Anne en Martijn leven op 16 vierkante meter. Mét een baby en een hond. Ze zouden niet anders willen, want hun omgebouwde Mercedesbus geeft ze de vrijheid om altijd en overal samen te zijn.

Anne staat in de keuken een curry te maken op het tweepits gasfornuis, met hond Foofur aan haar voeten. Achter haar ligt de 6 maanden oude Espen vrolijk te kirren in de box: een dik matras met een net eromheen dat tot het dak van de bus reikt. Het is ook zijn bed én aankleedkussen. Op de okergele bank daarnaast leest Martijn een boek. Dit is waar Anne blij van wordt: samen zijn, elke dag dicht op elkaars lip.

Dat kan ook niet anders als je woont op 16 vierkante meter. In de bus die Anne en Martijn ombouwden tot een huisje, reizen ze nu door het zuiden van Europa. Anne: “Waar we naartoe gaan en hoelang we op een plek blijven, weten we van tevoren niet. Dat ligt aan het weer en of we water en stroom nodig hebben. Maar ook aan ons werk: Martijn vindt als timmerman overal ter wereld betaalde klussen. Soms via ons social media netwerk, meestal via zijn professionele netwerk. In Frankrijk kent hij bijvoorbeeld heel veel vakgenoten. Als ik niet druk ben met Espen, help ik Martijn bij de timmerklussen. Ook maak ik video’s van onze lifestyle voor op social media. Daar verdien ik nu nog niets mee, wie weet in de toekomst wel.

Na een grote timmerklus kunnen we weer een paar maanden vooruit. Zo veel kosten hebben we namelijk niet, naast onze zorgverzekering zijn eten en Diesel het belangrijkst. Dat kost tussen de 0 en 1.000 euro per maand, het verschilt enorm. In Scandinavië stonden we bijvoorbeeld voor een klus 5 maanden op het erf van een gezin waar we elke dag mee mochten eten. Daarna reisden we veel en waren onze kosten dus hoger.”

Op het eerste gezicht

Het verhaal van Anne en Martijn begint eind 2015 in Eindhoven. “Ik stond in de regen op de trein te wachten toen ik voor het eerst in de ogen van Martijn keek. Er gebeurde iets: pats, boem! We zeiden niets tegen elkaar maar zijn in de trein naar Amsterdam wel tegenover elkaar gaan zitten. Anderhalf uur lang durfden we geen woord te wisselen. Pas toen ik uitstapte, stopte ik Martijn snel mijn kaartje toe. Diezelfde middag stuurde hij me een berichtje.

Op dat moment had ik een koophuis en werkte ik als magazijnmedewerkster bij een apotheek om mijn opleiding tot massagetherapeut te bekostigen. Is dit het nou? dacht ik vaak. Elke dag, elke week was hetzelfde. Ik wilde weg uit die sleur maar ik wist niet hoe. Dat veranderde toen ik Martijn leerde kennen.

We spraken af om wat te gaan drinken. De week daarna gingen we een hapje eten en een paar weken later vierden we samen oud en nieuw in de camper van Martijn. Die Mercedes 508 bus uit 1977 had hij gekocht om korte tripjes mee te maken. Toen we er in februari 2016 samen mee op wintersport naar Italië gingen, zeiden we gekscherend: ‘Zullen we gewoon in deze camper gaan wonen?’ Met Koningsdag stonden we allebei onze spullen te verkopen op de vrijmarkt.

Ik ben altijd een twijfelkont geweest, bij alles wat ik deed vroeg ik me af: moet ik dit wel doen? Nu voelde ik voor het eerst dat alles klopte. Die zomer bouwden we de camper van Martijn zo om dat we er in konden wonen. We verkochten onze huizen en vertrokken begin 2017 naar Scandinavië. De vrijheid van een reizend leven sprak ons aan. Maar we wilden vooral zo veel mogelijk bij elkaar zijn. Niet ieder naar ons eigen werk gaan maar elke dag samen van het leven genieten.”

Kindje op komst

“We hadden het wel eens over kinderen. ‘Als we voor een kindje gaan, dan wel in de camper’ zei Martijn. Het was eerder een voorwaarde dan een obstakel. Vooral Martijn kreeg het benauwd bij het idee van een koophuis en een vaste baan. Ik vond het vooral belangrijk om veel bij mijn gezin te kunnen zijn, alles samen mee te maken. Met deze levensstijl kan dat.

Martijn en ik leefden toen al ruim twee jaar op een paar vierkante meter samen en dat beviel ons heel goed. Bovendien waren we gewend om onze ruimte te delen met Foofur, een New Foundlander van 60 kilo. Het was voor ons allebei vanaf dag één vanzelfsprekend dat de hond van Martijn mee ging in de bus. Ja, hij is groot. En hij ligt wel eens in de weg. Dan stappen we over hem heen, want vaak is hij te koppig om ergens anders te gaan liggen. Maar het is vooral een knuffelkont die het liefst zo dicht mogelijk tegen ons aan ligt. Heerlijk!

We zaten in het voorjaar van 2018 in Letland toen we online een Mercedes-Benz bus zagen waar we allebei verliefd op werden. ‘Zullen we weer een bus gaan verbouwen?’ zei ik. Na anderhalf jaar reizen door Scandinavië en de Baltische staten hadden we wel weer zin in een nieuw avontuur. We haalden de bus naar Nederland zodat we een basis hadden voor de verbouwing. Op het terrein van familie van Martijn begonnen we eind 2018 te klussen aan ons nieuwe huisje. Niet veel later bleek dat ons nog een avontuur te wachten stond: ik was zwanger.”

Zware zwangerschap

“De eerste vijf maanden van de zwangerschap was ik kotsmisselijk. Ik kon nog geen slok water binnenhouden, als ik mijn ogen open deed had ik al een bakje nodig. ‘Wil je alsjeblieft in de snackbar gaan eten?’ vroeg ik een keer aan Martijn. Ik kon de geur van eten op een meter afstand van mijn bed niet verdagen. Zijn handen roken ook nog eens naar smeerolie en diesel. Toen voelde onze camper voor het eerst wel eens te klein.

‘Doen we hier wel goed aan?’ zei ik op een dag. ‘Moeten we niet toch voor een vaste basis kiezen?’ Het was rotweer, de verbouwing zat flink tegen en ik was te ziek om Martijn daarbij te helpen. Een huis kopen of huren doe je echter niet zomaar. Diep in ons hart wilden we dat natuurlijk ook niet. In onze ogen was er dus maar één optie: doorgaan. Toen Espen er eenmaal was, viel alle twijfel weg. We logeerden nog een paar weken in het huis van mijn moeder, maar ik kon niet wachten tot ons nieuwe huisje af was.”

De bus

“Dat moment kwam toen Espen twee maanden oud was. Bij het inrichten van de bus hadden we ons gevoel gevolgd en dat bleek gelukkig helemaal te kloppen. Wasbare luiers en vieze rompers zijn zo schoon in onze kleine reiswasmachine. De ene keer hangen die te drogen in Frankrijk, de andere keer in Portugal. Zelf springen we het liefst een meertje in om ons te wassen, maar als dat niet kan genieten we van de luxe van onze eigen mini-badkamer met douche en toilet. Voor Espen kunnen we daar een badje op onze hoogte in plaatsen.

Ons water komt uit een tank van 120 liter en er kan 40 liter in de boiler. Dat lijkt heel wat, maar met een baby zijn we daar zo doorheen. Gelukkig zijn er wereldwijd camperplaatsen waar we gratis of voor een euro onze watertank kunnen vullen. Het mooie is: dat water wordt verwarmd door onze motor als we rijden. Koken doen we op gas, onze kachel werkt op diesel en elektriciteit komt van de zonnepanelen op het dak.

Espen heeft op dit moment genoeg speelruimte in de bus, ik leg hem in de box of op een kleedje op de grond. Als hij straks meer gaat kruipen en lopen, is daar ook buiten alle ruimte voor. Vooral nu we het warme klimaat tegemoet rijden. Maar ook in de winter zijn wij veel buiten, we zijn niet anders gewend. Ook Espen weet straks niet beter.”

Op elkaars lip

“Samenleven op 16 vierkante meter betekent wel dat we altijd rekening met elkaar moeten houden. We gaan elke avond op dezelfde tijd slapen, want als we het bed naar beneden takelen verdwijnt de zithoek daaronder. Foofur heeft in de bus geen eigen plek, dus die ligt soms gewoon midden in het gangpad. Als Espen overdag slaapt moeten wij rustig zijn, want hij ligt in de ruimte waar wij leven.

Natuurlijk is dat wel eens intens, soms zelfs zwaar. Vooral de eerste maanden waren pittig, Espen zat toen niet lekker in zijn vel. Op een dag stroomden de tranen van wanhoop over mijn wangen. Ik dacht alleen maar: ik wil hier weg! Espen bleef maar huilen, Foofur liep net op dat moment gigantisch in de weg en Martijn zat net als ik met zijn handen in zijn haar. Dan voelt 16 vierkante meter opeens heel klein.

Op dat moment ben ik even naar buiten gelopen. Want de ruimte die we binnen niet hebben, hebben we buiten wel. En hoe fijn we het ook vinden om samen te zijn, het is ook belangrijk om af en toe even tijd voor onszelf te nemen. We merken dat we daar iets meer behoefte aan hebben nu Espen er is. Al is het maar een keer alleen boodschappen doen, een stukje hardlopen of met de hond wandelen.

Toen de rust die dag was wedergekeerd, heb ik mijn frustraties met Martijn gedeeld en hebben we gepraat over hoe we het anders zouden kunnen doen. Omdat we in zo’n kleine ruimte wonen, is het extra belangrijk dat we goed blijven communiceren. We moeten toch de hele dag met elkaar samenwerken en kunnen elkaar niet zomaar ontlopen. Achteraf bleek Espen in die tijd last te hebben van zijn nek, daar zat na de lange bevalling een spiertje vast. Toen een osteopaat in Nederland dat had losgemaakt, hadden we opeens een heel andere baby.”

Toekomst

“Het voelt heerlijk om na een jaar in Nederland weer onderweg te zijn. Dat deden we voor het eerst toen Espen 3 maanden oud was. ‘Heeft die camperplaats wel een watervoorziening? En hoe lang is het nog rijden?’ vroegen we ons af in de Duitse Eiffel. We wilden wel voor vijven ergens parkeren, zodat Espen rustig kon eten en slapen. Heel anders dan voorheen, toen we wel eens acht uur per dag reden of pas ’s avonds laat een plekje voor de nacht zochten. Nu bepaalt Espen het ritme van de dag. Dat maakt reizen een stuk trager en minder spontaan. Dat we daardoor langer op één plek blijven hangen, vinden we eigenlijk wel fijn. We aarden wat meer in plaats van altijd maar door te reizen.

Als we gaan rijden, staat Espen in zijn Maxi-Cosi gezellig tussen ons in. Die zit muurvast in het Isofix-achtige systeem dat we in het houten tafelblad hebben gebouwd, dat doorloopt tot aan het dashboard voorin de bus. Bij het geronk van de motor slaapt Espen vaak extra lekker. Al ronkt een zestig jaar oude Mercedes-Benz wel wat harder dan gemiddeld, dus krijgt Espen altijd een baby-koptelefoon op tijdens het rijden.

Hoe ons leven eruit ziet als Espen naar school gaat, zien we dan wel. Als we in Nederland willen wonen, moeten we terug zijn als hij 4 jaar is. Maar in Noorwegen geldt de leerplicht bijvoorbeeld pas vanaf 7 jaar. Thuisonderwijs is ook een optie. Ik heb geen idee hoe we er dan in staan. Met deze levensstijl hoop ik Espen in elk geval mee te geven dat alles mogelijk is. Als je iets wil, ga er dan voor. Trek je niet teveel aan van wat andere mensen daarvan vinden. Daar ben ik zelf ook beter in geworden. Er zullen vast mensen zijn die het gek vinden dat mijn baby achter een net slaapt. Maar als ik zie dat Espen blij is en dat het veilig is, dan is het goed. Als we maar samen zijn.”

Dit artikel verscheen in 2020 in Ouders van Nu

Anne en Martijn wonen met hun baby in een bus