zal groeien. “Het is geen one size fits all formule natuurlijk, er zullen altijd mensen zijn die bezit wel belangrijk vinden. Maar ik zie wel een groeiende groep mensen die hierin meegaat.”

Hoe zit dat in Nederland? Ook hier delen we steeds meer met elkaar, van huizen en auto’s tot maaltijden en gereedschap. Ook hier is een gebrek aan betaalbare huur- en koopwoningen in grote steden en zoeken starters vooral naar flexibiliteit en gemak. Ook hier is eenzaamheid een issue. Zou een co-living huis hier aanslaan? “Ik zie niet in waarom niet” zegt Rotmans daarover. Hij ziet zeker mogelijkheden voor co-living in Nederland. “Misschien juist wel buiten de Randstad, omdat veel mensen in deze tijd op zoek zijn naar rust en zingeving.”

co-living ervaringen Roam Miami bar

Aan de bar bij Roam in Miami

Zij kiezen voor co-living

Modestylist Josefien van Geloven uit Amsterdam (40) verbleef in Roam huizen in Tokyo en Londen.

“In 2017 maakte ik een lange reis door Azië en Australië. Na een paar maanden reizen leek het me fijn om me een tijdje in Tokyo te settelen. Omdat ik in zo’n grote stad ver van huis was, sprak het idee van co-living me wel aan. Daar kon ik met mensen samenwonen die ook aan het reizen waren of die om andere redenen nog niet zo bekend waren in de stad. Ik had inderdaad meteen een sociaal leven in het Roam huis. Ik ging met anderen samen uit eten in Japanse restaurants, we gingen naar de film, naar het museum en naar het strand. Ik deed ook mee aan workshops die door Roam georganiseerd werden, zoals kalligrafie, een Japanse thee ceremonie en salsa dansen. Dat leverde me veel contacten op, ik spreek de vrienden die ik in die tijd gemaakt heb nog steeds wel eens. Aan de andere kant kan co-living ook iets te sociaal zijn. Ik merkte bijvoorbeeld dat ik minder contact legde met de Japanse locals in de buurt, wat ik anders misschien wel meer had gedaan. Toch zou ik zeker weer voor co-living kiezen als ik weer op reis ga en ergens voor langere tijd wil blijven.”

Cameron Sant (20) uit Engeland verblijft zeker een jaar in het Common huis Bowman in Washington DC, samen met zijn vrouw.

“Toen mijn vrouw en ik in 2017 onverwacht moesten verhuizen, zagen we co-living als een interessante nieuwe mogelijkheid. De meeste verhuurders stellen hoge inkomenseisen waar wij niet aan konden voldoen, maar via Common konden we snel en gemakkelijk een woonruimte in downtown DC vinden binnen ons budget. Het leuke is dat we nu samenwonen met allemaal mensen die we anders nooit ontmoet zouden hebben. Sommige bewoners zijn al goede vrienden van ons geworden. Het enige nadeel is het gebrek aan ruimte. In de gedeelde koelkast in de keuken heb je bijvoorbeeld maar een beperkt aantal schappen. Een ander potentieel nadeel is dat je niet zomaar vrienden kunt uitnodigen. Gelukkig zijn onze huisgenoten daar heel relaxed in, dus voor ons is dat geen probleem. We hebben hier nu een jaarcontract afgesloten. We weten nog niet wat we doen als dat contract afloopt, misschien blijven we nog wel langer. Ooit hopen mijn vrouw en ik een gezin te stichten, dan gaan we wel een eigen plekje proberen te vinden.”

Cognitief psycholoog Kristina Barger (37) uit South Carolina verbleef meerdere keren voor een paar maanden in het Roam huis in Londen.

“Voor een introvert persoon als ik kan het best lastig zijn om nieuwe vrienden te maken in een grote stad. Daarom koos ik voor co-living toen ik naar Londen verhuisde. De buurt was leuk, het huis was mooi ingericht en de keuken goed gevuld. Maar het leukst van alles vond ik de mensen. In grote steden zie je je vrienden tegenwoordig alleen nog tijdens etentjes of in de kroeg, maar in een co-living huis hoef je geen moeite te doen of geld uit te geven om met anderen in contact te komen. Ik raakte bevriend met een Australische schrijver die Hollywoodfilms maakt, een feministische rechtenprofessor uit Delhi, een team van Russische spelontwikkelaars en een professionele violist uit Tokyo. Omdat we met elkaar samenleefden spraken we elkaar ook op kwetsbare momenten: tijdens onze ochtendkoffie of ’s avonds op onze sloffen met een wijntje. Ik denk dat dat casual contact heel gezond is. Dat zijn we een beetje kwijtgeraakt in de moderne maatschappij. Tegelijkertijd is dat ook een nadeel, je kunt niet even de keuken in lopen zonder iemand tegen te komen en je hebt niet altijd zin in een gesprek. Toch zal ik zeker vaker in co-living huizen verblijven in de toekomst.”

 Voordelen

  • Gemak – Nooit meer toiletpapier kopen, een wasbak ontstoppen of thuisblijven voor de loodgieter. Zelfs je bed wordt verschoont.
  • Flexibiliteit – Geen muren witten of meubels kopen, je kan er zo in. Na een maand kun je weer vertrekken maar je mag ook jaren blijven hangen.
  • Gezelligheid – Je hebt niet alleen een plek om te wonen maar ook een community om je bij aan te sluiten. Fijn als je nieuw bent in een stad of er tijdelijk verblijft.
  • Duurzaamheid – Door woonruimte te delen verlaag je je footprint.

Nadelen

  • Privacy –’s Avonds in alle rust je maaltje eten of voor de tv hangen is er hier niet bij, tenzij je je in je eigen kamer opsluit.
  • Personaliseren – Je eigen kruidenrekje vullen in de keuken of je lievelingsstoel in de huiskamer zetten is geen optie, alles is al voor je ingericht.
  • Huisdieren – Helaas, die zijn in co-living huizen niet toegestaan
  • Kosten – Die lopen uiteen van 800 tot 3.000 euro per maand, maar de gemiddelde prijs ligt rond de 1.500 euro per maand. Voor ons best prijzig, maar een New Yorker kan daar anders over denken.

Duur? Dat ligt er aan wat je gewend bent

Common zette de maandelijkse kosten voor co-living in New York tegenover de kosten van een Craigslist appartement en een traditionele studio daar. In dit overzicht is de complete inrichting van co-living huizen nog niet meegerekend. Je bespaart dus ook nog eens flink omdat je geen inboedel hoeft te verzamelen.

  Common Appartement via Craigslist Traditionele studio
Huur 1.650 1.300 2.100
Nutsvoorzieningen Inclusief 60 110
televisieaansluiting Inclusief 50 100
Wasser en droger Inclusief 50 50
schoonmaakkosten Inclusief 120 240
huishoudartikelen Inclusief 40 40
Internet Inclusief 40 70
Totaal 1.650 1.660 2.710

bron: Common

Dit artikel verscheen in 2018 in Juist Magazine

Juist - Co-living

Ze worden wakker met het gekwaak van jonge eendjes en vallen in slaap bij het geruis van het water. Voor het blad Buitenleven vroeg ik Milly, Peter, Monique en Arjen hoe het is om aan boord van een schip te wonen. Een vrij leven, dicht bij de natuur.

Buitenleven - zomer 2018 - Levenophetwater

Voor Knack interviewde ik Valerie en Tim die met hun dochtertje Fenna en hun hond Lewis in een schoolbus wonen. Die hebben ze omgebouwd tot een rijdend hostel. Elke week nemen ze nieuwe gasten mee op avontuur.

Knack Nomads Bus

Voor Juist, het magazine van Elsevier, interviewde ik verschillende housesitters. Zij passen op de huizen van mensen die op reis of op vakantie zijn. Het ene stel leeft nomadisch en past het hele jaar door op huizen, terwijl het andere stel een eigen huis heeft en als hobby regelmatig in de huizen van anderen verblijft.

Klik op de foto van de pagina om het hele artikel te lezen in de Blendle kiosk.

Een eigen huis heeft Monique Appels niet meer. Ze past het hele jaar door op huizen van mensen die op reis of op vakantie zijn. Hoe werkt dat?

Er klinkt luid geblaf achter het raam van de boerderij in het Achterhoekse Drempt waar Monique Appels(53) de poort openmaakt. Voor één week is dit haar huis. “Het is een hele lieve hond hoor, ze is gewoon erg enthousiast” zegt Monique over Duitse herder Prezzi, die voor één week haar hond is. “Prezzi is een hond met een gebruiksaanwijzing. Ze functioneert het beste als ze thuis is, in haar vertrouwde omgeving. Daarom gaat ze niet naar een pension als haar baasje op vakantie gaat, maar kom ik op haar passen.”

Monique past fulltime op de huizen en huisdieren van anderen, een eigen huis heeft ze sinds 2014 niet meer. Vandaag woont ze in de afgelegen boerderij in de Achterhoek, volgende week is dat misschien in een vrijstaande villa in Bloemendaal of een huis aan het bos in Heemstede. Monique: “Ik werk als businesscoach voor ondernemers in de hondenbranche. Dat werk kan ik overal doen, meer dan een telefoon, een laptop en een wifiverbinding heb ik niet nodig. Dat maakt mij locatieonafhankelijk, ik kan leven en werken waar ik maar wil.”

Geen plek onder de zon

Het begon allemaal in 2014, toen Monique haar bedrijf zo organiseerde dat ze overal ter wereld kon werken. Als eerste ging ze naar Fins Lapland. “Ik wilde altijd al een keer als vrijwilliger op een huskyfarm werken. Daar had ik het zo naar mijn zin dat ik na een paar weken dacht: ik wil eigenlijk niet meer terug. Ik heb mijn huis en mijn spullen in Nederland verkocht en ik ben verder gaan reizen. In Noorwegen werd ik verliefd op een man waar ik een hele tijd mee samenwoonde. Toen die relatie begin 2016 eindigde, ben ik teruggekeerd naar Nederland.”

Monique: “Een vriendin die op vakantie ging vroeg of ik op haar twee kittens wilde passen.”

Op dat moment had Monique helemaal niets meer, niet eens een dak boven haar hoofd. Daar raakte ze wel even van in paniek. “Ik dacht dat ik weer op zoek moest naar een huis, maar eigenlijk wilde ik dat helemaal niet. Het reisvirus had me te pakken. Ik vroeg me af of ik wel weer permanent ergens wilde wonen. Op dat moment vroeg een vriendin die op vakantie ging of ik in haar huis wilde logeren om op haar twee kittens te passen. Van het een kwam het ander, ook andere vrienden en kennissen vroegen me daarna om op hun huis en huisdieren te passen. Mensen die ik niet zo goed kende waren zelfs bereid om me ervoor te betalen. Toen kwam de ondernemer in mij naar boven, ik zag daar wel een business in.”

Honden met een rugzakje

 

Er zijn in Nederland heel wat mensen die op huizen van anderen passen, bijvoorbeeld via platformen als Huizenoppassite.nl of Holidaylink.com. Meestal gaat het om een vorm van ruilhandel, mensen passen op een huis in ruil voor gratis onderdak. Het kan een hobby zijn of een vorm van vakantie in eigen land. Voor Monique is dat anders. Ten eerste leeft ze nomadisch, waardoor ze het hele jaar door op huizen past. Ten tweede zorgt ze specifiek voor honden met een rugzakje, zoals Prezzi. Daarom vraagt ze er 300 euro per week voor.

“Ik werk al 17 jaar professioneel met honden” vertelt Monique, terwijl hond Prezzi dicht tegen haar aan kruipt op de bank. “Ik ben opgeleid als instructeur en hondengedragstherapeut en heb onder meer een honden uitlaatdienst, een gedragstherapiepraktijk en meerdere hondenscholen gehad. Ik weet dus heel goed wat honden nodig hebben en wat ik van ze kan verwachten. Dat onderscheidt mij van andere huizenoppassers.”

Monique: “Ik waarschuw mensen van te voren: als ik iets nodig heb, ga ik in de lades snuffelen.”

De honden waar Monique op past hebben bijvoorbeeld veel beweging of aandacht nodig, ze schieten snel in de stress, zijn bang voor mensen of andere honden of worden vanwege hun ras door pensions geweigerd. Als er meer dan twee honden in huis zijn, loopt de prijs per week op. Monique: “Zo heb ik een klant met vijf honden die niet allemaal tegelijk uitgelaten kunnen worden. Daar krijg ik 100 euro per dag voor. Zij hebben in het verleden ook wel eens een nichtje of buurmeisje op de honden laten passen, maar die zegt dan: ‘Vandaag kan ik de honden niet uitlaten want ik heb proefwerkweek.’ Dat kan natuurlijk niet. Daarom kiezen zij nu liever voor een professionele hondenoppas waar ze zakelijke afspraken mee kunnen maken. De meeste mensen vinden het ook gewoon fijn dat er iemand in huis is als ze afwezig zijn, om inbraak te voorkomen bijvoorbeeld. Daarbij geef ik ook de planten water, leeg ik de brievenbus en zet ik het vuilnis buiten.”

Voordat Monique ergens gaat oppassen, gaat ze altijd eerst kennismaken. “Dan maak ik afspraken met de bewoners over het verzorgen en uitlaten van de honden. We spreken bijvoorbeeld ook af dat ik niet rook in huis, dat ik de wasmachine mag gebruiken en dat ik bezoek mag ontvangen zonder overnachting. Sommige mensen stellen een auto ter beschikking zodat ik met de honden naar het bos kan. Dat soort dingen leggen we allemaal vast. De meeste mensen vinden het wel spannend dat er een vreemde in hun huis komt, vooral de eerste keer. Natuurlijk ga ik respectvol met hun huis om, maar ik waarschuw ze wel van te voren: als ik iets nodig heb, ga ik in de lades snuffelen. Dat realiseren de meeste mensen zich ook wel. Maar ik snap ook dat er mensen zijn die om die reden nooit een oppas in huis zouden halen.”

Tandenborstel op de wastafel

Omdat ze in een nichemarkt zit, kost het Monique niet veel moeite om oppasadressen te vinden. Sinds januari 2017 zit ze bijna doorlopend volgeboekt. “Daar zitten wel tussenpozen van een paar dagen tussen want oppasklussen sluiten bijna nooit naadloos op elkaar aan. Dan ga ik een paar nachten bij vrienden logeren of een weekendje naar Berlijn of Kreta.”

Een vaste plek om naar terug te keren heeft Monique dus niet. Die mist ze ook niet. “Om me ergens thuis te voelen hoef ik niet aan een plek gehecht te zijn. Ik heb wel gemerkt hoe belangrijk het is om mijn tas uit te pakken. De eerste keren dat ik op een huis paste, deed ik dat niet. Ik dacht: Ach, voor die paar dagen. Daardoor bleef ik me reizende voelen, altijd klaar voor vertrek. Nu is dat het eerste wat ik doe: mijn tandenborstel op de wastafel zetten, mijn laptop installeren aan de keukentafel en mijn kleren in de kast hangen. Dan voelt een huis of appartement als mijn plek.”

Monique: “Als je leven constant verandert, is het fijn als er een rode draad is die hetzelfde blijft.”

“Mijn rituelen zijn ook belangrijk voor me. Als ik wakker word drink ik twee glazen water en dan ga ik met de hond wandelen. Altijd, waar ik ook ben. Ik ben graag buiten en ik vind het fijn om ’s ochtends meteen in beweging te zijn. Als er geen hond in huis is ga ik alleen. Dat soort gewoontes geven me houvast. Als je leven constant verandert, is het fijn als er een rode draad is die hetzelfde blijft.”

Alles in één backpack

Natuurlijk zitten er ook nadelen aan haar nomadische levensstijl. Monique: “Een tijdje geleden heb ik in Sofia een hele leuke Australische man ontmoet. Hij was eind vijftig en reisde al jaren. We hebben samen gegeten en we vonden elkaar echt leuk, maar na een paar dagen reisden we allebei weer door. Als we meer tijd samen hadden gehad, had ik die man beter kunnen leren kennen. Ik zeg niet dat we dan een relatie zouden hebben gekregen, maar dan had het wel een kans gehad. Mijn levensstijl maakt het moeilijk om relaties aan te gaan.”

“Dat geldt net zo goed voor vriendschappen. In Madrid zat ik drie dagen lang in een hostel met twee Amerikaanse vrouwen en daar heb ik zo’n ontzettend leuke tijd mee gehad. Als we meer tijd met elkaar hadden doorgebracht, was er wellicht een vriendschap ontstaan. Maar daarvoor was het contact te kort. Aan de andere kant zou ik al die interessante mensen niet ontmoeten als ik niet zou reizen.”

Monique: “Ik heb alleen nog spullen die waarde toevoegen aan mijn leven. Geen vorken, bloemvazen of fotolijstjes.”

Het grote voordeel is dat Monique nooit wakker ligt omdat haar dak gerepareerd moet worden of haar hypotheek te hoog is. Over spullen maakt ze zich ook niet zo druk. Monique: “Alles wat ik bezit past in één backpack. Ik houd wel van luxe hoor – ik kan enorm genieten van een vijfsterrenhotel en als ik op een chique villa mag passen vind ik het heerlijk om op die dure bank voor die grote tv te hangen. Maar ik hoef dat allemaal niet zelf te bezitten. Ik heb alleen nog spullen die waarde toevoegen aan mijn leven: geen vorken, bloemvazen of fotolijstjes maar wel de allernieuwste iPhone en MacBook.”

Een maakbaar leven

Monique: “Ooit wilde ik zo snel mogelijk trouwen, een huis kopen en kinderen krijgen.”

‘Waar ben je voor op de vlucht?’ vragen mensen wel eens aan Monique. Ze snapt dat veel mensen onrustig zouden worden van haar levensstijl. Monique: “Voor mij voelt dit niet als onrust want dit past bij mij. Waarom dat zo is weet ik zelf ook niet. Ik leef zo omdat het me gelukkig maakt, niet omdat ik me af wil zetten of rebels wil zijn. Niet dat ik altijd zo vrij van geest was. In mijn puberteit had ik een vriendinnetje dat ging backpacken in Pakistan. Vreselijk leek mij dat. Het enige dat ik wilde was zo snel mogelijk trouwen, een huis kopen en kinderen krijgen. Achteraf denk ik dat ik toen alleen maar aan een bepaald verwachtingspatroon wilde voldoen.”

“Nu ben ik in de vijftig en maak ik mijn eigen keuzes. ‘Wat een geluk, dat zou ik ook wel willen’ zeggen mensen wel eens tegen mij. Dat kun jij ook, maar dan moet je zelf die keuze maken en je niet laten tegenhouden door anderen die zeggen: ‘Zou je dat nou wel doen’ of ‘Dat wordt toch niks’. Zelf was ik vroeger bijvoorbeeld slecht in leren, ik kon me niet goed concentreren. Ik weet nog heel goed dat mijn vader tegen mij zei: ‘Je kunt niet altijd alleen maar doen wat je leuk vindt.’ Toch doe ik nu alleen maar wat ik leuk vind – op wat administratie en afwas na dan. Ik word zo blij van mijn werk! Dat is mij niet zomaar overkomen, daar heb ik zelf voor gekozen.”

Monique: “Je leeft maar één keer, dan kun je er beter wat van maken toch?”

“Begrijp me niet verkeerd, ik vind niet dat iedereen nomadisch moet gaan leven. Als jouw kantoorbaan, gezin of rijtjeshuis bij jou past, dan is dat fantastisch. In mijn werk als coach spreek ik echter ook veel mensen die niet tevreden zijn met hun leven. Ze voelen zich belemmerd, zien niet in dat het ook anders kan, denken dat ze geen keuze hebben. Zonde! Je leeft maar één keer, dan kun je er beter wat van maken toch? Natuurlijk heb je niet alles in de hand, je bepaalt niet wat je overkomt. Maar je bepaalt wel hoe je daar mee omgaat. Toen mijn relatie in Noorwegen uitging en ik dakloos terugkeerde naar Nederland, was ik verdrietig, boos en bang. Ik koos ervoor om dat niet als het einde van mijn leven te zien, maar als een nieuw begin. Alles stond open, ik kon gaan doen wat ik wilde. Dat doe ik nu nog steeds.”

Hoe haar toekomst eruitziet weet Monique op dit moment niet. “Ik pas nu voornamelijk op huizen in Nederland maar ik zou het heerlijk vinden om in de toekomst ook op huizen in het buitenland te passen. Ik denk ook wel eens dat een tiny house wat voor mij zou zijn. Een plek waar ik mijn eigen spullen heb maar toch mobiel blijf. We zien wel, op dit moment weet ik alleen dat ik in april op een huis in Egmond aan den Hoef pas, daarna op een huis in Schoorl en in mei op een huis in Leusden.”

Dit verhaal schreef ik voor mijn online magazine Trant. Meer verhalen lezen van mensen die bijzondere levenskeuzes maken? Volg Trant op Facebook of Twitter of schrijf je in voor de nieuwsbrief.

Voor zin interviewde ik drie vijftigplussers die op latere leeftijd kozen voor een leven als moderne nomade. Ook sprak ik met moderne nomade Esther Jacobs, trendonderzoeker Bodil Jurg en psycholoog Clara den Boer over het ontstaan van de trend: waarom kiezen steeds meer mensen voor deze levensstijl?

Zin – Digitale nomaden

Voor One World interviewde ik Tim Boffe en Valerie Cook die een oude schoolbus uit Amerika ombouwden tot een rijdend hostel. Samen met hun dochtertje Fenna, hun hond Lewis en wisselende gasten rijden ze door Europa. Terwijl ze genieten van al het moois dat de natuur te bieden heeft, zetten ze zich ook bewust in om dat natuurschoon te behouden. Klik op de foto om de tekst te lezen op de website van One World.

 

Wat nou villa in Het Gooi? Vrijheid is het nieuwe rijkdom! Dat hebben deze vrouwen helemaal begrepen. Tanja woont op een boot, Sita in een blokhut, Margreet in een micro appartementje, Shirly in een tiny house en Daphny in een caravan. Zij geven hun geld liever uit aan reizen, hobby’s, etentjes en festivals in plaats van aan vierkante meters en bezit. Door klein te wonen kunnen ze optimaal van het leven genieten.

Margreet van Schaijck (28) woont in een appartementje van 33 vierkante meter.

“Amsterdam is mijn stad en groot wonen is hier duur. Ik besteed mijn geld liever aan andere dingen. De afgelopen jaren reisde ik onder meer door Mongolië, Zuid-Afrika, IJsland, New York en de Marokkaanse Sahara. Ik geniet elke dag van alles wat Amsterdam te bieden heeft, van een spontaan ontbijtje buiten de deur tot een avondje film of theater. Omdat mijn woonlasten laag zijn, heb ik de vrijheid om dat te doen. Ik ben niet de enige, in het Amsterdamse appartementencomplex waarin ik woon zitten ruim 200 mini appartementjes.”

Margreet: ‘Voor 14 gasten koken is best een uitdaging in een keuken van 1 vierkante meter met twee gaspitjes.’

“Ik ben opgegroeid in een groot huis in een klein dorp, maar daar heb ik me altijd een beetje opgesloten gevoeld. Toen ik in mijn studententijd naar Amsterdam verhuisde, wist ik al snel: hier wil ik nooit meer weg. In de stad voel ik me vrij, hoe klein ik ook woon. Op mijn 33 vierkante meter heb ik alles wat ik nodig heb. Ik vind het heerlijk om veel mensen uit te nodigen, op mijn verjaardag had ik bijvoorbeeld 14 eters op bezoek. Iedereen zit dan wel een beetje schouder aan schouder maar ach, dat heeft ook wel wat. Mijn vriend staat voor een grotere uitdaging, die kookt op zo’n avond voor al onze gasten. Best een uitdaging in een keuken van één vierkante meter met twee gaspitjes. Als we met z’n tweeën in de keuken staan, is het dan ook geheid ruzie. Toch houden we het heel goed uit in deze kleine ruimte, in de vijf jaar dat we samen zijn is hij vaak hier.”
“Ik heb al geaccepteerd dat ik waarschijnlijk mijn hele leven klein zal wonen. Het enige dat ik wel eens mis is een tuin, hoe heerlijk mijn balkonnetje op het zuiden ook is. Ter compensatie heb ik samen met mijn broer een bootje gekocht. Dat is onze achtertuin. Zo gauw het zonnetje schijnt, zijn wij op dat bootje te vinden en varen we zo de natuur in.”

Sita van Hoorn (25) woont in een blokhut van 9 vierkante meter.
Sita woont in een blokhut
Sita woont in een blokhut

“Mijn vriend Jaap en ik reizen veel. Toen we in 2016 terugkwamen na zeven maanden in Frankrijk, had ik geen zin om voor veel geld een appartement te gaan huren. Ik geef mijn geld liever uit aan ervaringen dan aan vierkante meters. Maandenlang uit backpacks leven had dat nog eens voor mij bevestigd.”

Sita: ‘Wij betalen per jaar wat een ander per maand aan huur uitgeeft.’

“Via vrienden hoorden we dat er een blokhut vrij kwam op het Hof van Wezel, een recreatief landgoed bij Nijmegen. Hier betalen we per jaar wat een ander per maand aan huur uitgeeft. Wat een rust geeft dat! Ik werk als taxidermist voor het Natuurmuseum in Nijmegen, ik doe zowel betaalde opdrachten als vrijwilligerswerk. Geen probleem, dankzij mijn lage woonlasten.”
“Het fijne aan onze levensstijl is dat we het reisgevoel een beetje vast blijven houden in Nederland. Vroeger kwam ik thuis, plofte ik op de bank en ging ik internetten, tv kijken en gamen. Nu leef ik buiten, leer ik mezelf gitaar spelen bij kaarslicht of haal ik mijn breinaalden uit de kast. In het hutje hebben we geen elektriciteit, stromend water of wifi. We wassen ons in de stromende beek achter het huisje of we douchen bij vrienden, familie of hier op de camping. Drinkwater halen we één keer in de drie dagen op de camping met een jerrycan.”

Sita: ‘Bij daglicht waren de borden minder schoon dan ik dacht.’

“Leven zonder wifi en stromend water bevalt me prima. Alleen elektriciteit mis ik wel eens. Vooral in de winter als het vroeg donker is, dan leef ik constant met een hoofdlamp op. Afwassen bij kaarslicht bleek namelijk geen succes, bij daglicht waren de borden minder schoon dan ik dacht. Als we in de toekomst zonnepanelen hebben, kunnen we gewoon de lamp aan doen. Het is ook koud in de winter, want het houtkacheltje maak ik ’s ochtends niet aan voordat ik naar mijn werk ga. Daarom hebben we afgelopen winter doorgebracht in Frankrijk, Spanje en Portugal. Deze winter blijven we misschien iets langer in Nederland, maar ik wil ook wel weer een paar maanden op reis. Dankzij mijn lage woonlasten kan dat allemaal prima.”

Tanja Caron (28) woont op een bootje van 10,5 meter lang.
Tanja woont aan boord van een scheepje

“Het klinkt misschien alsof we comfort inleveren door op een scheepje te gaan wonen, maar in mijn ogen krijgen we er juist heel veel comfort voor terug. We genieten volop van het buitenleven in de haven en we kunnen gaan varen wanneer we willen. We hoeven geen koffers te pakken of slaapplek te boeken want we hebben ons hele huisje altijd bij ons. Die vrijheid, daar weegt niets tegenop.
Mijn vriend Erik en ik zijn allebei met zeilen opgegroeid en willen graag een grote wereldreis gaan maken over het water. Met die droom op het oog hebben we vorig jaar Sjaan gekocht, een stalen tweemaster van 10,5 meter lang. Een appartement én een boot vonden we teveel van het goede, dus zegden we onze huur op. Sindsdien is Sjaan ons huisje.”

Tanja: ‘Onze koelkast heeft de afmetingen van een koelbox, groots inslaan is er dus niet meer bij.’

“De woonlasten van ons bootje zijn ongeveer net zo hoog als die van een klein appartementje. Zo houden we geld over om te sparen voor onze reis. Maar we ontdekten ook dat we het gewoon heerlijk vinden om zo klein te wonen. Ik heb nog nooit gedacht: woonden we nog maar in ons appartement. Voor de verhuizing hebben we een onthousewarmingsfeest gegeven, waarbij we alle spullen weggaven die niet mee konden naar de boot. Nu hebben we alleen nog maar spullen in huis die we écht gebruiken en dat vind ik zo gaaf! Wat een rust.”

“‘Het is groter dan het lijkt’, zeggen mensen altijd als eerste als ze bij ons op bezoek komen. Wij vinden onze 20 vierkante meter leefruimte ook genoeg. Er zijn wel dingen waar we rekening mee moeten houden. We moeten onze watertank regelmatig bijvullen en onze koelkast heeft de afmetingen van een koelbox, dus groots inslaan is er niet meer bij. Ik vind het eigenlijk wel fijn om zo bewust te leven en niet alles voor vanzelfsprekend te nemen. Misschien gaan we na onze reis op een ander type boot wonen, misschien kiezen we voor een tiny house. Veel groter zal het een ieder geval nooit worden, want we weten nu dat we niet meer vierkante meters nodig hebben dan dit.”

Shirly van der Hoeven (23) woont in een tiny house op wielen van 18 vierkante meter.

Shirly woont in een tiny house. Foto: Irene Hilhorst
Shirly woont in een tiny house

“Door klein te wonen kan ik doen waar ik zin in heb. Mijn vriend Roy en ik surfen en snowboarden graag, afgelopen winter hebben we drie maanden doorgebracht in de Oostenrijke sneeuw. Ik breng zoveel mogelijk tijd door met mijn paarden, mijn grootste passie. Die tijd zou ik niet hebben als ik een fulltime baan had. Nu werk ik voor mezelf, ik wil hondenvakanties gaan aanbieden en een eigen bedrijf opzetten als voedingsadviseur. Roy heeft zijn eigen fotografie- en designbedrijf. Omdat we geen hoge huur of hypotheek hebben, kunnen we het ons veroorloven om die dromen na te jagen.”

Shirly: ‘Pas zaten we hier nog met z’n tienen binnen, dat ging prima.’

“Ik groeide op in een groot tuindershuis, maar als klein meisje droomde ik er al van om in een klein huisje te wonen. Dat idee vervaagde met de jaren, tot Roy en ik in de zomer van 2015 wilden gaan samenwonen. Toen we geen huis konden vinden met ons onstabiele inkomen, borrelde mijn jeugddroom weer op. Ik zag foto’s van tiny houses en ik was meteen verkocht. In september 2015 zijn we ons eigen tiny house gaan bouwen, een jaar later woonden we er in.”

“In de 18 vierkante meter van ons huisje zit alles wat we nodig hebben. Bovenin zit een slaaploft van 6 vierkante meter, de trap daar naartoe is tegelijkertijd onze kledingkast. Er zit opslagruimte onder de bank en ons aanrechtblad loopt door tot een multifunctioneel barretje. Daar koken we aan, maar we zitten er ook aan te eten of te werken. We hebben graag vrienden over de vloer, pas zaten we hier nog met z’n tienen binnen en dat ging prima. We staan nu met ons huisje op Strandpark Vlugtenburg in ’s-Gravenzande, direct aan zee. Ik geniet van het leven dicht bij de natuur. Toen we eenmaal met het huisje bezig waren, is het milieu aspect ook mee gaan wegen. We willen onze ecologische voetafdruk zo klein mogelijk houden. Ook fijn: als we een keer ergens anders willen wonen, kunnen we ons huisje gewoon meenemen.”

Daphny van den Ing (30) woont in een caravan van 7 vierkante meter.
Daphny woont in een caravan

“Het leven is te kort om je zorgen te maken over geld. Als kunstenares is mijn inkomen flexibel – ik teken en schilder schepen en landrovers in opdracht. Een hoge huur of hypotheek zou betekenen dat ik een vaste baan moet zoeken. Daarom kocht ik na de break met mijn ex een caravan. Nu kan ik het werk blijven doen waar ik gelukkig van word en houd ik ook nog eens geld over om te reizen, uit eten te gaan of naar het theater te gaan.”

Daphny: ‘Pas als mensen bij mij binnenstappen, zeggen ze: “Wauw, nu snap ik het.”’

“Het heerlijke van mijn caravan is dat ik kan gaan en staan waar ik wil, mijn tekeningen kan ik immers overal maken. Een paar weken geleden stond ik met mijn huisje op een natuurcamping in Zeewolde, nu sta ik even op het erf van mijn ouders. De komende jaren wil ik meer reizen, naar Schotland, Ierland en Engeland of de kust van Frankrijk.”

“Hoe heerlijk dat ook klinkt, veel mensen kijken vreemd op van mijn woonkeuze: in een caravan kun je toch niet wonen? Ik snap het wel, want toegegeven: een traditionele caravan is niet geschikt om fulltime in te wonen. Daarom heb ik die van mij helemaal gestript en opnieuw opgebouwd. Pas als mensen bij mij binnen stappen, zeggen ze: ‘Wauw, nu snap ik het.’ Ik heb een bureau en een slaapbank die ik kan uitschuiven tot tweepersoonsbed. Daaronder is ruimte voor opslag. Ik ben dol op de antieke buffetkast in mijn keukentje, die ik deels als aanrechtblad gebruik. Er is zelfs ruimte voor een kattenkrabpaal. Eigenlijk zou ik willen dat mijn caravan twee meter langer was, dan zou ik mijn keuken en badkamer uitbreiden. Een eigen douche lijkt me wel fijn, nu douche ik bij mijn ouders of op de camping waar ik sta. Ik wil ook graag zonnepanelen en een watertank, zodat ik helemaal off the grid kan leven. Het kan zijn dat ik in de toekomst een grotere caravan ga kopen, maar het kan ook een tiny house of een scheepje worden. Een huis met een hypotheek wordt het in elke geval niet, daarvoor vind ik mijn vrijheid veel te belangrijk!”

Dit artikel verscheen in 2017 in Cosmopolitan.

Cosmo – klein wonen

Voor Ouders van Nu ging ik op bezoek bij Rebecca en Jesper, die met hun zoontje aan boord van een schip wonen.

OvN09 Persoonlijk verhaal wonen op een schip

Ze ontmoetten elkaar in de trein van Eindhoven naar Amsterdam. Niet veel later zegden ze allebei hun baan op en verkochten ze hun huis om samen in een camper naar Scandinavië te vertrekken. Annemarie: “Misschien blijven we een half jaar weg, misschien vijf of tien jaar. Misschien komen we nooit meer terug.”

Op dinsdag 24 november 2015 pakt Annemarie Aarts (30) in Eindhoven de trein naar Amsterdam om haar broer op te zoeken. Terwijl ze in de regen op het perron staat te wachten, kijkt ze voor het eerst in de ogen van Martijn Molenaar (36). Annemarie: “Ik had die middag nog stellig tegen mijn collega’s gezegd dat ik niet in liefde op het eerste gezicht geloofde, maar toen ik Martijn zag gebeurde er echt iets. Pats, boem! We zeiden niets tegen elkaar maar we zijn in de trein wel tegenover elkaar gaan zitten. Anderhalf uur lang hebben we geen woord gewisseld. Toen ik er in Amsterdam Amstel uit moest, heb ik Martijn snel mijn kaartje toegestopt voordat ik wegliep. Diezelfde middag stuurde hij me een berichtje.”

Annemarie: “Ik ben echt een twijfelkont maar nu voel ik voor het eerst dat alles klopt”

Een jaar later wonen Annemarie en Martijn in een Mercedes 508 camper uit 1977, samen met hun hond Foofur – een New Foundlander van bijna 60 kilo. Ze staan op het punt om naar Scandinavië te vertrekken, waar ze tegen kost en inwoning vrijwilligerswerk willen gaan doen. Annemarie: “Ik ben altijd een twijfelkont geweest, bij alles wat ik deed vroeg ik me af: Moet ik dit wel doen? Voor het eerst voel ik nu dat alles klopt, over Martijn en onze levensstijl heb ik geen moment getwijfeld.”

Huisje, boompje, beestje

Toen ze Martijn ontmoette had Annemarie haar eigen koophuis in Eindhoven en werkte ze als magazijnmedewerkster bij een apotheek om haar opleiding tot massagetherapeut te bekostigen. “Ik zat een beetje vast, vaak dacht ik: het moet ook anders kunnen.”

Martijn: “Toen mijn huis af was dacht ik: En nu? Is dit het?”

Martijn had zijn eigen aannemersbedrijf in Obdam. “Ik werkte hard en maakte lange dagen. Ik had al tien jaar een relatie en ik had net mijn eigen huis gebouwd. Een groot huis met een bedrijfshal, in totaal zo’n 1200 vierkante meter. Toen dat huis af was dacht ik: En nu? Is dit het? De dag dat ik Annemarie ontmoette realiseerde ik me dat het niet klopte waar ik mee bezig was. Ik heb die week nog mijn relatie verbroken.”

Annemarie en Martijn spreken af om wat te gaan drinken, een week later gaan ze een hapje eten en een paar weken later vieren ze samen oud en nieuw in de camper van Martijn. “Ik had de camper ooit gekocht om korte tripjes mee te maken. In februari 2016 zijn Annemarie en ik ermee op wintersport gegaan naar Italië. Toen we terugreden zeiden we gekscherend tegen elkaar: ‘Zullen we gewoon in deze camper gaan wonen?’ Met Koningsdag stonden we allebei onze spullen te verkopen op de vrijmarkt.”

Bewust leven

Terwijl hun huizen te koop staan, bouwen Martijn en Annemarie in de zomer van 2016 de oude camper om tot een klein huisje. Met een bank, een tafel, een keuken, een bed en daaronder een flink hok voor hond Foofur hebben Martijn en Annemarie alles wat ze nodig hebben. Martijn: “De camper voelt echt als thuis, meer nog dan mijn vorige huis. Ik ben van 1200 naar 12 vierkante meter gegaan en ik mis helemaal niets. Ik kijk er zelf ook nog steeds van op, maar meer dan dit hebben we gewoon niet nodig. Ik had wel eens gelezen over minimalisme maar ik dacht altijd: het zal allemaal wel. Nu merk ik hoe goed het voelt om weinig spullen te hebben.”

Martijn: “Ik ben van 1200 naar 12 vierkante meter gegaan en ik mis niets.”

Annemarie: “Alleen een douche hebben we niet in de camper. Een WC wel, maar die is vooral voor noodgevallen. De was doen we in een teiltje met de hand en om de bus warm te houden hebben we een kleine houtkachel. Het grote voordeel is natuurlijk dat alles binnen vijf minuten is opgeruimd. En we zijn altijd thuis, waar we ook naartoe gaan.”

Martijn: “Natuurlijk is het niet altijd even comfortabel. ‘s Ochtends is het koud en als je natgeregend thuiskomt, kun je niet in de bijkeuken je natte kleren uitdoen en een warme douche nemen. We kunnen niet even de verwarming aandraaien en een mok kokend water uit de Quooker pakken. We moeten hout sprokkelen om ons kacheltje warm te stoken en water uit de kraan pompen met een voetpomp. Als de gastank of de watertank leeg is, moet die eerst worden bijgevuld. Alles duurt wat langer dan in een gewoon huis.”

Annemarie: “We worden gedwongen om met aandacht ons dagelijks leven te leiden”

Annemarie: “Tegelijkertijd is dat ook wat we zo fijn vinden aan wonen in een camper. Eenvoudig leven, dicht bij de natuur en onze intuïtie. We worden gedwongen om bewust en met aandacht ons dagelijks leven te leiden. Als we wakker worden lopen we een rondje met de hond en hakken we hout voor de kachel, dan maken we een bord havermout en zetten we een kop koffie. Het is fijn om daar zo bewust mee bezig te zijn. Het meest genieten we van de vrijheid om te gaan en staan waar we willen.”

Martijn: “Tot op zekere hoogte dan, want je mag niet zomaar overal met een camper staan in Nederland. Als wij ergens op een parkeerplaats overnachten is de kans groot dat er midden in de nacht iemand op ons raampje klopt. Gelukkig zijn er best veel camperplaatsen waar we gratis of voor een paar euro kunnen overnachten. Officieel mogen we ook niet in deze camper wonen. Je moet als Nederlander een vaste woon- en verblijfplaats hebben en je kunt je nu eenmaal niet inschrijven op een kenteken.”

Annemarie: “Het flauwe is dat we deze camper ook niet kunnen verzekeren, juist omdat we er in wonen. Daarvoor moet je namelijk een vaste woon- en verblijfplaats hebben. Zulke dingen zijn we dus nog aan het uitzoeken. Ik had zelfs iemand van de verzekering aan de lijn die zei: ergens zal je de wet moeten doorbreken, het kan niet anders. Dat is natuurlijk wel bizar.”

Op pad

Na bijna vijf maanden proefdraaien in Nederland vertrekken de tortelduifjes nu naar Scandinavië. Martijn: “We zaten wat te mijmeren over bestemmingen en kwamen al snel op Scandinavië uit. Die landen spreken ons aan en we zijn er allebei nog nooit geweest. De kou vinden we geen probleem, we houden wel van de winter.”

Annemarie: “In Scandinavië willen we vrijwilligerswerk gaan doen via Workaway. Dat is een online platform dat reizigers en accommodaties aan elkaar koppelt. Het idee is dat we kost en inwoning krijgen in ruil voor werk. Dat lijkt ons een mooie manier om mensen te leren kennen en het leven in Scandinavië te ervaren. Een slaapplaats hebben we in principe niet nodig, maar als we een keer in Lapland staan met -30 graden is het misschien wel fijn om in een huis te overnachten.”

Martijn: “We verwachten dat we ongeveer een maand per jaar moeten werken om de kosten te dekken.”

Martijn: “Omdat we zo minimalistisch leven hebben we verder niet veel kosten. We hebben alleen wat Diesel nodig om van A naar B te komen, en we moeten onze verzekeringen betalen. We verwachten dat we ongeveer een maand per jaar zullen moeten werken om die kosten te dekken. Dat lijkt ons geen probleem, er zijn altijd wel mensen die hulp nodig hebben in de bouw of die massagetherapie kunnen gebruiken. En anders gaan we ergens fruit plukken voor een maandje.”

Je leven vergooien

Niet iedereen ziet de levensstijl van Annemarie en Martijn zo rooskleurig in als zijzelf. Annemarie: “Er zijn mensen die het niet begrijpen. Mijn oma vindt het bijvoorbeeld helemaal niets. Ik snap het wel, haar generatie heeft hun hele leven hard moeten werken om het beter te krijgen. Nu doen wij in haar ogen een flinke stap terug. Ze heeft het idee dat wij ons leven vergooien. Iemand vroeg ons ook: ‘Wat ga je dan doen, een beetje de wereld over zwerven? En dan? Daar bereik je toch niets mee? Dan bouw je toch niets op?’ Veel mensen streven naar groter, meer, rijker en succesvoller. Dat proberen wij juist los te laten. We gaan elke dag nieuwe mensen ontmoeten, hen helpen, hun verhalen horen en zien hoe zij leven. Dat vinden wij een prachtig doel om na te streven. Daar zit alleen geen aspect van geld verdienen en status behalen in.”

Martijn: “Mensen vragen zich af waarom ik alles opgeef om in een oude camper te gaan wonen.”

Martijn: “Ik had een succesvol bedrijf en een groot huis en nu geef ik alles op om in een veertig jaar oude camper te gaan wonen. Mensen vragen zich af waarom. Ik had toch net alles opgebouwd, ik had toch net mijn doel bereikt? Zelf had ik juist het gevoel dat ik vast zat. Als je een hypotheek en een eigen bedrijf hebt, kun je niet zomaar wat nieuws gaan doen. Wat schiet ik ermee op om mijn bedrijf nog groter te maken? Dan moet ik alleen maar meer werken, dan heb ik nog minder tijd voor mezelf. Dat wilde ik niet nog dertig jaar doen.”

Annemarie: “Gelukkig krijgen we voornamelijk positieve reacties. Veel mensen zeggen: ‘Dat zou ik ook wel willen, maar dan moet ik mijn hele leven omgooien.’ Denken ze dan dat wij niet ons hele leven hebben omgegooid? Dat wij dat niet doodeng vonden? Iedere stap die we zetten vinden we spannend, maar het voelt goed. Toen ik al mijn spullen aan het doornemen was, vond ik een schrift van 3VWO waarin naar mijn toekomstvisie werd gevraagd. Mijn antwoord als 15-jarig meisje was: ‘Ik wil vrij zijn en zoveel mogelijk van de wereld zien.’ Nu ben ik twee keer zo oud en heb ik eindelijk de moed gevonden om naar die maatstaven te leven.”

Annemarie: “Als je een fulltime baan hebt, is het helemaal niet leuk om in een camper te wonen.”

Martijn: “We zijn niet de enige, ik merk dat er een stroming op gang komt, al is die volgens mij nog heel klein. Er zijn steeds meer mensen die hun leven bewust inrichten. Mensen die zien dat het ook anders kan en die stappen buiten de gebaande paden durven te zetten. Maar het merendeel van de mensen denkt volgens mij nog steeds: het leven is gewoon zo, dus ik moet het er maar mee doen. Klaar.”

Annemarie: “Niet dat wij vinden dat iedereen in een camper moet gaan wonen, helemaal niet. Sterker nog, als je allebei een fulltime baan hebt, is het volgens mij helemaal niet leuk om in een camper te wonen. Dan zijn er al zoveel dingen waar je niet aan toe komt, dan heb je geen zin om ook nog eens hout te sprokkelen of het water bij te vullen. Maar je kunt ook kleine bewuste keuzes maken.”

Met de wind mee

Op hun Facebookpagina en blog delen Annemarie en Martijn de avonturen die ze onderweg beleven. Annemarie: “Ik vind het leuk om anderen te inspireren en te laten zien hoe het ook kan. We willen duidelijk maken dat het best oké is om je buiten de gebaande paden te begeven.”

Hoe lang ze in Scandinavië blijven en wat ze daarna gaan doen, weet het stel niet. Annemarie: “Misschien blijven we een half jaar weg, misschien vijf of tien jaar. Misschien komen we nooit meer terug. Ik zie ons niet ons hele leven in een camper wonen, maar hoe we wel willen leven, weten we nog niet. Dat vinden we juist het leukst, dat niets vast ligt zodat we met de wind mee kunnen waaien. We starten de motor en we zijn weg.”

Voor Ouders van Nu interviewde ik Valerie Cook die met haar vriend Tim Boffe een oude schoolbus uit Amerika ombouwde tot een rijdend hostel. Samen met hun dochtertje Fenna, hun hond Lewis en wisselende gasten rijden ze door Europa.

Ouders van Nu – Valerie en tim bouwden een schoolbus om tot hostel

Stijn en Ellen reizen veel met hun kinderen

Stijn en Ellen uit Nijmegen reizen veel met hun jonge kinderen naar verre bestemmingen. Teun en Tessel zagen in hun eerste levensjaren al wat van Zuid-Afrika, Cuba, IJsland, Japan en Canada. Welke levenslessen willen Stijn en Ellen hun kinderen meegeven?

Voor de Gelderlander interviewde ik Stijn en Ellen in 2016 over de levenslessen die ze hun kinderen willen meegeven. Ellen: ‘De dunne rijstpapieren wandjes in Japan zijn best een risico als je reist met jonge kinderen, maar je kunt het ook zien als de ultieme kans om je kinderen bij te brengen dat de spullen van anderen kostbaar zijn en dat je ze niet kapot mag maken.’

De Familie in 216

  • Ellen Wissink (42) is arbeidshygiënist bij AAJ advies en hobbyfotograaf.
  • Stijn van Langen (45) werkt als manager bij Essent.
  • Teun (7) zit in groep 3 en Tessel (3) gaat na de zomervakantie naar school.

1. Verwonder je over de wereld

Ellen: “Voordat we kinderen kregen reisden we al veel. Een jaar door Australië, Nieuw Zeeland en Zuid-Oost Azië en een half jaar door Zuid-Amerika. We vinden het heerlijk om mensen te ontmoeten en ons te verwonderen over nieuwe plekken. Toen de kinderen kwamen was het vanzelfsprekend dat het reizen door zou gaan, al zijn de tripjes nu minder lang en worden ze beter voorbereid.”

Stijn: “Voordat Ellen zwanger werd heb ik haar één plechtige belofte moeten doen: nooit een Landall of Centerparcs huisje met de kids.”

Ellen: “Zo’n park geeft mij zo’n verstikkend gevoel, alsof ik op slot zit achter die slagboom. Alles ligt vast en alle spontaniteit en creativiteit ebt weg.”

Stijn: “We blijven het avontuur opzoeken. Toen Teun nog geen jaar oud was reiden we met een camper door Zuid-Amerika. Later door onder andere Zuid-Afrika en Cuba. Ook na Tessels komst in 2012 bleven we reizen, naar IJsland, Japan, Noorwegen en Canada bijvoorbeeld. In totaal zijn we zo’n zes tot zeven weken per jaar weg. Twee schoolvakanties en dan vaak nog een peer keer per jaar een weekendje.”

Ellen: “Onze verwondering werkt aanstekelijk. Toen Tessel 3 was reden we ergens in Noorwegen met de auto een hoek om toen ze ineens enthousiast riep: ‘Kijk, een uitzicht!’ Heerlijk, zo zijn wij ook.”

2. Alles is fascinerend als je je erin verdiept

Ellen: “Voor elke reis of vakantie kijken we samen met de kinderen waar een land ligt op de kaart, welke taal de mensen er spreken en wat ze er eten en drinken. We oefenen woordjes in die taal of koken een lokaal gerecht. Zo bereiden we hen voor op wat komen gaat en leren we ze dat het leuk is om je ergens in te verdiepen.”

Stijn: “Ik las onlangs een citaat van Bill Bryson waar ik mezelf in herken. Hij zei: ‘Alles is fascinerend, als je je er maar in verdiept.’ Dat geloof ik ook.”

Ellen: “Stijn en ik zijn allebei heel nieuwsgierig. Er ligt altijd een Ipad op tafel bij ons, als iemand een vraag heeft gaan we meteen op zoek naar het antwoord. Dat gebeurt bijna dagelijks. We hebben ook allebei veel hobby’s. Ik fotografeer en Stijn is de laatste tijd veel met koken bezig, in het bijzonder met het fermenteren van eten.”

Stijn: “Teun ziet dat en pikt dat op, hij wil helpen en meedenken. Toen hij een kookprogramma op televisie voorbij zag komen zei hij: ‘Laten we dat kijken, misschien vertellen ze iets over fermenteren.’”

Ellen: “We vinden het leuk om nieuwe dingen uit te proberen en dat zie ik terug bij de kinderen. Teun eet bijvoorbeeld bijna alles, van zalm tot inktvis en zeewier. Hij heeft zelfs een keer gefermenteerde haai geprobeerd. ‘Lekker stukje vis’, zei hij. Oesters vind hij ook heerlijk, op reis bestelde hij er een keer tien.”

Teun: “Ik vind ze lekker glibberig en zout.”

Stijn: “Op weg naar IJsland in 2014 complimenteerde Teun de stewardess met haar kookkunsten.”

3. Respecteer andermans waarden en normen

Ellen: “Onze kinderen krijgen veel vrijheid maar ze mogen zeker niet alles. Ik denk zelfs dat wij strenger zijn dan andere ouders. De grondregels zijn: niet schreeuwen, geen ruzie maken en als je iets wilt dan vraag je dat netjes.”

Teun: “Ik vind ze meestal niet heel streng.”

Ellen: “Tijdens het reizen worden normen en waarden als het ware uitvergroot. We logeren bijvoorbeeld vaak via AirBNB bij andere mensen thuis. Dat betekent dat je altijd omringd bent door de spullen van een ander. Dat kun je zien als een risico – vooral met de dunne rijstpapieren wandjes in Japan is dat af en toe best spannend. Maar het is ook de ultieme kans om je kinderen bij te brengen dat de spullen van anderen kostbaar zijn en dat je ze onder geen beding kapot mag maken.”

Stijn: “In Japan gelden sowieso andere normen en waarden dan thuis, het is daar bijvoorbeeld heel ongebruikelijk om te rennen of te schreeuwen. Dat weten de kinderen, want dat hebben we van te voren samen met hen opgezocht. Ook in een vliegtuig en restaurant gelden normen en waarden meer dan thuis. De kinderen mogen daar van ons niet rennen, schreeuwen of op de ipad spelen met het geluid hard aan. Omdat de regels duidelijk zijn, gaan lange vluchten vaak goed.”

Teun: “Ik vind vliegen altijd heel leuk. Je mag er slapen, krijgt lekker eten en kunt heel mooi naar beneden kijken.”

Ellen: “Natuurlijk zijn er minder fijne momenten. Als Teun moet overgeven in het vliegtuig of Tessel tijdens het opstijgen spontaan alles onderplast denk je wel even: waar ben ik aan begonnen. Maar dat zijn uitzonderingen.”

4. Ervaringen zijn belangrijker dan spullen

Ellen: “We kunnen niet op deze manier leven en ook in een mooi huis wonen met dure gadgets en twee auto’s voor de deur. Dat is ook helemaal niet wat we willen. Ervaringen opdoen vinden we veel belangrijker, ook als we in Nederland zijn. We gaan liever een dag met de kinderen op stap dan dat we nieuwe schoenen of kleren kopen.

Stijn: “Die hang naar materialisme hebben we allebei nooit gehad. Een nieuwe auto heeft voor ons geen meerwaarde. Een nieuwe ervaring wel.”

Ellen: “Daar wordt je een completer mens van. Ik verheug me er nu al weer op om nieuwe dingen te zien of me ergens over te verwonderen. Daar worden wij gelukkig van. Het zou een enorme verarming zijn om een dure Prius voor de deur te hebben staan maar minder te ondernemen.”

5. Iedereen is anders

Ellen: “Stijn en ik zijn heel verschillend, dat maakt ons een sterk team. Natuurlijk clasht dat wel eens in een slechte bui, want onbegrip ligt op de loer. We kunnen ons soms enorm irriteren aan hoe de ander iets doet. Dan staat de keuken ineens vol met bakjes gefermenteerd eten en is het een grote puinhoop.”

Stijn: “Of we zijn op pad en Ellen neemt uitgebreid de tijd om een foto te maken, terwijl de kinderen en ik door willen lopen.”

Ellen: “Achteraf kunnen we daar dan wel om lachen, ook omdat we het mooi vinden om te zien dat de ander zo met zijn passie bezig is.”

Stijn: “De kinderen zijn ook heel verschillend. Teun is nogal bedachtzaam en Tessel is juist heel direct. Dat mag. Ze mogen van ons zijn wie ze zijn, we willen ze niet vormen.”

Dit artikel verscheen in 2016 in De Gelderlander

Stijn en Ellen reizen met kinderen