Voor One World interviewde ik Tim Boffe en Valerie Cook die een oude schoolbus uit Amerika ombouwden tot een rijdend hostel. Samen met hun dochtertje Fenna, hun hond Lewis en wisselende gasten rijden ze door Europa. Terwijl ze genieten van al het moois dat de natuur te bieden heeft, zetten ze zich ook bewust in om dat natuurschoon te behouden. Klik op de foto om de tekst te lezen op de website van One World.

 

‘Dat zou ik ook wel willen’, zeggen mensen vaak tegen online coach Jeanet Wolf, die als digitale nomade de wereld over reist. Ze werkt op haar laptop vanuit een Thaise villa of met uitzicht op de Balinese rijstvelden. Kwestie van doen, volgens Jeanet. “Iedereen die dat écht graag wil, kan zijn leven op deze manier inrichten”, zegt ze.

Maar wat als je jonge kinderen hebt of als je de vijftig gepasseerd bent? Wat als je geen spaargeld hebt of helemaal geen digitaal beroep? Wat als je echt niet in een busje of goedkoop hostel wilt slapen? Yep, ook dan kan het. Deze digitale nomaden laten je zien dat er bijna geen excuses zijn.

Ja maar, ik heb jonge kinderen

Geen probleem. Kijk maar naar Nanouk en Joost Mulder, de trotse ouders van Roan (3) en Evi (1). Zij reizen sinds 2015 in een busje door Europa. “We zijn vertrokken toen Roan acht maanden oud was”, vertelt Nanouk vanuit het zonnige Portugal. Ooit leidde het stel een traditioneel leven. Nanouk: “Toen ik zwanger was van Roan zijn we getrouwd en hebben we een huis gekocht. Joost had een fulltime baan als IT’er, ik werkte parttime als redacteur. Ondertussen fantaseerden we al jaren over emigratie naar het buitenland. Naar een plek waar de zon het hele jaar door schijnt.”

Toen Roan zes maanden oud was, vloog het gezin naar Bonaire om te kijken of ze daar zouden willen wonen. “Bonaire paste niet bij ons, maar die reis bracht ons wel op een nieuw plan: Laten we een caravan kopen en rond gaan reizen, dan komen we vanzelf een plek tegen waar we wel willen wonen”, vertelt Nanouk.

Nanouk: “Nu ervaren we het weekendgevoel elke dag”

Zo gezegd, zo gedaan. Na hun terugkomst uit Bonaire verhuurden Nanouk en Joost hun huis, zegden ze hun baan op en kochten ze een caravan. Sindsdien reizen ze door Frankrijk, Spanje en Portugal, van camping naar camperplaats. Nanouk: “Ik ben freelance werk gaan doen als tekstschrijver, Joost als webdeveloper. Gelukkig hadden we ook nog wat spaargeld, want het duurde even voordat het freelancen lekker liep. Sinds 2017 kunnen we er goed van rondkomen.”

Nanouk en Joost Mulder reizen in een busje door Europa met hun kinderen
Nanouk en Joost Mulder reizen in een busje door Europa met hun kinderen

Sinds ze reizend leven zien de dagen van het gezin er heel anders uit. Nanouk: “Toen we in Nederland woonden bestond ons leven uit uitersten: doordeweeks werken en in de weekenden en vakanties leuke dingen doen met ons gezin. Nu is er veel meer balans, we ervaren dat vakantiegevoel elke dag. Ik werk zo’n drie uur per dag, zeven dagen in de week. De rest van de dag heb ik alle tijd voor mijn gezin. Het leven is simpel, onze dagen bestaan uit douchen, fruit eten, luiers verschonen, naar de supermarkt, koken, lunchen, afwassen, wandelen, dorpjes bezoeken en buitenspelen. Heel veel buitenspelen. Een heerlijke levensstijl voor de kinderen dus.”

En als de kinderen straks naar school moeten? Ook dan blijven Nanouk en Joost waarschijnlijk reizen. “We denken erover om Roan en Evi straks thuisonderwijs te geven, of beter gezegd wereldonderwijs. Maar we zijn nogal wispelturig dus misschien ziet de toekomst er heel anders uit dan we nu verwachten.”

Op hun blog Samen de Wereld Ontdekken schrijven Nanouk en Joost over hun avonturen als nomadengezin.

Ja maar, ik ben niet rijk

Je hoeft echt geen bakken met geld te sparen voordat je met je laptop de wereld in kunt trekken. Dat deed Valine Veerman ook niet. “Ik wilde altijd al heel graag reizen, maar ondertussen werkte ik gewoon op kantoor in een callcenter.  Pas toen ik in 2012 drie weken op vakantie was in Brazilië ging de knop om en dacht ik: dit is veel te leuk. Ik wil eigenlijk helemaal niet meer naar huis.”

Valine: “Ik had misschien net 1000 euro gespaard toen ik naar Brazilië vertrok.”

Toch keerde Valine terug naar haar kantoorbaan. Eerst nog een jaartje sparen, dacht ze. Helaas is dat niet haar sterkste kant. Valine: “Ik had misschien net 1000 euro bij elkaar toen ik in 2013 voor langere tijd naar Brazilië vertrok. Eenmaal op reis ben ik pas gaan Googelen wat ik kon gaan doen om onderweg geld te verdienen. Ik begon met vrijwilligerswerk via Workaway, in ruil voor eten en onderdak. In de avonduren ging ik vertaalwerk doen, simpele klusjes van Engels naar Nederland die ik vond op Upwork, een platform voor online freelance werk. Na een paar maanden was het vrijwilligerswerk al niet meer nodig. Ik verdiende rond de 800 euro per maand, genoeg om van te leven in Zuid Amerika, waar je tien euro betaalt voor een hostel en vijf euro voor een prima maaltijd.”

Valine kreeg een relatie met de Braziliaanse Crom, die ook nomadisch leefde. Sinds 2015 wonen ze samen: in een busje waarmee ze de wereld over reizen. “Ook voor dat busje hadden we niet gespaard, het was nogal een impulsaankoop”, vertelt Valine lachend. Spijt hebben ze niet van die impuls. Valine: “Ruim twee jaar later wonen we nog steeds in dat busje. We zijn allebei heel nieuwsgierig naar de wereld, willen altijd nieuwe plekken ontdekken. Ik kan urenlang op een landkaart kijken waar ik naartoe zou willen. Dan ben ik zo benieuwd hoe die plek er in het echt uitziet. Nu kunnen we daar gewoon naartoe rijden, ook al moeten we dan een paar landen doorkruisen. We hebben altijd alles bij ons wat we nodig hebben en we kunnen overal slapen.”

Valine Veerman Googelde onderweg pas wat ze kon doen om online geld te verdienen
Valine Veerman Googelde onderweg pas wat ze kon doen om online geld te verdienen

Vanuit het vertaalwerk is Valine doorgerold in een digitale baan als projectleider van een aantal websites. “Omdat wij geen huur of hypotheek hebben, hoeven we minder te werken om rond te komen. Ik werk nu zo’n twintig uur per week, wanneer ik die uren maak bepaal ik zelf. Dat is precies genoeg om niet gestrest te raken. Van de 1600 euro die ik per maand verdien kan ik zelfs een beetje sparen. We hebben de droom om ooit een stevigere bus te kopen met fourwheeldrive, zodat we ook naar continenten met heftigere landschappen kunnen rijden, zoals Zuid-Amerika en Azië. Maar tot die tijd genieten we van Europa, want daar is nog zoveel te zien!”

Op haar blog Livin4wheel schrijft Valine over haar levensstijl. Ook over hoe je kunt starten als online freelancer.

Ja maar, ik ben niet echt een kampeertype

Ben je meer het type villa-met-zwembad? Online coaches John Slabbekoorn en Jeanet Wolf snappen je helemaal. “Wij moeten er niet aan denken om in een hostel of camper te slapen”, vertelt John. Toch reizen Jeanet en hij al ruimt twee jaar als digitale nomaden de wereld over. Op hun manier.
Toen het stel in 2015 uit Nederland vertrok, hadden ze het plan om de wereld te zien. Op een wereldkaart stippelden ze een hele route uit van landen die ze zouden gaan ontdekken. Daar stapten ze al snel vanaf. “De eerste week al geloof ik”, lacht John. “Vliegtuig in, vliegtuig uit, een nieuwe verblijfplaats en werkplek zoeken, aanrommelen met slechte wifi, ontdekken welk restaurant lekker is en waar de supermarkt zit, dat kost allemaal zoveel energie! Al snel zeiden we tegen elkaar: laat maar. We gaan het anders doen.”

Jeanet: “Wij betalen met liefde wat meer voor een villa met een privé zwembad, goede wifi en veel ruimte”

Nu blijven John en Jeanet maandenlang op één plek voordat ze weer verder trekken. En niet zomaar een plek. Op dit moment zitten ze in een superluxe vila in Bali á 750 euro per maand en hiervoor huurden ze een resort in Thailand af voor 2000 euro per maand. Heus niet omdat ze stoer willen doen over hun privézwembad. Jeanet: “Wij zijn eigenlijk best saai, werken staat bij ons op nummer één. We vinden het spannend om onze financiële ambities hoog te houden, we willen ons bedrijf en onze kennis uitbreiden. Groeien en creëren, daar worden wij echt gelukkig van. Dat zouden we in Nederland kunnen doen, maar wij doen het liever op een ligstoel aan het zwembad of op een balkon met een fenomenaal uitzicht. In zo’n comfortabele omgeving werken we harder, zijn we scherper en kunnen we meer van waarde zijn voor onze klanten. Dus betalen we met liefde wat meer voor een villa met een privé zwembad, goede wifi en veel ruimte.”

De luxe levensstijl heeft ook wel te maken met Jeanets fibromiealgy, een chronisch pijnsyndroom. “Elke nacht in een slecht hostelbed slapen is voor mij niet te doen”, legt Jeanet uit. “Daarom vliegen wij ook altijd businessclass. Als ik twaalf uur lang economy zou vliegen, moet ik daarna een week herstellen. Als ik businessclass vlieg zit ik zo comfortabel dat ik bijna geen hersteltijd heb. Dan kan ik dus meteen aan het werk.”

John en Jeanet verblijven in luxe villa’s met privé zwembad

Toch hebben John en Jeanet niet op elk gebied behoefte aan luxe. John: “Om de omgeving te verkennen huren we vaak een simpel scootertje en over kleding en eten doen we ook niet moeilijk. We dragen zo’n beetje elke dag hetzelfde en we eten elke avond iets simpels bij hetzelfde tentje. Als we daarna maar terug kunnen naar onze comfortabele villa met privé zwembad.”

Op Kickassleven schrijven John en Jeanet over hun lifestyle en delen ze tips over een nomadenleven. 

Ja maar, ik ben de vijftig gepasseerd

Mooi, je bent nooit te oud voor een nieuw avontuur. Mariëtte van Beek was 53 toen ze huis en haard in Nederland opgaf. “Als reisjournaliste heb ik altijd veel gereisd, maar een zoon en een huis in Leiden bonden mij aan Nederland”, vertelt Mariëtte. De laatste jaren hoorde ze steeds vaker over digitale nomaden. “De vrijheid en het avontuur van die levensstijl sprak me wel aan. Als ik thuiskwam van een reis dacht ik steeds vaker: wat moet ik met dit huis en al die spullen? Je moet het allemaal onderhouden en dat brengt stress met zich mee. Eigenlijk voelde ik me op reis beter dan thuis.”

Mariëtte: “Ik zal nooit op mijn sterfbed denken: had ik maar een designkeuken gehad.”

Toen haar vader in 2015 overleed, ruimde Mariëtte zijn huis op. “Meer dan ooit realiseerde ik me dat je al die spullen die je je hele leven verzamelt niet me je mee kan nemen. Het meeste belandt bij het oud vuil. Waarom besteed je er dan zoveel tijd en geld aan? Ik zal nooit op mijn sterfbed denken: had ik maar een designkeuken gehad. Ik weet wel dat mijn vader veel spijt had van de dingen die hij niet had gedaan in zijn leven. Die fout wilde ik niet maken. Ik was 53 en ik dacht: als ik deze stap wil zetten, moet ik het nu doen. Toen mijn zoon in 2015 ging studeren, heb ik mijn huur opgezegd en ben ik permanent gaan reizen.”

Mariëtte was 53 toen ze huis en haard in Nederland achter zich liet

De afgelopen jaren reisde Mariëtte onder andere door Marokko, Spanje, Polen, Griekenland, Egypte, Finland, Albanië, Thailand en Nederland. “Na bijna twee jaar vind ik het nog steeds fantastisch dat het echt mogelijk is om zo te leven. Ongelofelijk waar ik allemaal geweest ben door werken en reizen te combineren. Mensen vragen me wel eens of het niet verschrikkelijk veel energie kost om telkens weer van plek te wisselen. Voor mij voelt het alsof ik elke keer weer opnieuw op vakantie ga, daar steek ik graag mijn energie in! Bovendien ben ik geen energie meer kwijt aan het poetsen van mijn huis of me zorgen maken over een dak dat gerepareerd moet worden. Ik ervaar reizen ook niet als onrust, ik ben juist rustiger als ik op reis ben. Ook omdat ik zo weinig spullen bij me heb. Alles wat ik bezit past nu in mijn koffer van twintig kilo. Dat vind ik nog te veel, ik wil naar tien kilo.”

Ja maar, ik heb helemaal geen behoefte om altijd te reizen

Dan is het heel simpel: lekker thuisblijven en genieten van je leven in Nederland. Want ook al kan iedereen digitale nomade worden, er is één belangrijke voorwaarde: je moet het wel héél graag willen. Een eigen onderneming opzetten is keihard werken, je bent ver weg van familie en vrienden, slaapt regelmatig in een ander bed en leeft met weinig spullen. Onderschat ook niet hoe vermoeiend het is om constant van locatie te wisselen.

Denk je dat een nomadische lifestyle wel  wat voor jou is? Mariëtte: “Probeer het gewoon eens uit. Je hoeft niet meteen je huis te verkopen en al je spullen weg te doen, je kunt ook voorzichtig beginnen met een paar maanden reizen. Je kunt altijd weer terug.”

Voor Trouw interviewde ik Jan Willem van der Straten alias Dominee Baardmans (meer…)

Janne Willems heeft misschien wel de leukste baan ter wereld. Met een doos vol stiften en een stapel blanco kaartjes stapt ze  op vreemden af en vraagt ze hen een mooi moment te tekenen van hun afgelopen week. In zeven jaar heeft ze ruim 10.000 momenten verzameld van over de hele wereld. Het heeft haar wereldbeeld veranderd.

‘Hallo, ik ben Janne en ik verzamel mooie momenten, want daar word ik blij van. Zou je voor mij een mooi moment van de afgelopen week willen tekenen?’ Het is zeven jaar geleden dat Janne Willems (34) die vraag voor het eerst aan iemand stelde. Ze begon er in 2010 mee in Nederlandse treinen. “Toen dacht ik nog dat het naïef van me was om te denken dat mensen goed zijn”, vertelt Janne aan de Utrechtse gracht. “Dat denk ik nu niet meer. Mensen zijn gewoon fucking awesome! Ze hebben me echt verbaasd.”

Janne verzamelt momenten in Sydney

Janne is een paar maanden in Nederland voordat ze teruggaat naar Amerika om een documentaire op te nemen over haar project Seize Your Moments. Een huis heeft ze niet, al vijf jaar niet meer. Ze leeft nomadisch. “Ik slaap bij vrienden, regel een slaapplek via Couchsurfing of pas op huizen van mensen die op reis zijn. Ik vind altijd wel wat. Dat is één van de belangrijkste lessen die ik de afgelopen jaren heb geleerd: Heb vertrouwen. Het komt altijd goed.”

Recht naar het hart

In haar studententijd maakte Janne zoveel tofs mee dat ze een leuke-dingen-boekje bijhield. Janne: “Het duurde een paar jaar voordat ik me realiseerde wat voor verschil dat boekje eigenlijk maakte. Mooie momenten, hoe klein ook, zijn er elke dag. Zelfs op de allerzwartste dagen. Toen mijn moeder ernstig ziek werd, schreef ik drie boekjes met mooie momenten vol in vijf weken. De dag dat ze gecremeerd werd, tekende ik de meeste mooie momenten ooit op. De dag was zo mooi en iedereen was zo lief. Dat betekent niet dat de nare dingen in het leven verdwijnen – dat hoeft ook niet – maar het maakt ze wel dragelijker.”

‘Toen ik de coupé binnenkwam, sloeg de sfeer helemaal om’

“Dat besef heeft mij zoveel gegeven dat ik het met anderen wilde delen. In 2010 begon ik mooie momenten te verzamelen op Seize Your Moments. In de trein op weg naar mijn stage vroeg ik mensen of ze een tekening wilden maken van een mooi moment. Ik merkte direct hoe krachtig die vraag was. Als ik de coupé binnenkwam sloeg de sfeer helemaal om. In het begin keek iedereen strak voor zich uit, maar hoe meer mensen ik vroeg om een tekening te maken, des te vrolijker de passagiers werden.”

“Veel belangrijker nog: mensen gingen met elkaar praten. Dat vond ik zo kicken! Ik wil mensen niet alleen opvrolijken, ik wil hen met elkaar verbinden. Een vraag naar een mooi moment doet dat, want die gaat recht naar het hart. Als de man naast je in de bus vertelt over zijn zoon die vanmorgen zijn eerste stapjes zette, realiseer je je dat ook hij gelukkig wordt van de kleine dingen in het leven. Net als jij.”

Janne verzamelt momenten in Hanoi
Knikken en lachen

Na twee jaar momenten verzamelen in Nederlandse treinen ging Janne in 2012 een nieuwe uitdaging aan. “Ik was benieuwd of dit project in andere landen hetzelfde effect zou hebben. Ik zegde mijn huur op en stopte met mijn baan bij Loesje (van de posters). Met mijn stiften en kaartjes reisde ik door Europa, Azië, Australië en Amerika.”

“Sommige dingen zijn in elk land zó anders. Het aanspreken van vreemden bijvoorbeeld. In Singapore zei een local tegen mij dat ik niet zo enthousiast moest doen, ‘dan denken de mensen dat je gek bent’. In Australië kreeg ik juist de tip om me enthousiaster op te stellen, ‘anders reageren mensen helemaal niet.’ In Bulgarije betekent knikken ‘nee’ en schudden ‘ja’ en in Amerika werd me aangeraden om meer te lachen. Ik lachte al – dacht ik – maar Amerikanen lachen veel uitbundiger dan wij.”

Kippensoep met tranen

“Ik zag vooral hoeveel we met elkaar gemeen hebben. Ik sprak een jongen uit Australië die blij was dat hij een goal had gescoord tijdens een potje waterpolo. Een moeder uit Oslo tekende dat ze een stevige knuffel kreeg van haar dochter na een fikse ruzie, een man uit Nepal herinnerde zich hoe hij een vlinder uit zijn cocon zag komen en een vrouw uit Japan tekende een moederkat met jongen die zich in haar tuin nestelde. Een vader uit Utrecht dacht terug aan het moment dat zijn zoontje voor het eerst op de wc plaste. De kracht van een mooi moment is universeel, daar worden we allemaal blij van.”

Een jongen in Auckland tekent zijn waterpolo goal

‘Toen ik naar zijn tekening keek, moest ik huilen’

“Het heeft me wel verbaasd hoe snel mensen zich openstellen voor mij – een vreemde. Daar kwam ik tijdens mijn eerste week al achter. Een jongen had een tekening voor me gemaakt in de trein. In Veenendaal moest hij heel snel de trein uit, nog voordat ik ‘dankjewel’ kon zeggen stond hij buiten.”

“Toen ik ging zitten en naar zijn tekening keek, moest ik huilen. Hij had een vrouw in een ziekenhuisbed getekend met een huilende man ernaast. De vrouw zei: ‘Ik ga niet met jou mee naar huis, dat is te zwaar voor jou, ik hou te veel van jou.’ Ik huilde niet alleen omdat het moment op de tekening me ontroerde, maar ook omdat de jongen zo iets kostbaars met me had gedeeld. Dat vond ik heel bijzonder.”

‘Met tranen in zijn ogen bedankte hij me en nodigde hij me uit voor een kom kippensoep’

“Uiteindelijk gaat het ook helemaal niet om de tekeningen. Het gaat er om dat je even naar iemand luistert. Naar Collin bijvoorbeeld, een goudzoeker die ik in Nieuw Zeeland ontmoette. Hij tekende hij dat hij bij het vuur zat en zijn eerste vaderdagkaart las. Zijn dochter was toen 34 en ze hadden elkaar 28 jaar niet gezien. Hij had haar altijd gezocht maar een paar jaar geleden had hij haar pas gevonden. Toen had zij hem zijn eerste vaderdagkaart gestuurd. Met tranen in zijn ogen bedankte hij mij voor het ophalen van die mooie herinnering en nodigde hij me uit voor een kom kippensoep.”

“Daar doe ik het voor, dat kleine verschil maken op iemands dag. Even iets losmaken of aanwakkeren bij iemand die dat totaal niet verwacht. Soms tekenen mensen niets, dan praat ik gewoon met ze. Er zijn ook mensen die zeggen dat ze niets leuks hebben meegemaakt die week. Dan laat ik ze wat dieper graven en ineens bedenken ze zoveel momenten dat ze niet uitgepraat raken. Het is heel gaaf om dat bij iemand los te maken.”

Een gestolen laptop en een hersenschudding

In 2015 bundelde Janne haar verzamelde momenten en ervaringen in het boek Pluk je Momenten. Ze werkt nu aan de Engelstalige versie daarvan. Ondertussen blijft ze momenten verzamelen en geeft ze wereldwijd lezingen over haar project en haar levensstijl.

‘Ik vertrok met een budget voor vier maanden. Het werden er zestien’

“Mijn lezingen gaan vaak over vertrouwen, de belangrijkste les die ik zelf heb geleerd de afgelopen jaren. Dat begon voor mij al voordat ik vertrok. Ik had geen geld en geen idee hoe ik mijn reis aan moest pakken, dus werd ik gedwongen om anderen om hulp te vragen. Al voordat ik weg was hadden 300 mensen me geholpen! Ze regelden een backpack of een oude laptop voor me of steunden me financieel via Crowdfunding omdat ze mijn project mooi vonden. Eenmaal op reis mocht ik gratis bij mensen overnachten of kookten ze heerlijke maaltijden voor me. Ik vertrok met een budget voor vier maanden, dat werden er uiteindelijk zestien.”

Janne verzamelt momenten in Belgrado

“Eén van mijn favoriete dagen van de afgelopen jaren is de dag dat mijn laptop gestolen werd in Vietnam. Ik postte die ochtend een bericht op Facebook: ‘Mijn laptop is gestolen en ik heb mijn trein gemist, maar ik zag wel vleermuizen over een mistige rivier vliegen. Interessante start van de dag.’ De rest van de dag had ik geen wifi. Toen ik ’s avonds in het hostel online ging, zag ik dat mijn tijdlijn ontploft was. Mensen wensten me niet alleen sterkte, ze hadden ook al een tweedehands laptop voor me geregeld.”

“Een andere favoriet is de dag dat ik in Singapore mijn vlucht mistte. Toen een vrouw die ik daar ontmoet had zag dat ik nog in het land was, wilde ze met me afspreken. Ze vertelde me dat ze elk jaar een dromer steunt en gaf me een envelop met 500 Australische dollar. Ongelofelijk!

‘Met Kerst kreeg ik een heel bijzonder cadeau van een gezin’

“Nog zo’n favoriet: in Amerika viel ik hard op mijn hoofd tijdens een potje American Football. Ik liep een hersenschudding op en mocht zes weken op de bank liggen bij het gezin waar ik verbleef. Pas toen merkte ik hoe fijn het was om na al dat reizen even wat langer op één plek te blijven. Met Kerst kreeg ik een heel bijzonder cadeau van dat gezin: ik mocht een jaar lang bij hen in huis komen wonen. Dat ga ik dit jaar doen, echt te gek!”

“Elke keer als ik denk dat alles mis gaat, komt het toch weer goed. Ik geloof niet dat alles een reden heeft, maar wel dat je uit elke situatie iets positiefs kan halen. Dat heeft niets met toeval of het lot te maken, dat ligt aan jezelf en hoe jij met een situatie omgaat. Als er iets naars gebeurt is dat klote en dat mag je best even voelen, maar daarna kun je denken: oké, wat kan ik hiermee?”

Nieuwe uitdaging

“Ik denk niet dat ik nog zonder Seize Your Moments zou kunnen. Ik hoef niet iedere dag met mijn stiften de straat op hoor, vooral als ik een tijdje in Nederland ben doe ik dat soms een paar maanden niet. Maar de drang komt altijd terug want dit geeft me zo veel energie! Als ik mensen gelukkig zie worden, word ik daar zelf ook gelukkig van. Een bloglezer vertelde me zelfs dat de mooie momenten van anderen haar door een jarenlange depressie hebben geholpen. Zij kon haar eigen lichtpuntjes weer zien door naar die van anderen te kijken. Dat is toch waanzinnig?”

Janne verzamelt momenten in Melbourne

‘Die avond moest ik huilen om de implicaties van haar vragen’

“Soms merk ik ook dat het gewoon hard nodig is. In het Amerikaanse Englewood, één van de meest criminele wijken van Chicago, sprak ik met twee meisjes van een jaar of 12. Eén van hen zei tegen mij: ‘Janne, waarom kom je hier? Waarom ben je zo aardig tegen ons? Je weet toch dat dit een slechte wijk is?’ Die avond moest ik huilen om de implicaties van haar vragen. Als je op je twaalfde al denkt dat je het niet waard bent om gehoord te worden…  fuck. Ik dacht ook: Ik kan niet naar alle 7 miljard mensen luisterenn. Dat is echt klote!”

“Daarom sta ik na zeven jaar voor een nieuwe uitdaging: ik wil dat mensen met mij mee gaan doen, zodat we meer mensen kunnen opvrolijken, bewust maken en met elkaar verbinden. Dat kan op allerlei manieren, in allerlei vormen. Onlangs sprak ik een vrouw die naar een feestje ging waar iedereen wat mee moest nemen. Er was al heel veel eten, dus zij nam een activiteit mee: ze gingen met elkaar mooie momenten tekenen. Opeens kwamen er mooie verhalen naar boven en hadden de vriendinnen meer connectie met elkaar dan ooit. Te gek toch! Die verbinding tussen mensen, die wil ik teweeg brengen.”

Wat nou villa in Het Gooi? Vrijheid is het nieuwe rijkdom! Dat hebben deze vrouwen helemaal begrepen. Tanja woont op een boot, Sita in een blokhut, Margreet in een micro appartementje, Shirly in een tiny house en Daphny in een caravan. Zij geven hun geld liever uit aan reizen, hobby’s, etentjes en festivals in plaats van aan vierkante meters en bezit. Door klein te wonen kunnen ze optimaal van het leven genieten.

Margreet van Schaijck (28) woont in een appartementje van 33 vierkante meter.

“Amsterdam is mijn stad en groot wonen is hier duur. Ik besteed mijn geld liever aan andere dingen. De afgelopen jaren reisde ik onder meer door Mongolië, Zuid-Afrika, IJsland, New York en de Marokkaanse Sahara. Ik geniet elke dag van alles wat Amsterdam te bieden heeft, van een spontaan ontbijtje buiten de deur tot een avondje film of theater. Omdat mijn woonlasten laag zijn, heb ik de vrijheid om dat te doen. Ik ben niet de enige, in het Amsterdamse appartementencomplex waarin ik woon zitten ruim 200 mini appartementjes.”

Margreet: ‘Voor 14 gasten koken is best een uitdaging in een keuken van 1 vierkante meter met twee gaspitjes.’

“Ik ben opgegroeid in een groot huis in een klein dorp, maar daar heb ik me altijd een beetje opgesloten gevoeld. Toen ik in mijn studententijd naar Amsterdam verhuisde, wist ik al snel: hier wil ik nooit meer weg. In de stad voel ik me vrij, hoe klein ik ook woon. Op mijn 33 vierkante meter heb ik alles wat ik nodig heb. Ik vind het heerlijk om veel mensen uit te nodigen, op mijn verjaardag had ik bijvoorbeeld 14 eters op bezoek. Iedereen zit dan wel een beetje schouder aan schouder maar ach, dat heeft ook wel wat. Mijn vriend staat voor een grotere uitdaging, die kookt op zo’n avond voor al onze gasten. Best een uitdaging in een keuken van één vierkante meter met twee gaspitjes. Als we met z’n tweeën in de keuken staan, is het dan ook geheid ruzie. Toch houden we het heel goed uit in deze kleine ruimte, in de vijf jaar dat we samen zijn is hij vaak hier.”
“Ik heb al geaccepteerd dat ik waarschijnlijk mijn hele leven klein zal wonen. Het enige dat ik wel eens mis is een tuin, hoe heerlijk mijn balkonnetje op het zuiden ook is. Ter compensatie heb ik samen met mijn broer een bootje gekocht. Dat is onze achtertuin. Zo gauw het zonnetje schijnt, zijn wij op dat bootje te vinden en varen we zo de natuur in.”

Sita van Hoorn (25) woont in een blokhut van 9 vierkante meter.
Sita woont in een blokhut
Sita woont in een blokhut

“Mijn vriend Jaap en ik reizen veel. Toen we in 2016 terugkwamen na zeven maanden in Frankrijk, had ik geen zin om voor veel geld een appartement te gaan huren. Ik geef mijn geld liever uit aan ervaringen dan aan vierkante meters. Maandenlang uit backpacks leven had dat nog eens voor mij bevestigd.”

Sita: ‘Wij betalen per jaar wat een ander per maand aan huur uitgeeft.’

“Via vrienden hoorden we dat er een blokhut vrij kwam op het Hof van Wezel, een recreatief landgoed bij Nijmegen. Hier betalen we per jaar wat een ander per maand aan huur uitgeeft. Wat een rust geeft dat! Ik werk als taxidermist voor het Natuurmuseum in Nijmegen, ik doe zowel betaalde opdrachten als vrijwilligerswerk. Geen probleem, dankzij mijn lage woonlasten.”
“Het fijne aan onze levensstijl is dat we het reisgevoel een beetje vast blijven houden in Nederland. Vroeger kwam ik thuis, plofte ik op de bank en ging ik internetten, tv kijken en gamen. Nu leef ik buiten, leer ik mezelf gitaar spelen bij kaarslicht of haal ik mijn breinaalden uit de kast. In het hutje hebben we geen elektriciteit, stromend water of wifi. We wassen ons in de stromende beek achter het huisje of we douchen bij vrienden, familie of hier op de camping. Drinkwater halen we één keer in de drie dagen op de camping met een jerrycan.”

Sita: ‘Bij daglicht waren de borden minder schoon dan ik dacht.’

“Leven zonder wifi en stromend water bevalt me prima. Alleen elektriciteit mis ik wel eens. Vooral in de winter als het vroeg donker is, dan leef ik constant met een hoofdlamp op. Afwassen bij kaarslicht bleek namelijk geen succes, bij daglicht waren de borden minder schoon dan ik dacht. Als we in de toekomst zonnepanelen hebben, kunnen we gewoon de lamp aan doen. Het is ook koud in de winter, want het houtkacheltje maak ik ’s ochtends niet aan voordat ik naar mijn werk ga. Daarom hebben we afgelopen winter doorgebracht in Frankrijk, Spanje en Portugal. Deze winter blijven we misschien iets langer in Nederland, maar ik wil ook wel weer een paar maanden op reis. Dankzij mijn lage woonlasten kan dat allemaal prima.”

Tanja Caron (28) woont op een bootje van 10,5 meter lang.
Tanja woont aan boord van een scheepje

“Het klinkt misschien alsof we comfort inleveren door op een scheepje te gaan wonen, maar in mijn ogen krijgen we er juist heel veel comfort voor terug. We genieten volop van het buitenleven in de haven en we kunnen gaan varen wanneer we willen. We hoeven geen koffers te pakken of slaapplek te boeken want we hebben ons hele huisje altijd bij ons. Die vrijheid, daar weegt niets tegenop.
Mijn vriend Erik en ik zijn allebei met zeilen opgegroeid en willen graag een grote wereldreis gaan maken over het water. Met die droom op het oog hebben we vorig jaar Sjaan gekocht, een stalen tweemaster van 10,5 meter lang. Een appartement én een boot vonden we teveel van het goede, dus zegden we onze huur op. Sindsdien is Sjaan ons huisje.”

Tanja: ‘Onze koelkast heeft de afmetingen van een koelbox, groots inslaan is er dus niet meer bij.’

“De woonlasten van ons bootje zijn ongeveer net zo hoog als die van een klein appartementje. Zo houden we geld over om te sparen voor onze reis. Maar we ontdekten ook dat we het gewoon heerlijk vinden om zo klein te wonen. Ik heb nog nooit gedacht: woonden we nog maar in ons appartement. Voor de verhuizing hebben we een onthousewarmingsfeest gegeven, waarbij we alle spullen weggaven die niet mee konden naar de boot. Nu hebben we alleen nog maar spullen in huis die we écht gebruiken en dat vind ik zo gaaf! Wat een rust.”

“‘Het is groter dan het lijkt’, zeggen mensen altijd als eerste als ze bij ons op bezoek komen. Wij vinden onze 20 vierkante meter leefruimte ook genoeg. Er zijn wel dingen waar we rekening mee moeten houden. We moeten onze watertank regelmatig bijvullen en onze koelkast heeft de afmetingen van een koelbox, dus groots inslaan is er niet meer bij. Ik vind het eigenlijk wel fijn om zo bewust te leven en niet alles voor vanzelfsprekend te nemen. Misschien gaan we na onze reis op een ander type boot wonen, misschien kiezen we voor een tiny house. Veel groter zal het een ieder geval nooit worden, want we weten nu dat we niet meer vierkante meters nodig hebben dan dit.”

Shirly van der Hoeven (23) woont in een tiny house op wielen van 18 vierkante meter.

Shirly woont in een tiny house. Foto: Irene Hilhorst
Shirly woont in een tiny house

“Door klein te wonen kan ik doen waar ik zin in heb. Mijn vriend Roy en ik surfen en snowboarden graag, afgelopen winter hebben we drie maanden doorgebracht in de Oostenrijke sneeuw. Ik breng zoveel mogelijk tijd door met mijn paarden, mijn grootste passie. Die tijd zou ik niet hebben als ik een fulltime baan had. Nu werk ik voor mezelf, ik wil hondenvakanties gaan aanbieden en een eigen bedrijf opzetten als voedingsadviseur. Roy heeft zijn eigen fotografie- en designbedrijf. Omdat we geen hoge huur of hypotheek hebben, kunnen we het ons veroorloven om die dromen na te jagen.”

Shirly: ‘Pas zaten we hier nog met z’n tienen binnen, dat ging prima.’

“Ik groeide op in een groot tuindershuis, maar als klein meisje droomde ik er al van om in een klein huisje te wonen. Dat idee vervaagde met de jaren, tot Roy en ik in de zomer van 2015 wilden gaan samenwonen. Toen we geen huis konden vinden met ons onstabiele inkomen, borrelde mijn jeugddroom weer op. Ik zag foto’s van tiny houses en ik was meteen verkocht. In september 2015 zijn we ons eigen tiny house gaan bouwen, een jaar later woonden we er in.”

“In de 18 vierkante meter van ons huisje zit alles wat we nodig hebben. Bovenin zit een slaaploft van 6 vierkante meter, de trap daar naartoe is tegelijkertijd onze kledingkast. Er zit opslagruimte onder de bank en ons aanrechtblad loopt door tot een multifunctioneel barretje. Daar koken we aan, maar we zitten er ook aan te eten of te werken. We hebben graag vrienden over de vloer, pas zaten we hier nog met z’n tienen binnen en dat ging prima. We staan nu met ons huisje op Strandpark Vlugtenburg in ’s-Gravenzande, direct aan zee. Ik geniet van het leven dicht bij de natuur. Toen we eenmaal met het huisje bezig waren, is het milieu aspect ook mee gaan wegen. We willen onze ecologische voetafdruk zo klein mogelijk houden. Ook fijn: als we een keer ergens anders willen wonen, kunnen we ons huisje gewoon meenemen.”

Daphny van den Ing (30) woont in een caravan van 7 vierkante meter.
Daphny woont in een caravan

“Het leven is te kort om je zorgen te maken over geld. Als kunstenares is mijn inkomen flexibel – ik teken en schilder schepen en landrovers in opdracht. Een hoge huur of hypotheek zou betekenen dat ik een vaste baan moet zoeken. Daarom kocht ik na de break met mijn ex een caravan. Nu kan ik het werk blijven doen waar ik gelukkig van word en houd ik ook nog eens geld over om te reizen, uit eten te gaan of naar het theater te gaan.”

Daphny: ‘Pas als mensen bij mij binnenstappen, zeggen ze: “Wauw, nu snap ik het.”’

“Het heerlijke van mijn caravan is dat ik kan gaan en staan waar ik wil, mijn tekeningen kan ik immers overal maken. Een paar weken geleden stond ik met mijn huisje op een natuurcamping in Zeewolde, nu sta ik even op het erf van mijn ouders. De komende jaren wil ik meer reizen, naar Schotland, Ierland en Engeland of de kust van Frankrijk.”

“Hoe heerlijk dat ook klinkt, veel mensen kijken vreemd op van mijn woonkeuze: in een caravan kun je toch niet wonen? Ik snap het wel, want toegegeven: een traditionele caravan is niet geschikt om fulltime in te wonen. Daarom heb ik die van mij helemaal gestript en opnieuw opgebouwd. Pas als mensen bij mij binnen stappen, zeggen ze: ‘Wauw, nu snap ik het.’ Ik heb een bureau en een slaapbank die ik kan uitschuiven tot tweepersoonsbed. Daaronder is ruimte voor opslag. Ik ben dol op de antieke buffetkast in mijn keukentje, die ik deels als aanrechtblad gebruik. Er is zelfs ruimte voor een kattenkrabpaal. Eigenlijk zou ik willen dat mijn caravan twee meter langer was, dan zou ik mijn keuken en badkamer uitbreiden. Een eigen douche lijkt me wel fijn, nu douche ik bij mijn ouders of op de camping waar ik sta. Ik wil ook graag zonnepanelen en een watertank, zodat ik helemaal off the grid kan leven. Het kan zijn dat ik in de toekomst een grotere caravan ga kopen, maar het kan ook een tiny house of een scheepje worden. Een huis met een hypotheek wordt het in elke geval niet, daarvoor vind ik mijn vrijheid veel te belangrijk!”

Dit artikel verscheen in 2017 in Cosmopolitan.

Cosmo – klein wonen

Voor Ouders van Nu ging ik op bezoek bij Rebecca en Jesper, die met hun zoontje aan boord van een schip wonen.

OvN09 Persoonlijk verhaal wonen op een schip

Hoe ziet de Overbetuwe er in 2040 uit? Dat vroeg ik voor De Gelderlander aan een groepje kinderen uit Elst en een groepje kinderen uit Bemmel. ‘Elst moet geen vervuilde stad worden, zoals in China waar altijd een smogwolk hangt’, zegt Devlin. Nee, als hier fabrieken komen moeten ze op zonne-energie werken, want Devlin wil niet dat Elst als bijnaam ‘de stinkstad’ krijgt.

Gelderlander-kinderen-over-de-toekomst

Mila en Puck lopen nooit met een volle boekentas van het ene naar het andere lokaal. Ze volgen geen verplichte lessen, krijgen geen huiswerk op, hoeven geen toetsen te maken en kunnen niet zakken of blijven zitten. Ze bepalen zelf wat ze leren, welke regels er op school gelden en welke docenten er worden aangenomen. Ze zitten op een democratische school. Hoe werkt dat?

In een grote ruimte die ooit dienst deed als winkelpand, hangt een groepje leerlingen met een mok thee op de bank. Ze kijken toe hoe twee jongens in het midden van de ruimte een potje pool spelen. Naast hen zitten wat leerlingen aan tafel over een wiskundeboek gebogen. Twee jongens nemen hun koffie mee naar buiten. Op weg naar de achtertuin passeren ze iemand die gitaar zit te spelen in een kleine ruimte bij de achterdeur. In de woonkamer daarnaast zit een meisje in de vensterbank naar buiten te kijken, op haar benen rust een volgeschreven schriftje. In de aangrenzende serre zitten drie meiden aan tafel zitten met een docent Duits. Het is een gewone dag op VO De Vallei, een middelbare school voor democratisch onderwijs.

Puck: “Hier stel ik zelf mijn eigen leerprogramma samen.”

Puck de Groot (16) staat op van de bank om een kop koffie te pakken in het keukentje. Hij wil wel meewerken aan een interview, hij heeft geen andere plannen. Tot een jaar geleden volgde Puck regulier onderwijs op het Beekdal Lyceum in Arnhem. “Ik zat in het derde jaar van de Havo. Ik was al een keer blijven zitten en dat zou weer gaan gebeuren, ik zakte op de talen vanwege mijn dyslexie. Voor wiskunde, scheikunde en natuurkunde haalde ik wel hoge cijfers. Daar hoefde ik niet voor te leren, ik verveelde me zelfs in de les. Dat zou alleen maar erger worden als ik naar het Vmbo zou gaan. Daarom koos ik voor De Vallei.”

Op deze school wordt Puck wel uitgedaagd in de exacte vakken. “Hier stel ik zelf mijn eigen leerprogramma samen. Ik kies welke vakken ik wil volgen en op welk niveau, in welk tempo en in welke vorm ik dat doe. En als ik even geen zin heb om te leren, ga ik een potje poolen met mijn vrienden.”

Nooit meer feitjes stampen

De democratische middelbare school VO De Vallei opende haar deuren op 5 oktober 2015 en telt inmiddels 29 leerlingen van 12 tot 18 jaar uit de regio Arnhem en Nijmegen. De leerlingen worden begeleid door een vast team van zeven coaches, aangevuld met tientallen vakdocenten. Sinds dit schooljaar zit de school in een voormalig winkelpand met woonhuis in het centrum van Driel. In dat dorp staat ook basisschool De Vallei, die al 12 jaar bestaat en 200 leerlingen telt.

Mila: “Mijn klasgenoten zeiden: ‘Dan kom je toch nergens in het leven?’”

Mila Goossens (16) zit sinds dag één op VO De Vallei. “Daarvoor zat ik op een grote middelbare school met ruim 1400 leerlingen. Er waren zoveel vakken waar ik huiswerk en toetsen voor moest maken dat het me verlamde. Ik haalde de toetsen vooral op logisch nadenken en feitjes stampen. Dat brak me op. Mijn broertjes volgden al democratisch onderwijs op Basisschool De Vallei. Toen ik hoorde dat er ook een middelbare school werd opgericht, wilde ik dat ook graag proberen.”

Op De Vallei hoeft Mila niet meer te ‘stampen’ voor een toets maar kiest ze zelf wat ze wil leren. Daar keken haar voormalige klasgenootjes gek van op. “Het eerste wat ze zeiden was: ‘Jij mag de hele dag niks doen, dat is zo cool!’ Maar ze zeiden ook:  ‘Dan leer je toch niets?’, ‘Dan haal je toch geen diploma?’ en ‘Dan kom je toch nergens in het leven?’”

Angst versus vertrouwen

Annebelle de Nooy, een van de oprichters van de school, hoort zulke uitspraken wel vaker. “Veel mensen denken vanuit angst in plaats van vertrouwen. Wij geloven juist dat kinderen van nature willen leren, maar dat ze worden afgeremd omdat hen zoveel wordt opgelegd. Doordat wij ze vrijlaten kunnen ze zelf onderzoeken wat ze interessant vinden. Dat noemen we natuurlijk leren.”

Dat wil niet zeggen dat er helemaal geen regels zijn op deze middelbare school. Het is een erkende school, officieel goedgekeurd door de onderwijsinspectie. “Dat betekent dat wij ons aan de regels binnen het inspectiekader moeten houden. We moeten bijvoorbeeld aantonen dat we een curriculum aanbieden dat voldoet aan de kerndoelen die de overheid heeft vastgesteld”, vertelt Annebelle.

Eindexamen doen

Puck: “Van een niveau zoals Vmbo of Havo is binnen deze muren geen sprake.”

Op VO De Vallei zijn de leerlingen niet onderverdeeld in klassen maar hebben ze ieder hun eigen coach. Daarmee bespreken ze wat ze willen leren en welke begeleiding ze daarbij nodig hebben. Annebelle: “We gaan ervan uit dat er meer informatie is dan je in een paar jaar op school kunt leren dus we vinden het onzinnig om elke leerling dezelfde stof aan te bieden. We denken dat het beter is om leerlingen te leren hoe ze in een steeds sneller veranderende samenleving zelf hun weg kunnen vinden.”

Puck volgt op dit moment de vakken wiskunde, natuurkunde, scheikunde, geschiedenis, economie en psychologie. Hij is ook veel met muziek en techniek bezig. Puck: “Van een niveau zoals Vmbo of Havo is binnen deze muren geen sprake, maar ik kan er wel voor kiezen om op die niveaus eindexamen te doen. Ik wil bijvoorbeeld examen doen in wiskunde, scheikunde en natuurkunde op Vwo niveau, want daar wil ik later iets mee gaan doen. Ik kan ervoor kiezen om een volledig Vwo diploma te halen, maar het is ook een optie om bijvoorbeeld Nederlands en Engels op Havo of Vmbo niveau te halen. Dan moet ik wel eerst uitzoeken of mijn vervolgopleiding dat geen probleem vindt.”

Waar Puck een keur aan vakken volgt, heeft Mila er juist voor gekozen om zich dit schooljaar op één vak te focussen, biologie. “Ik ben er hier op school achter gekomen dat ik psychologie interessant vindt. Als ik dat wil studeren, moet ik eindexamen doen in onder andere biologie. Dit schooljaar wil ik de stof van leerjaar 4, 5 en 6 op Vwo niveau behandelen, binnenkort wil ik ook Engels en Nederlands oppakken. Daarnaast vind ik het ook fijn om gewoon een beetje rond te hangen en te kletsen. Ik zou ook wel piano willen spelen, maar we hebben nog geen piano hier op school.”

Elke docent werkt anders

Vanmorgen kreeg Mila van 10:15 tot 12:00 uur les van de biologiedocent. “Die komt één keer in de week naar school, de rest van de week werk ik zelfstandig aan de stof. Daar maken we geen afspraken over, ik doe waar ik zin in heb. De ene week maak ik vijf hoofdstukken, de andere week komt het er niet van”, vertelt ze. Van huiswerk en strafwerk is dus geen sprake. Annebelle: “Mila kan haar coach wel vragen om haar wat meer te pushen als ze dat zelf wil. Maar we pakken haar nooit haar verantwoordelijkheid af.

Na de les zet de docent in het leerlingvolgsysteem welke stof er is behandeld. Zo is het voor de leerling, de coach en de ouders overzichtelijk waar de leerling staat, zonder dat er een toets gemaakt hoeft te worden. Mila: “Als ik zelf graag een toets wil maken, mag dat overigens wel.”

Puck: “De techniekdocent komt gewoon binnen en gaat ergens mee aan de slag.”

Niet elke docent werkt zoals de biologiedocent. Puck: “De wiskundedocent komt elke donderdag en geeft privélessen van twintig minuten. Wij kunnen ons voor die lessen intekenen op een rooster op het prikbord. De techniekdocent komt gewoon binnen en gaat ergens mee aan de slag, met 3D printen bijvoorbeeld. Als je dat interessant vindt, kun je erbij gaan zitten.”

De leerlingen kunnen ook een vak volgen dat niet door een docent wordt aangeboden. Annebelle: “Stel dat een leerling Japans wil leren, dan bespreekt hij samen met zijn coach hoe hij dat aan wil pakken. We kunnen een vakdocent Japans aanstellen maar de leerling kan er ook voor kiezen om een online cursus te volgen, Skype contact te zoeken met iemand uit Japan of een Japans restaurant binnen te lopen om te vragen of iemand hem wil helpen. Er is zoveel mogelijk. Je kunt ook leren door stage te lopen, vrijwilligerswerk te doen of zelf een project op te zetten.”

Niks doen bestaat niet

Als Mila gewoon een beetje wil rondhangen en kletsen, zal niemand haar op De Vallei verwijten dat ze ‘niks’ doet. “Het leren van elkaar vinden wij net zo belangrijk als het leren uit een boek. Wij geloven dat leerlingen vanuit hun nieuwsgierigheid altijd in ontwikkeling zijn” legt Annebelle uit. “Wel maken we een verschil tussen formeel leren en informeel leren. We kennen hier op school drie verschillende niveaus van leren: spelen, ontdekken en meesterschap.”

Annebelle: “Als Mila ziet dat de scheikundedocent met een interessant proefje bezig is, kan ze daar gewoon bij gaan zitten.”

“Een meesterschap is een vak waar een leerling bewust mee aan de slag gaat in overleg met zijn coach. Hiervoor maakt hij een plan, stelt hij een doel en haalt hij aantoonbare resultaten. Het doel kan bijvoorbeeld zijn om staatsexamen in een vak te doen, zoals Mila haar examen biologie wil halen.”

“Naast hun geplande meesterschap kunnen leerlingen altijd bij activiteiten of lessen aansluiten, of zelf een activiteit organiseren. Als Mila ziet dat de scheikundedocent met een interessant proefje bezig is dan kan ze daar gewoon bij gaan zitten. Daar zit geen doel aan vast maar ze doet wel kennis en ervaring op en het kan haar interesse in dat vak prikkelen.”

“Spelend leren doen we eigenlijk de hele dag door, van bankhangen en koffiedrinken tot gitaar spelen, muziek luisteren of een potje poolen. Dat is goed voor je emotionele en sociale vaardigheden en het kan je aan het denken zetten. Bovendien ben je na zo’n ontspannen activiteit weer gefocust om te leren. Door het spelend en ontdekkend leren komen de leerlingen er achter wie ze zijn en wat ze willen en kunnen. Dat vinden we hier het belangrijkst.”

Iedereen consent

Puck en Mila beslissen niet alleen over hun eigen leerproces, ze hebben overal een stem in op deze school. Puck: “We beslissen mee over de inrichting van de ruimtes, de regels en afspraken met elkaar, de leerkrachten die aangenomen worden en meer. Die beslissingen worden genomen in kringen. Ik zit bijvoorbeeld in de docentenkring, die besluit welke leerkrachten er aangenomen worden. In een kring zitten zowel leerlingen als teamleden en die zijn gelijkwaardig aan elkaar. Annebelle heeft er net zoveel te zeggen als ik.”

Puck: “We stemmen niet met voor en tegen maar met de consent methode.”

Stel, Mila wil graag een piano op school. Dan stapt ze naar de leermiddelenkring. Puck: “We stemmen niet met voor en tegen of de meeste stemmen gelden, maar via de consent methode. Als je consent bent met een voorstel, betekent dat dat je er geen beargumenteerd overwegend bezwaar tegen hebt. Is iemand niet consent, dan zoeken we net zolang tot we een oplossing hebben gevonden waar iedereen consent mee is.”

Als de leermiddelenkring consent is met de aanschaf van de piano die Mila heeft uitgezocht, wordt haar voorstel behandeld in de algemene schoolvergadering. Daar worden één keer in de week de beslissingen van de afzonderlijke kringen behandeld, iedereen is er welkom. Als daar ook alle aanwezigen consent zijn, kan de piano worden aangeschaft.

Wanneer de klok half drie slaat is de schooldag afgelopen. Dan volgt de laatste verantwoordelijkheid van de dag: opruimen en schoonmaken. Puck: “Iedereen hier op school heeft een taak: stofzuigen, afwassen, tafels rechtzetten en wc’s poetsen. Om 14:30 doen we allemaal onze klus. Dan gaan we naar huis.”

Verantwoordelijk tienerbrein

Je kunt je afvragen of het tienerbrein wel klaar is voor de grote verantwoordelijkheden die democratisch onderwijs met zich meebrengt. Mila en Puck denken van wel. Mila: “Tja, als je nooit leert om verantwoordelijkheid te nemen en zelf na te denken omdat anderen je alles voorkauwen, dan wordt het lastig. Dat leren wij hier dus wel.”

Puck: “Ik denk wel dat er leeftijdsgenoten zijn die beter af zijn op een reguliere school, omdat ze hier niets zouden uitvoeren. Zelf leer ik liever onder begeleiding op deze school met mijn tienerbrein zelf na te denken en verantwoordelijkheid te nemen, dan dat ik daar later ‘in de echte wereld’ pas mee leer omgaan.”

Wil je meer verhalen lezen over bijzondere keuzes in wonen, werken, opvoeden, onderwijs, reizen en relaties? Volg Trant op Facebook of schrijf je in voor de nieuwsbrief.

Ze ontmoetten elkaar in de trein van Eindhoven naar Amsterdam. Niet veel later zegden ze allebei hun baan op en verkochten ze hun huis om samen in een camper naar Scandinavië te vertrekken. Annemarie: “Misschien blijven we een half jaar weg, misschien vijf of tien jaar. Misschien komen we nooit meer terug.”

Op dinsdag 24 november 2015 pakt Annemarie Aarts (30) in Eindhoven de trein naar Amsterdam om haar broer op te zoeken. Terwijl ze in de regen op het perron staat te wachten, kijkt ze voor het eerst in de ogen van Martijn Molenaar (36). Annemarie: “Ik had die middag nog stellig tegen mijn collega’s gezegd dat ik niet in liefde op het eerste gezicht geloofde, maar toen ik Martijn zag gebeurde er echt iets. Pats, boem! We zeiden niets tegen elkaar maar we zijn in de trein wel tegenover elkaar gaan zitten. Anderhalf uur lang hebben we geen woord gewisseld. Toen ik er in Amsterdam Amstel uit moest, heb ik Martijn snel mijn kaartje toegestopt voordat ik wegliep. Diezelfde middag stuurde hij me een berichtje.”

Annemarie: “Ik ben echt een twijfelkont maar nu voel ik voor het eerst dat alles klopt”

Een jaar later wonen Annemarie en Martijn in een Mercedes 508 camper uit 1977, samen met hun hond Foofur – een New Foundlander van bijna 60 kilo. Ze staan op het punt om naar Scandinavië te vertrekken, waar ze tegen kost en inwoning vrijwilligerswerk willen gaan doen. Annemarie: “Ik ben altijd een twijfelkont geweest, bij alles wat ik deed vroeg ik me af: Moet ik dit wel doen? Voor het eerst voel ik nu dat alles klopt, over Martijn en onze levensstijl heb ik geen moment getwijfeld.”

Huisje, boompje, beestje

Toen ze Martijn ontmoette had Annemarie haar eigen koophuis in Eindhoven en werkte ze als magazijnmedewerkster bij een apotheek om haar opleiding tot massagetherapeut te bekostigen. “Ik zat een beetje vast, vaak dacht ik: het moet ook anders kunnen.”

Martijn: “Toen mijn huis af was dacht ik: En nu? Is dit het?”

Martijn had zijn eigen aannemersbedrijf in Obdam. “Ik werkte hard en maakte lange dagen. Ik had al tien jaar een relatie en ik had net mijn eigen huis gebouwd. Een groot huis met een bedrijfshal, in totaal zo’n 1200 vierkante meter. Toen dat huis af was dacht ik: En nu? Is dit het? De dag dat ik Annemarie ontmoette realiseerde ik me dat het niet klopte waar ik mee bezig was. Ik heb die week nog mijn relatie verbroken.”

Annemarie en Martijn spreken af om wat te gaan drinken, een week later gaan ze een hapje eten en een paar weken later vieren ze samen oud en nieuw in de camper van Martijn. “Ik had de camper ooit gekocht om korte tripjes mee te maken. In februari 2016 zijn Annemarie en ik ermee op wintersport gegaan naar Italië. Toen we terugreden zeiden we gekscherend tegen elkaar: ‘Zullen we gewoon in deze camper gaan wonen?’ Met Koningsdag stonden we allebei onze spullen te verkopen op de vrijmarkt.”

Bewust leven

Terwijl hun huizen te koop staan, bouwen Martijn en Annemarie in de zomer van 2016 de oude camper om tot een klein huisje. Met een bank, een tafel, een keuken, een bed en daaronder een flink hok voor hond Foofur hebben Martijn en Annemarie alles wat ze nodig hebben. Martijn: “De camper voelt echt als thuis, meer nog dan mijn vorige huis. Ik ben van 1200 naar 12 vierkante meter gegaan en ik mis helemaal niets. Ik kijk er zelf ook nog steeds van op, maar meer dan dit hebben we gewoon niet nodig. Ik had wel eens gelezen over minimalisme maar ik dacht altijd: het zal allemaal wel. Nu merk ik hoe goed het voelt om weinig spullen te hebben.”

Martijn: “Ik ben van 1200 naar 12 vierkante meter gegaan en ik mis niets.”

Annemarie: “Alleen een douche hebben we niet in de camper. Een WC wel, maar die is vooral voor noodgevallen. De was doen we in een teiltje met de hand en om de bus warm te houden hebben we een kleine houtkachel. Het grote voordeel is natuurlijk dat alles binnen vijf minuten is opgeruimd. En we zijn altijd thuis, waar we ook naartoe gaan.”

Martijn: “Natuurlijk is het niet altijd even comfortabel. ‘s Ochtends is het koud en als je natgeregend thuiskomt, kun je niet in de bijkeuken je natte kleren uitdoen en een warme douche nemen. We kunnen niet even de verwarming aandraaien en een mok kokend water uit de Quooker pakken. We moeten hout sprokkelen om ons kacheltje warm te stoken en water uit de kraan pompen met een voetpomp. Als de gastank of de watertank leeg is, moet die eerst worden bijgevuld. Alles duurt wat langer dan in een gewoon huis.”

Annemarie: “We worden gedwongen om met aandacht ons dagelijks leven te leiden”

Annemarie: “Tegelijkertijd is dat ook wat we zo fijn vinden aan wonen in een camper. Eenvoudig leven, dicht bij de natuur en onze intuïtie. We worden gedwongen om bewust en met aandacht ons dagelijks leven te leiden. Als we wakker worden lopen we een rondje met de hond en hakken we hout voor de kachel, dan maken we een bord havermout en zetten we een kop koffie. Het is fijn om daar zo bewust mee bezig te zijn. Het meest genieten we van de vrijheid om te gaan en staan waar we willen.”

Martijn: “Tot op zekere hoogte dan, want je mag niet zomaar overal met een camper staan in Nederland. Als wij ergens op een parkeerplaats overnachten is de kans groot dat er midden in de nacht iemand op ons raampje klopt. Gelukkig zijn er best veel camperplaatsen waar we gratis of voor een paar euro kunnen overnachten. Officieel mogen we ook niet in deze camper wonen. Je moet als Nederlander een vaste woon- en verblijfplaats hebben en je kunt je nu eenmaal niet inschrijven op een kenteken.”

Annemarie: “Het flauwe is dat we deze camper ook niet kunnen verzekeren, juist omdat we er in wonen. Daarvoor moet je namelijk een vaste woon- en verblijfplaats hebben. Zulke dingen zijn we dus nog aan het uitzoeken. Ik had zelfs iemand van de verzekering aan de lijn die zei: ergens zal je de wet moeten doorbreken, het kan niet anders. Dat is natuurlijk wel bizar.”

Op pad

Na bijna vijf maanden proefdraaien in Nederland vertrekken de tortelduifjes nu naar Scandinavië. Martijn: “We zaten wat te mijmeren over bestemmingen en kwamen al snel op Scandinavië uit. Die landen spreken ons aan en we zijn er allebei nog nooit geweest. De kou vinden we geen probleem, we houden wel van de winter.”

Annemarie: “In Scandinavië willen we vrijwilligerswerk gaan doen via Workaway. Dat is een online platform dat reizigers en accommodaties aan elkaar koppelt. Het idee is dat we kost en inwoning krijgen in ruil voor werk. Dat lijkt ons een mooie manier om mensen te leren kennen en het leven in Scandinavië te ervaren. Een slaapplaats hebben we in principe niet nodig, maar als we een keer in Lapland staan met -30 graden is het misschien wel fijn om in een huis te overnachten.”

Martijn: “We verwachten dat we ongeveer een maand per jaar moeten werken om de kosten te dekken.”

Martijn: “Omdat we zo minimalistisch leven hebben we verder niet veel kosten. We hebben alleen wat Diesel nodig om van A naar B te komen, en we moeten onze verzekeringen betalen. We verwachten dat we ongeveer een maand per jaar zullen moeten werken om die kosten te dekken. Dat lijkt ons geen probleem, er zijn altijd wel mensen die hulp nodig hebben in de bouw of die massagetherapie kunnen gebruiken. En anders gaan we ergens fruit plukken voor een maandje.”

Je leven vergooien

Niet iedereen ziet de levensstijl van Annemarie en Martijn zo rooskleurig in als zijzelf. Annemarie: “Er zijn mensen die het niet begrijpen. Mijn oma vindt het bijvoorbeeld helemaal niets. Ik snap het wel, haar generatie heeft hun hele leven hard moeten werken om het beter te krijgen. Nu doen wij in haar ogen een flinke stap terug. Ze heeft het idee dat wij ons leven vergooien. Iemand vroeg ons ook: ‘Wat ga je dan doen, een beetje de wereld over zwerven? En dan? Daar bereik je toch niets mee? Dan bouw je toch niets op?’ Veel mensen streven naar groter, meer, rijker en succesvoller. Dat proberen wij juist los te laten. We gaan elke dag nieuwe mensen ontmoeten, hen helpen, hun verhalen horen en zien hoe zij leven. Dat vinden wij een prachtig doel om na te streven. Daar zit alleen geen aspect van geld verdienen en status behalen in.”

Martijn: “Mensen vragen zich af waarom ik alles opgeef om in een oude camper te gaan wonen.”

Martijn: “Ik had een succesvol bedrijf en een groot huis en nu geef ik alles op om in een veertig jaar oude camper te gaan wonen. Mensen vragen zich af waarom. Ik had toch net alles opgebouwd, ik had toch net mijn doel bereikt? Zelf had ik juist het gevoel dat ik vast zat. Als je een hypotheek en een eigen bedrijf hebt, kun je niet zomaar wat nieuws gaan doen. Wat schiet ik ermee op om mijn bedrijf nog groter te maken? Dan moet ik alleen maar meer werken, dan heb ik nog minder tijd voor mezelf. Dat wilde ik niet nog dertig jaar doen.”

Annemarie: “Gelukkig krijgen we voornamelijk positieve reacties. Veel mensen zeggen: ‘Dat zou ik ook wel willen, maar dan moet ik mijn hele leven omgooien.’ Denken ze dan dat wij niet ons hele leven hebben omgegooid? Dat wij dat niet doodeng vonden? Iedere stap die we zetten vinden we spannend, maar het voelt goed. Toen ik al mijn spullen aan het doornemen was, vond ik een schrift van 3VWO waarin naar mijn toekomstvisie werd gevraagd. Mijn antwoord als 15-jarig meisje was: ‘Ik wil vrij zijn en zoveel mogelijk van de wereld zien.’ Nu ben ik twee keer zo oud en heb ik eindelijk de moed gevonden om naar die maatstaven te leven.”

Annemarie: “Als je een fulltime baan hebt, is het helemaal niet leuk om in een camper te wonen.”

Martijn: “We zijn niet de enige, ik merk dat er een stroming op gang komt, al is die volgens mij nog heel klein. Er zijn steeds meer mensen die hun leven bewust inrichten. Mensen die zien dat het ook anders kan en die stappen buiten de gebaande paden durven te zetten. Maar het merendeel van de mensen denkt volgens mij nog steeds: het leven is gewoon zo, dus ik moet het er maar mee doen. Klaar.”

Annemarie: “Niet dat wij vinden dat iedereen in een camper moet gaan wonen, helemaal niet. Sterker nog, als je allebei een fulltime baan hebt, is het volgens mij helemaal niet leuk om in een camper te wonen. Dan zijn er al zoveel dingen waar je niet aan toe komt, dan heb je geen zin om ook nog eens hout te sprokkelen of het water bij te vullen. Maar je kunt ook kleine bewuste keuzes maken.”

Met de wind mee

Op hun Facebookpagina en blog delen Annemarie en Martijn de avonturen die ze onderweg beleven. Annemarie: “Ik vind het leuk om anderen te inspireren en te laten zien hoe het ook kan. We willen duidelijk maken dat het best oké is om je buiten de gebaande paden te begeven.”

Hoe lang ze in Scandinavië blijven en wat ze daarna gaan doen, weet het stel niet. Annemarie: “Misschien blijven we een half jaar weg, misschien vijf of tien jaar. Misschien komen we nooit meer terug. Ik zie ons niet ons hele leven in een camper wonen, maar hoe we wel willen leven, weten we nog niet. Dat vinden we juist het leukst, dat niets vast ligt zodat we met de wind mee kunnen waaien. We starten de motor en we zijn weg.”

Voor Ouders van Nu interviewde ik Valerie Cook die met haar vriend Tim Boffe een oude schoolbus uit Amerika ombouwde tot een rijdend hostel. Samen met hun dochtertje Fenna, hun hond Lewis en wisselende gasten rijden ze door Europa.

Ouders van Nu – Valerie en tim bouwden een schoolbus om tot hostel

Ze zijn er nog: echte speciaalzaken van ondernemers die niet raken uitgepraat over hun spullen. Zoals Yvonne Roelofs (57) van speelgoedwinkel De Engelbewaarder in Nijmegen.

Winkeltje spelen, dat vindt Yvonne Roelofs het leukste wat er is. “Dat doe ik al sinds mijn achtste. Als dochter van een melkboer kreeg ik vroeger van mijn vader een oude leren melktas. Dan maakte ik stapeltjes geld en dan ging ik spelen. Dat doe ik nu nog steeds.”

Ruim dertig jaar geleden werd Yvonne verliefd op het monumentale pand met de gekleurde trappetjes in de Nijmeegse Lange Hezelstraat. Ze werkte in een kledingwinkel verderop en was kind aan huis bij de speelgoedwinkel van Karien Herraets. “Ik was dol op speelgoed, ik kocht het voor mijn neefjes, nichtjes en kinderen van vriendinnen. Zelfs nu ik 57 ben, is het kind in mij er nog steeds.” Op een dag stond ze in De Engelbewaarder met hoge nood. “Ik mocht van Karien naar het toilet in het woongedeelte boven de winkel. Ik keek mijn ogen uit, het was net een poppenhuis. Ik dacht: hier wil ik wonen!”

Yvonne verhuisde naar Rotterdam om haar vakdiploma speelgoed te halen. Toen ze vijf jaar later weer door de Lange Hezelstraat fietste, zag ze dat De Engelbewaarder te koop stond. Inmiddels woont ze al 20 jaar in het poppenhuis waar ze vroeger van droomde en verkoopt ze het speelgoed waar ze toen al gek op was. Speelgoed van duurzaam materiaal, voornamelijk hout. “Dat voelt zoveel warmer en zachter in je handen dan plastic. Kinderen mogen hier dan ook overal aankomen, kwaliteit moet je voelen.”

Hoe ze de recessie heeft overleefd, weet Yvonne Roelofs niet. “Ik heb het zwaar gehad, maar ik zit er nog. Ik denk dat ik dat aan mijn vakkennis te danken heb. Verkopen is durven, ik durf mijn klanten ook tegen te spreken. Soms willen ze iets kopen wat helemaal niet bij de leeftijd past, een poppenhuis voor een kindje van twee bijvoorbeeld. Op die leeftijd kan een kind dat spel nog helemaal niet spelen. Het is de leeftijd waarop ze hun ouders na willen doen, koken en vegen bijvoorbeeld.”

Yvonne zwaait enthousiast naar buiten als er een klant voorbij loopt. “Ik heb een grote vaste klantenkring. Moeders die hier vroeger met hun kinderwagen stonden, komen nu iets kopen voor hun kleinkinderen. Toeristen komen hier ook veel, die vinden dit monumentale pand in de oudste winkelstraat van Nederland prachtig.”

Bij de Engelbewaarder gaat het altijd over geboorte, kinderen en verjaardagen. Dat vindt Yvonne heerlijk maar het doet ook wel eens pijn. “Mijn eigen kinderwens is nooit uitgekomen. Daar heb ik wel verdriet over gehad, misschien nog wel het meest over het feit dat ik geen oma wordt. Toen hier pas drie oma’s enthousiast stonden te praten over hun kleinkinderen, rolden de tranen over mijn wangen. Toch ben ik blij met hoe mijn leven gelopen is. Mijn droom is uitgekomen, ik ben al twintig jaar dolgelukkig in mijn winkeltje.”

Stijn en Ellen reizen veel met hun kinderen

Stijn en Ellen uit Nijmegen reizen veel met hun jonge kinderen naar verre bestemmingen. Teun en Tessel zagen in hun eerste levensjaren al wat van Zuid-Afrika, Cuba, IJsland, Japan en Canada. Welke levenslessen willen Stijn en Ellen hun kinderen meegeven?

Voor de Gelderlander interviewde ik Stijn en Ellen in 2016 over de levenslessen die ze hun kinderen willen meegeven. Ellen: ‘De dunne rijstpapieren wandjes in Japan zijn best een risico als je reist met jonge kinderen, maar je kunt het ook zien als de ultieme kans om je kinderen bij te brengen dat de spullen van anderen kostbaar zijn en dat je ze niet kapot mag maken.’

De Familie in 216

  • Ellen Wissink (42) is arbeidshygiënist bij AAJ advies en hobbyfotograaf.
  • Stijn van Langen (45) werkt als manager bij Essent.
  • Teun (7) zit in groep 3 en Tessel (3) gaat na de zomervakantie naar school.

1. Verwonder je over de wereld

Ellen: “Voordat we kinderen kregen reisden we al veel. Een jaar door Australië, Nieuw Zeeland en Zuid-Oost Azië en een half jaar door Zuid-Amerika. We vinden het heerlijk om mensen te ontmoeten en ons te verwonderen over nieuwe plekken. Toen de kinderen kwamen was het vanzelfsprekend dat het reizen door zou gaan, al zijn de tripjes nu minder lang en worden ze beter voorbereid.”

Stijn: “Voordat Ellen zwanger werd heb ik haar één plechtige belofte moeten doen: nooit een Landall of Centerparcs huisje met de kids.”

Ellen: “Zo’n park geeft mij zo’n verstikkend gevoel, alsof ik op slot zit achter die slagboom. Alles ligt vast en alle spontaniteit en creativiteit ebt weg.”

Stijn: “We blijven het avontuur opzoeken. Toen Teun nog geen jaar oud was reiden we met een camper door Zuid-Amerika. Later door onder andere Zuid-Afrika en Cuba. Ook na Tessels komst in 2012 bleven we reizen, naar IJsland, Japan, Noorwegen en Canada bijvoorbeeld. In totaal zijn we zo’n zes tot zeven weken per jaar weg. Twee schoolvakanties en dan vaak nog een peer keer per jaar een weekendje.”

Ellen: “Onze verwondering werkt aanstekelijk. Toen Tessel 3 was reden we ergens in Noorwegen met de auto een hoek om toen ze ineens enthousiast riep: ‘Kijk, een uitzicht!’ Heerlijk, zo zijn wij ook.”

2. Alles is fascinerend als je je erin verdiept

Ellen: “Voor elke reis of vakantie kijken we samen met de kinderen waar een land ligt op de kaart, welke taal de mensen er spreken en wat ze er eten en drinken. We oefenen woordjes in die taal of koken een lokaal gerecht. Zo bereiden we hen voor op wat komen gaat en leren we ze dat het leuk is om je ergens in te verdiepen.”

Stijn: “Ik las onlangs een citaat van Bill Bryson waar ik mezelf in herken. Hij zei: ‘Alles is fascinerend, als je je er maar in verdiept.’ Dat geloof ik ook.”

Ellen: “Stijn en ik zijn allebei heel nieuwsgierig. Er ligt altijd een Ipad op tafel bij ons, als iemand een vraag heeft gaan we meteen op zoek naar het antwoord. Dat gebeurt bijna dagelijks. We hebben ook allebei veel hobby’s. Ik fotografeer en Stijn is de laatste tijd veel met koken bezig, in het bijzonder met het fermenteren van eten.”

Stijn: “Teun ziet dat en pikt dat op, hij wil helpen en meedenken. Toen hij een kookprogramma op televisie voorbij zag komen zei hij: ‘Laten we dat kijken, misschien vertellen ze iets over fermenteren.’”

Ellen: “We vinden het leuk om nieuwe dingen uit te proberen en dat zie ik terug bij de kinderen. Teun eet bijvoorbeeld bijna alles, van zalm tot inktvis en zeewier. Hij heeft zelfs een keer gefermenteerde haai geprobeerd. ‘Lekker stukje vis’, zei hij. Oesters vind hij ook heerlijk, op reis bestelde hij er een keer tien.”

Teun: “Ik vind ze lekker glibberig en zout.”

Stijn: “Op weg naar IJsland in 2014 complimenteerde Teun de stewardess met haar kookkunsten.”

3. Respecteer andermans waarden en normen

Ellen: “Onze kinderen krijgen veel vrijheid maar ze mogen zeker niet alles. Ik denk zelfs dat wij strenger zijn dan andere ouders. De grondregels zijn: niet schreeuwen, geen ruzie maken en als je iets wilt dan vraag je dat netjes.”

Teun: “Ik vind ze meestal niet heel streng.”

Ellen: “Tijdens het reizen worden normen en waarden als het ware uitvergroot. We logeren bijvoorbeeld vaak via AirBNB bij andere mensen thuis. Dat betekent dat je altijd omringd bent door de spullen van een ander. Dat kun je zien als een risico – vooral met de dunne rijstpapieren wandjes in Japan is dat af en toe best spannend. Maar het is ook de ultieme kans om je kinderen bij te brengen dat de spullen van anderen kostbaar zijn en dat je ze onder geen beding kapot mag maken.”

Stijn: “In Japan gelden sowieso andere normen en waarden dan thuis, het is daar bijvoorbeeld heel ongebruikelijk om te rennen of te schreeuwen. Dat weten de kinderen, want dat hebben we van te voren samen met hen opgezocht. Ook in een vliegtuig en restaurant gelden normen en waarden meer dan thuis. De kinderen mogen daar van ons niet rennen, schreeuwen of op de ipad spelen met het geluid hard aan. Omdat de regels duidelijk zijn, gaan lange vluchten vaak goed.”

Teun: “Ik vind vliegen altijd heel leuk. Je mag er slapen, krijgt lekker eten en kunt heel mooi naar beneden kijken.”

Ellen: “Natuurlijk zijn er minder fijne momenten. Als Teun moet overgeven in het vliegtuig of Tessel tijdens het opstijgen spontaan alles onderplast denk je wel even: waar ben ik aan begonnen. Maar dat zijn uitzonderingen.”

4. Ervaringen zijn belangrijker dan spullen

Ellen: “We kunnen niet op deze manier leven en ook in een mooi huis wonen met dure gadgets en twee auto’s voor de deur. Dat is ook helemaal niet wat we willen. Ervaringen opdoen vinden we veel belangrijker, ook als we in Nederland zijn. We gaan liever een dag met de kinderen op stap dan dat we nieuwe schoenen of kleren kopen.

Stijn: “Die hang naar materialisme hebben we allebei nooit gehad. Een nieuwe auto heeft voor ons geen meerwaarde. Een nieuwe ervaring wel.”

Ellen: “Daar wordt je een completer mens van. Ik verheug me er nu al weer op om nieuwe dingen te zien of me ergens over te verwonderen. Daar worden wij gelukkig van. Het zou een enorme verarming zijn om een dure Prius voor de deur te hebben staan maar minder te ondernemen.”

5. Iedereen is anders

Ellen: “Stijn en ik zijn heel verschillend, dat maakt ons een sterk team. Natuurlijk clasht dat wel eens in een slechte bui, want onbegrip ligt op de loer. We kunnen ons soms enorm irriteren aan hoe de ander iets doet. Dan staat de keuken ineens vol met bakjes gefermenteerd eten en is het een grote puinhoop.”

Stijn: “Of we zijn op pad en Ellen neemt uitgebreid de tijd om een foto te maken, terwijl de kinderen en ik door willen lopen.”

Ellen: “Achteraf kunnen we daar dan wel om lachen, ook omdat we het mooi vinden om te zien dat de ander zo met zijn passie bezig is.”

Stijn: “De kinderen zijn ook heel verschillend. Teun is nogal bedachtzaam en Tessel is juist heel direct. Dat mag. Ze mogen van ons zijn wie ze zijn, we willen ze niet vormen.”

Dit artikel verscheen in 2016 in De Gelderlander

Stijn en Ellen reizen met kinderen

Een kast van een huis met een zolder vol spullen en een dure bak voor de deur? Nope, dat is anno 2016 niet waar we allemaal naar streven. Steeds meer Nederlanders willen minder, kleiner en eenvoudiger. De tiny house movement groeit met de dag. Waarom willen zoveel mensen in zo’n klein huisje wonen?

Trots stapt Marjolein Jonker (40) uit Langedijk haar toekomstige nieuwe huisje binnen. ‘Hier komt de keuken’, zegt ze. Ze hoeft geen stap te zetten om ook de plek van de zithoek, het houtkacheltje, de slaaploft en de badkamer met zitbad aan te wijzen. Het huis is namelijk maar twintig vierkante meter groot.

Marjolein was opslag verliefd toen ze een paar jaar geleden voor het eerst foto’s van tiny houses tegenkwam op Amerikaanse blogs. Nu laat ze door timmerman Dimka Wentzel zo’n klein zelfvoorzienend huis op wielen voor zichzelf bouwen. Na Amerika begint nu ook in Nederland de bouw van zulke huisjes op gang te komen. Ze worden gebouwd door individuen zoals Marjolein, maar ook door productiebedrijven zoals Mill Home, dat vorig jaar als dochterbedrijf van deurpanelenfabrikant Mill Panel werd opgericht. Directeur Rob Besemer (57) uit Cuijk: ‘Eind maart waren onze eerste twee huisjes af. Gemeentes, woningbouwcoöperaties, bouwbedrijven en architecten reageerden daar heel enthousiast op tijdens een bouwbeurs in Amsterdam.’

De mobiele minihuisjes zijn zo populair dat verschillende gemeentes zich nu buigen over mogelijkheden voor standplaatsen. Op een informatieavond in Alkmaar kwamen meer dan 200 geïnteresseerden af en de community Tiny House Nederland op Facebook heeft bijna 8000 volgers. Waar komt die enorme interesse in miniwoningen ineens vandaan? Rob Besemer heeft wel een idee. ‘Vroeger ging je trouwen, kocht je een huis en de rest van je leven betaalde je je hypotheek af. Aan het einde van de rit zat je gebeiteld. Dat is nu niet meer zo. Vaste contracten zijn schaars, de huizenmarkt wankelt, het aantal alleenstaanden groeit en het milieu wordt bedreigd. We zijn toe aan iets nieuws.’

Vrijheid
‘Ik wil niet 30 jaar vast zitten aan een hypotheek’, zegt freelance ontwerper Auke de Vor (26). Hij ontwerpt de tiny houses van Mill Home en wil zelf met zijn vriendin Jildou Doornenbal in zo’n huisje gaan wonen. Voor starters zoals hen zijn de kleine huisjes een uitkomst. Auke: ‘Het zijn niet zozeer de huisjes zelf waar ik verliefd op ben geworden, maar de lifestyle die ze faciliteren. Als ik om me heen kijk zie ik veel mensen die van maandag tot en met vrijdag druk zijn. Ze werken hard om hun hypotheek of huur te kunnen betalen maar hebben bijna geen tijd om van hun huis te genieten. Dat wil ik niet. En ik hoor leeftijdsgenoten zich ook afvragen of het niet anders kan. Dat kan: een tiny house kost gemiddeld 30.000 euro, het energieverbruik is laag en aan inrichting en onderhoud ben je ook weinig kwijt. Het geld en de tijd die ik zo bespaar, besteed ik liever aan vrienden, familie, reizen of muziek maken. Aan leven dus.’

Auke en Jildou zijn niet de enige. ‘Millennials vinden ervaringen belangrijker dan bezittingen’, schreef The Advertising Research Foundation begin 2015 naar aanleiding van het onderzoek The Pursuit of Happiness (2014). Daarin wordt onderzocht wat millennials (geboren tussen 1980 en 2000) wereldwijd belangrijk vinden. ‘Geluk betekent voor millennials dat ze alles uit hun leven halen, een doel voor ogen hebben en betekenisvolle ervaringen beleven’ schrijven de onderzoekers. ‘Twintigers en dertigers van nu worden niet gevormd door hun bezit’, schreef ook de Washington Post vorig jaar in een artikel over de minimalisme-trend. ‘Veel millennials die opgroeiden in de verzamel-ze-allemaal-cultuur kiezen nu voor een simpel leven met minder spullen in kleine ruimtes in de binnenstad. Ze zijn niet geïnteresseerd in het vullen van schappen, ze geven hun geld liever uit aan ervaringen.’

Te groot  
Niet alleen twintigers en dertigers hebben die behoefte, ook Marjolein van 40 herkent zich erin. Maar dat is niet de enige reden dat ze voor een tiny house kiest. ‘Wat moet ik in mijn eentje met een groot huis?’, vraagt ze zich als single af. ‘Het eengezinshuis waar ik nu woon is al veel te groot voor mij alleen. Een kamer die leeg staat gebruik ik bijvoorbeeld alleen maar om de was op te vouwen. Zonde toch? Bovendien is dit de enige manier waarop ik in mijn eentje een huis kan kopen.’

Het aantal alleenwonenden stijgt in Nederland en zal de komende jaren blijven stijgen volgens het CBS. Jongeren gaan eerst op zichzelf wonen voordat ze gaan samenwonen, het aantal echtscheidingen neemt toe en Nederland vergrijst. ‘Singles en gepensioneerden behoren dus ook tot onze doelgroep’, vertelt Rob Besemer. Zelf ziet hij zo’n huisje later ook wel zitten. ‘Ik ben nu 57 en vind groot wonen nog wel fijn. Ik heb een hele zolder vol met spullen waar ik nog geen afscheid van wil nemen. Maar als ik straks gepensioneerd ben en geen zin meer heb in al het onderhoud dat bij een groot huis met tuin hoort, dan ga ik misschien liever in zo’n klein huisje wonen aan het park, waar het gras voor me gemaaid wordt. Het kan trouwens ook een uitweg zijn om eerder met pensioen te gaan.’

Minder is fijn 
Genoeg praktische reden om voor zo’n klein huisje te kiezen dus. Maar het is meer dan dat. ‘Eenvoudig wonen met weinig spullen is gewoon heerlijk’, vindt Marjolein. ‘Het geeft rust en ruimte. Niet alleen in je huis maar ook in je hoofd. Het zorgt voor minder stress en meer overzicht, iets waar volgens mij veel mensen behoefte aan hebben in deze tijd van overvloed.’ Dat wil niet zeggen dat Marjoleins huisje een sober hok zonder inhoud wordt. ‘Ik houd van mooie spullen net als de meeste mensen, het hoeft alleen niet véél te zijn. Juist omdat ik weinig kwijt kan, sta ik bewuster stil bij wat ik koop. Zo heb ik speciaal voor mijn tiny house een prachtige Bruynzeel keuken laten ontwerpen en op de gevel komt heel mooi thermisch gemodificeerd hout van ModiWood. Ik ben straks omgeven door spullen en materialen waar ik helemaal verliefd op ben en daar word ik elke dag weer blij van.’

Ook bij Mill Home staan luxe en comfort voorop. ’Een tiny house is geen kunststof hok zoals een caravan, het is een luxe huisje van kwalitatief hoogwaardig materiaal. Dat verschil proef je in alles. De luxueuze badkamer geeft bijvoorbeeld een heel andere beleving dan het chemisch toilet in een camper of caravan. Alles wat er in zit is high tech zodat je in hoge kwaliteit kunt leven, maar dan met minder. Dat is ook nog eens goed voor de natuur’, vertelt Rob.

Dat laatste is voor velen ook een belangrijke reden om te minderen. Marjolein: ‘We zijn toch gewoon het milieu aan het verprutsen met z’n allen? We kunnen niet meer eindeloos consumeren, we moeten het gewoon anders gaan doen. Klein wonen is daar een goed voorbeeld van. Mijn huisje is goed geïsoleerd en voorzien van zonnepanelen en andere duurzame energie-oplossingen. Daardoor is het helemaal zelfvoorzienend, alleen voor water moet ik nu nog een slang aansluiten. Als ik straks ergens een paar jaar sta wil ik regenwater gaan opvangen en zuiveren. Maar nu eerst mijn huisje afmaken en hopen dat er snel mooie standplaatsen beschikbaar komen.’

Volg het avontuur van Marjolein op www.marjoleininhetklein.com.

Het CBS bestempelde ons dit jaar tot de flexgeneratie: een razendsnel groeiende groep twintigers en dertigers die het maken van grote keuzes steeds verder uitstelt en zich niet wil vastleggen. Krijg jij het ook Spaans benauwd van keuzes maken en heb je altijd het gevoel dat je de verkeerde maakt? Coach Marije de Jong en besliskunde-psycholoog René Wokke vertelden mij voor dit Cosmo-artikel hoe je daar mee omgaat. Om te beginnen: ‘de juiste keuze bestaat niet’.

Beter-beslissen-kun-je-leren.compressed-1

 

Minder huis, meer leven. Dat is de kern van de tiny house movement die na Amerika nu ook in Nederland steeds meer aanhangers krijgt. Marjolein Jonker uit Langedijk is één van de eerste in Nederland die in zo’n huisje gaat wonen. Ik mocht haar interviewen voor de Betuwe editie van de Gelderlander, omdat haar huisje in Bemmel gebouwd wordt door de Velpse timmerman Dimka Wentzel.

tinyhousebemmel.compressed