Vraag de achtjarige Isobel wat ze allemaal leert en ze raakt niet uitgepraat. “Dat totaal onbevangen leergierige wat ze heeft zou wel minder zijn als ze op school zou zitten, vermoed ik” zegt haar moeder. Zij geeft Isobel thuisonderwijs.

In de huiskamer van de eengezinswoning in Lent heeft Isobel Put (8) een parcours uitgezet met kussens, opgerolde dekens en een Wobbel board. “Om de tien rondjes neem ik pauze” vertelt ze terwijl ze over de bank roetsjt. Op een vel papier turft ze haar score. “Ik heb al honderd rondjes gehad.”

Isobel is dol op sport. “Ik zit op floorbal en turnen, mama leert me paardrijden en met papa ga ik wel eens hardlopen” zegt ze. Als ze klaar is met haar parcours, komt ze aan de eetkamertafel zitten. Naast de hovercraft die ze gebouwd heeft van technisch LEGO ligt het boek van Freek in het wild. Nog een favoriet van Isobel: alles wat met natuur te maken heeft. “Soms ga ik met papa op zoek naar bloemen, planten en diertjes die we nog niet kennen. Die zoeken we op in een van deze boeken.” Uit de boekenkast, die een hele wand van de kamer in beslag neemt, haalt ze een stapel naslagwerken tevoorschijn. “In dit boekje staan allerlei soorten spinnen en deze gaat helemaal over planten. Kijk, deze hebben we bijvoorbeeld een keer gevonden: de boterbloem. De waterlelie en de grote ereprijs ook. En de koekoeksbloem hebben we hier in de tuin geplant.”

Isobel heeft een parcours uitgezet in de woonkamer
Recht op vrijstelling  

In Nederland moeten kinderen vanaf vijf jaar verplicht naar school. Toch krijgen zo’n 600 kinderen in ons land thuisonderwijs. Omdat er geen school in de buurt is die bij de levensovertuiging of religie van de ouders past of omdat het kind er door gezondheidsproblemen niet toe in staat is. Isobel valt binnen de eerste categorie. “Ik heb niets tegen het schoolsysteem, voor de meeste kinderen werkt dat prima” vertelt haar moeder Suzan Put. “Wij vinden thuisonderwijs alleen beter bij Isobel passen.”

Suzan: “Ik kreeg een proces verbaal en de leerplichtambtenaar vond dat de rechter zich over de kwestie uit moest spreken”

Toen Isobel twee jaar oud was, was ze al geïnteresseerd in letters. Suzan en haar man Peter verzamelden allerlei spelletjes en oefeningen om Isobel uit te dagen. Hun dochter ging er gretig op in. Suzan: “Toen ze bijna drie was, zijn we op zoek gegaan naar een basisschool voor haar. We lazen schoolgidsen, bezochten websites en praatten met leerkrachten maar we vonden geen school die aansloot bij onze levensvisie. Die kun je het beste beschrijven als humanistisch. We vinden zelfstandigheid en vrijheid heel belangrijk.”

Een maand voordat Isobel vijf werd, schreven Peter en Suzan een brief naar de gemeente waarin ze een beroep deden op hun recht op vrijstelling. Suzan: “Dat kan in Nederland alleen als een kind nog nooit op school heeft gezeten. In ons geval ging de gemeente daar niet zomaar mee akkoord. Ik kreeg een proces verbaal en de leerplichtambtenaar vond dat de rechter zich over de kwestie uit moest spreken. Het werd een heel juridisch verhaal dat een paar jaar duurde. Ondertussen konden we Isobel wel thuis les blijven geven. In 2016 zijn we in hoger beroep vrijgesproken.”

Boekverslagen aan een lijntje

“Kijk, dit werkboek gaat helemaal over natuur” vertelt Isobel verder. “Op deze bladzijde wordt uitgelegd hoe reflectoren werken. Ze zien er uit alsof ze licht geven maar eigenlijk weerkaatsen ze licht dat er op schijnt. Ik vind het heel interessant om te leren hoe iets werkt. Ik zoek op internet filmpjes op over natuur, het liefst van Freek in het wild. Zo leerde ik bijvoorbeeld dat kikkers amfibieën zijn.”

Suzan: “Er ligt nooit druk op het leren en Peter en ik kunnen helemaal aansluiten op haar persoonlijke interesses”

Isobel raakt niet uitgepraat over wat ze leert. “Zo gaat het de hele dag door” lacht Suzan. “Er is altijd en overal wel iets interessants te ontdekken en daar is Isobel zich heel bewust van. Die nieuwsgierigheid en leergierigheid zit in haar karakter, maar ik denk dat het thuisonderwijs dat ook stimuleert. Dat totaal onbevangen leergierige wat ze heeft, zou wel minder zijn als ze op school zou zitten vermoed ik. Er ligt nooit druk op het leren en Peter en ik kunnen helemaal aansluiten op haar persoonlijke interesses. Dat is een stuk leuker en interessanter dan wanneer Isobel op gezette tijden met een klas mee zou moeten doen.”

Leren lezen deed Isobel bijvoorbeeld niet omdat het van een leerkracht moest maar omdat ze zelf informatie wilde kunnen opzoeken. Isobel: “Mijn lievelingsboek op dit moment is ‘Een pittig soepje’ van Femke Dekker. Ik maak ook mijn eigen boekenleggers.” Ze houdt een boekenlegger omhoog en draait zich dan met het boek naar Suzan. “Mama, als ik deze uit heb kunnen we er weer een boekverslag van maken.” Aan een lijn in de woonkamer hangen al een paar boekverslagen op een rij. Suzan: “Als Isobel een boek uit heeft praten we er samen over. Wie is de hoofdpersoon, waar speelt het zich af, wat vond je het leukst? Samen maken we er een verslagje van.”

Trots hangt Isobel haar boekverslagen in de woonkamer op.

En als Isobel geen zin heeft om een boekverslag te maken? Suzan: “Dan doen we het een andere keer. Of helemaal niet. Ik denk niet dat het leerzaam is voor een kind om dingen tegen haar zin in te doen. Ze zal later heus wel eens wat moeten doen waar ze tegenop ziet maar daar leert ze dan wel mee omgaan.”

Winkeltje spelen

Een vaste structuur of gemiddelde lesdag bestaat voor Isobel niet. Ze kiest zelf wat ze wil doen op een dag. “Vanmorgen wilde ik winkeltje spelen” vertelt ze terwijl ze een plastic kassa tevoorschijn haalt. “Mama en ik kopen spullen van elkaar en dan moeten we elkaar geld teruggeven.” Als Isobel zo’n initiatief neemt haakt Suzan daar op in. “Ik bepaal het niveau. Bijvoorbeeld door de bedragen ingewikkelder te maken.”

Suzan: “Isobel heeft geen negatieve associaties met werkboekjes want daar werkt ze alleen in als ze dat zelf wil”

Hoewel het initiatief van Isobel komt, zijn het Peter en Suzan die zorgen dat het aanbod voor het oprapen ligt. Suzan: “Op internet vond ik een pakket van Eurowijs met een werkboekje en een poster over rekenen met geld. Online zijn bijbehorende filmpjes te vinden. Op gegeven moment heb ik de poster op de kast gehangen en Isobel de kassa gegeven.  Nu begint het voor haar te leven en geeft ze zelf aan dat ze ermee aan de slag wil. Toen we vanmorgen klaar waren met de kassa, stelde ik voor om even in een werkboekje van Eurowijs te gaan werken. De kans is groot dat Isobel daar dan zin in heeft, ze zit op dat moment helemaal met haar hoofd in de euro’s. Ze heeft ook geen negatieve associaties met werkboekjes want daar werkt ze alleen in als ze het zelf wil. Zelfs als we op vakantie gaan stopt ze altijd wel wat werkboekjes of natuurgidsen in haar koffer.”

Betekent dat dan dat Suzan 24/7 de rol van juf vervult? “Zo voelt dat voor mij niet. Net zoals spelen en leren met elkaar verbonden zijn, is mijn rol als coach verweven met mijn rol als moeder. Ik leg Isobel niets op, ik ga samen met haar op ontdekking. Daardoor bijt het elkaar niet” vertelt ze.

Isobels broers Julian (14) en Robin (17) gaan wel gewoon naar school. Dat maakt Isobel nieuwsgierig. “Ik vind het wel jammer dat ik niet gewoon even kan uitproberen of ik het leuk zou vinden. Maar ik vind het wel heel fijn dat ik thuisonderwijs krijg. Een klas vol kinderen lijkt me heel druk. Thuis heb ik veel vrije tijd en kan ik leren wat ik zelf wil” zegt ze.

Kerndoelen en cijfers

Isobel zit niet elke dag aan de keukentafel te rekenen, ze gaat ook veel op pad. Isobel: “We gaan paardrijden, maken een natuurwandeling of bezoeken een museum. Dit jaar zijn we bij het Valkhofmuseum, het Archeon en het Nederlands Watermuseum geweest.”

Suzan: “Als we samen iets lekkers bakken leert Isobel over grammen en liters”

Suzan is niet bang dat Isobel lesstof misloopt. “Het één spreekt haar meer aan dan het ander, maar uiteindelijk komt bijna alles wel een keer aan bod. Nu is de natuur bijvoorbeeld helemaal haar ding, dan gaan wij daarin mee. Maar als ze een boek van Freek Vonk leest zit daar ook aardrijkskunde en taal in. Rekenen spreekt haar op dit moment minder aan maar ze is wel gek op het pizzaspel dat haar spelenderwijs breuken leert. En vandaag wilde ze dus winkeltje spelen. Als we samen wat lekkers bakken leert ze over grammen en liters. Om droge sommetjes staat ze niet te springen, maar wie eigenlijk wel?”

Het pizzaspel leert Isobel spelenderwijs breuken.

Toetsen of cijfers krijgt Isobel niet en haar niveau wordt niet op papier vastgelegd. Suzan: “Dat zit allemaal in mijn hoofd. Met een hele klas kinderen zou dat natuurlijk niet kunnen maar ik ben constant met Isobel bezig. Ik observeer en toets haar elke dag spelenderwijs. Wat vindt ze interessant? Waarin loopt ze vast? Toen ze voor het eerst zei dat het kwart voor drie was wist ik dat ze de kwartieren onder de knie had. Als ze hardop een stukje voorleest hoor ik dat ze weer vooruit is gegaan en als ze een ander uitlegt hoe reflectoren werken weet ik dat ze die stof begrijpt. Op dit moment merk ik dat ze in haar spelling de dubbele medeklinker nog wel eens vergeet. Daar moeten we dus de komende tijd op letten.”

Suzan: “Dit jaar gaf Isobel zelf aan dat ze meer geschiedenis wilde leren”

Zo eens in de zoveel tijd werpt Suzan een blik op de kerndoelen. Op het gebied van biologie en techniek is Isobel al ver voor haar leeftijd, terwijl dat bij spelling juist niet zo is. Suzan: “Daar komt ze vanzelf een keer aan toe. Uiteindelijk zorgen we wel dat alles aan bod komt, maar niet op vooraf bepaalde momenten.” Suzan en Peter maken wel elk jaar een onderwijsplan waarin globaal staat wat ze Isobel willen leren. Suzan: “Hoe ouder ze wordt, des te meer stem Isobel daar in krijgt. Dit jaar gaf ze bijvoorbeeld aan dat ze meer geschiedenis wilde leren.”

Isobel: “In een filmpje van Freek in het wild vertelde Freek over hunebedden en dieren van vroeger. Toen begon ik me dingen af te vragen. Hoe maakten de mensen vroeger hutten? Hoe kwamen ze aan eten?” Toen Isobel dat aan haar moeder vertelde kwam Suzan in actie. Ze bestelde de canon van de geschiedenis online en stortte zich met Isobel op de oertijd. Isobel: “We hebben hunebedden nagebouwd in de tuin en zijn naar het Archeon geweest. Toen we op vakantie waren in Oostenrijk heb ik fossielen gevonden.” Suzan kijkt nu al uit naar het moment dat de Romeinen aan bod komen. “Dan kunnen we een bezoekje brengen aan Xanten en aan het Valkhof museum, waar we toch al vaak komen. SchoolTV en Klokhuis hebben ook veel mooie filmpjes over die tijd gemaakt.”

Allesweters

Suzans enthousiasme – en dat van Peter  – is net zo belangrijk als dat van Isobel. “Peter en ik hebben allebei brede interesses en zijn heel leergierig. Ik denk wel dat dat belangrijk is als je thuisonderwijs geeft. Veel ouders zullen dit helemaal niet willen. Je moet constant dingen uitzoeken, informatie verzamelen, met anderen samenwerken en activiteiten organiseren. Dat kost veel energie. Dat is voor ons goed vol te houden omdat we het zo leuk vinden om de hele dag met Isobel bezig te zijn, haar uit te dagen en te prikkelen” vertelt ze.

Suzan en Peter werken beiden parttime als tandarts. Als de één werkt, neemt de ander het onderwijs van Isobel op zich. Suzan: “Dat houdt de afwisseling erin. Voor ons, maar ook voor Isobel. We doen allebei andere activiteiten met haar. Zo heeft Peter laatst een cursus programmeren met Isobel gedaan en gaat hij vaak met haar de natuur in. Ik leer haar gitaar spelen, breien en vilten. Eén keer in de week bakken we iets lekkers en lezen we gedichten aan elkaar voor aan een mooi gedekte tafel. Poetry teatime noemen we dat.”

Een achtergrond in het onderwijs hebben Isobels ouders allebei niet. “Van andere ouders krijgen we wel eens de vraag of wij wel alles weten” zegt Suzan. “Natuurlijk weten wij niet alles maar ik hoef niet alle kennis zelf te hebben om die over te kunnen dragen. Zo lazen we pas wat over de bidsprinkhaan, daar wilde Isobel meteen meer van weten. Ik wist bijna niets over de bidsprinkhaan, maar ik kan er wel samen met haar over lezen, plaatjes kijken en filmpjes zoeken. Bovendien vallen we ook terug op de expertises van anderen. Zo krijgt Isobel een keer in de week pianoles.” Isobel begint meteen te neuriën. “Ik ben nu bezig met Für Elise” vertelt ze.

Andere kinderen

Isobel gaat om de week naar een techniekclubje in Enschede en eens in de twee weken komt ze in Zwolle samen met kinderen die ook thuisonderwijs krijgen. Isobel: “Daar doen we theatersport, muziek en spelletjes. We gaan ook samen lunchen, dan staat de hele tafel vol met eten.” Suzan: “Iedereen neemt wat lekkers mee, dat is altijd een feestje. En als de kinderen aan het spelen zijn kunnen wij ouders elkaar tips geven, vragen stellen en lesmateriaal uitwisselen.”

Suzan: “Er zijn zelfs kennissen die haar toetsen: ‘Weet jij wel wat drie keer drie is?’”

Op die clubjes leert Isobel ook met andere kinderen samen te spelen en te werken, net als op haar sportclubs. Isobel: “Ik speel ook veel met kinderen uit de straat en in de zomer ga ik vaak naar de speeltuin achter ons huis. Daar heb ik al heel veel vriendjes gemaakt.”

Dat contact met andere kinderen vinden Suzan en Peter heel belangrijk. Suzan: “Dat Isobel geen andere kinderen zou zien is denk ik het grootste vooroordeel over thuisonderwijs. Soms zijn al die vooroordelen en vragen van anderen wel lastig. Mensen stellen ook wel eens vragen aan Isobel zelf. ‘Waarom krijg jij thuisonderwijs?’ Die vraag is op haar leeftijd nog heel moeilijk te beantwoorden. Er zijn zelfs kennissen die haar toetsen: ‘Weet jij wel wat drie keer drie is?’ Maar goede vrienden en familie zijn gelukkig positief. Die zien hoe enthousiast Isobel is en wat ze allemaal leert.”

Naar de middelbare school

Terwijl Suzan verder vertelt, ploft Isobel op de bank met haar iPad. Met een koptelefoon op haar oren verdwijnt ze even in haar eigen wereld. “Daar is ook tijd en ruimte voor” vertelt Suzan. “Ze kent zichzelf heel goed en voelt zelf aan wanneer ze behoefte heeft aan rust. In de klas is dat vaak niet mogelijk, dan moet je mee met de rest.”

Isobel trekt zich even terug

Concrete lange termijn plannen zijn er niet voor Isobel. Wat als ze in de toekomst toch naar school wil? Suzan: “Als ze wil instromen op een middelbare school dan kan dat probleemloos, eventueel na een Cito-toets. Ook voor toelating tot vervolgonderwijs bestaan er wegen, zoals een toelatings- of staatsexamen.”

Hoe het ook loopt, Suzan hoopt vooral dat haar dochter die onderzoekende instelling van haar blijft houden. “Ze is heel zelfbewust, weet precies wat ze wel en niet wil, wat ze leuk vindt en waar ze over wil vertellen. Ze kan haar eigen mening heel goed verwoorden en beargumenteren. Ik vind het geweldig om te zien hoe Isobel opgroeit tot een zelfbewust en leergierig meisje. Dat is echt genieten!”