Durf jij je baas om opslag te vragen? Ga je wel eens alleen uit eten of op reis? En had je niet ooit afgesproken om een keer te gaan skydiven? Dingen die we eng vinden, doen we liever niet. We stellen ze uit of maken ons er met een smoesje vanaf. Zonde, want juist door enge dingen te doen kom je er achter dat je veel meer kunt dan je denkt.
Twintig jaar geleden ging ik voor het eerst naar de middelbare school. Ik fietste er elke dag met een groepje meiden naartoe. Tot hun lesrooster op een dag veranderde. Ik was ik in tranen, want nu moest ik helemaal alleen naar school fietsen. Tussen die grote groepen medescholieren. Doodeng.
Wat bleek? De wereld verging niet. En ik fietste nog jaren zorgeloos alleen naar school. Twee decennia later kan ik me van die angst niets meer voorstellen. Ik bungelde lachend aan een bungeejumpkoord, bezocht freelanceborrels waar ik niemand kende, leerde autorijden en reisde alleen naar India. Alles werd leuker en makkelijker na de eerste keer.
‘Do one thing that scares you every day’, zei Eleanor Roosevelt ooit en dat vind ik een heel mooi levensmotto. Want elke keer dat je iets doet wat je eng vindt, lijk je de wereld een stukje beter aan te kunnen. “Klopt”, zegt Barbara Dahmen, die als GZ psycholoog gespecialiseerd is in angst. “Door enge situaties onder ogen te komen, train je je alarmcentrum zodat het de volgende keer minder heftig reageert. Je dooft als het ware je angst.”
Rotgevoel
Met angst zelf is niets mis, het is een natuurlijke reactie. “Stel dat je oog in oog staat met een roofdier” begint Barbara. “Dan wordt je natuurlijke alarmcentrale geprikkeld. Dat pompt een stresshormonen je lijf in zodat jij het gevaar kunt overleven. Je gaat vechten, vluchten of bevriezen. Dat biologische mechanisme zit in ons allemaal en kan heel nuttig zijn in levensbedreigende situaties. Helaas reageert je lichaam ook wel eens zo heftig als je niet in levensgevaar bent. Als je voor het eerst weer een date hebt bijvoorbeeld, of als je een presentatie moet geven.”
Eigenlijk staat je natuurlijke alarmcentrum dan te gevoelig afgesteld. Barbara: “Vergelijk het met een autoalarm: de ene auto gaat al piepen als je er voorbij loopt, bij de ander moet je er met een vrachtwagen tegenaan rijden om er geluid uit te krijgen. Zo werkt het bij mensen ook.”
Barbara: “Je bent helemaal niet in levensgevaar en daar komt je lichaam vanzelf achter.”
Het is niet zo dat we ons aanstellen als we bang zijn, wat we voelen is echt. Dat rotgevoel komt door die stresshormonen. Je krijgt zweethanden en klotsende oksels, gaat blozen, krijgt het warm, verkrampt, gaat stotteren of krijgt een rare bibberstem. Er komen allerlei angstgedachten bij je op: dit gaat fout, ze vinden me raar, ik krijg een black out of ik ga flauwvallen. Daar zit je niet op te wachten, dus je gaat tegen die angst vechten. Daarmee maak je hem alleen maar groter.
Wat je dan wel moet doen? Niets. Barbara: “Je bent helemaal niet in levensgevaar en daar komt je lichaam vanzelf achter. Probeer de angst over je heen te laten komen. Bedenk dat het een biologische reactie van je lichaam is die wel weer zal afnemen. Dat is heel moeilijk want het is echt een rotgevoel, maar je kunt het wel doorstaan. Na een tijdje stopt het alarmcentrum met alarm slaan en nemen de stresshormonen in je lijf langzaam af. Daarom zie je bij presentaties ook vaak dat iemand na de eerste minuten rustiger wordt en minder gaat stotteren en blozen.”
Rampscenario’s
Een angstreactie is zo’n naar gevoel dat we nieuwe of moeilijke situaties liever uit de weg gaan. En dat is nou net wat je niet moet doen. Barbara: “Als je iets eng vindt, ben je geneigd om in rampscenario’s te denken: het wordt heel moeilijk, mensen vinden me stom, ik sta voor gek of ik klap vast dicht. Die gedachtes voelen als de enige waarheid, je ziet geen andere mogelijke scenario’s meer. Je gaat die situatie vermijden en bevestigt daarmee de rampgedachte: Zie je wel, het is maar goed dat ik niet gegaan ben want dat zou niet goed zijn afgelopen. Zo voed je de angst.”
Ga in plaats daarvan eens bij jezelf na of je gedachtes wel kloppen. Is het echt aannemelijk dat dat waar jij bang voor bent gaat gebeuren, of kan het ook anders uitpakken? En als die rampscenario’s wel uitkomen, kun je dan een manier vinden om daarmee om te gaan? Door dat soort vragen te stellen, kun je de irreële gedachten vervangen door meer realistische gedachtes.
Barbara: “De beste manier om je angst te overwinnen, is door jezelf er aan bloot te stellen.”
Barbara: “Het kan ook helpen om meer over een onderwerp te weten te komen. Stel dat je vliegangst hebt. Dan is het goed om te weten wat turbulentie is, hoe het ontstaat en dat je je soms duizelig kan voelen door het drukverschil. Met die informatie kun je de rampscenario’s in je hoofd misschien verslaan. Dat helpt niet altijd, want vaak weet je met je verstand ook wel dat iets in werkelijkheid niet eng is. Je snapt zelf ook niet waarom je zo bang bent, maar het voelt zo heftig in je lijf dat je gewoon weg wilt. Dan heb je niet zoveel aan informatie.”
“De beste manier om je angst te overwinnen, is door jezelf eraan bloot te stellen. Begin eenvoudig en zoek de situatie steeds vaker op, tot het minder eng wordt. Dat is de enige manier om jezelf ervan te overtuigen dat jouw rampgedachten niet kloppen. Je alarmcentrale wordt bijgesteld en je zult merken dat de angstreactie van je lichaam afneemt. Als je angst gedoofd is, kun je weer een stap verder. Al is het dan weer met klotsende oksels.”
Neurotrofinen en interleukine
Op naar dat sollicitatiegesprek dus, en bel die leuke date op of ga alleen op reis. Daar wordt het niet alleen minder eng van, je activeert ook nog eens nieuwe hersencellen. Het deel van je hersenen dat sterk reageert op angstprikkels – de amygdala – spoort het geheugen aan om nieuwe zenuwcellen aan te maken. Angst stimuleert ook de productie van neurotrofinen en versterkt de verbinding tussen neuronen in de hersenen, wat goed is voor je concentratie en je productiviteit. Een angstreactie geeft ook nog eens een tijdelijke boost aan je immuunsysteem. Omdat je lichaam zich voorbereid op mogelijk letsel of een infectie, gaat het extra interleukine produceren, een stofje dat je immuunsysteem reguleert. Mooi meegenomen.
Twintig jaar geleden leerde mijn alarmcentrum dat het geen groot alarm hoeft te slaan voor een fietstocht van 20 minuten. Na elk ritje nam de angst verder af en voor ik het wist zat ik alleen in een vliegtuig naar India. Maar angsten raken nooit op. Ik ben nog nooit met de auto naar Berlijn of Parijs gereden, zou liever niet op straat in zingen uitbarsten en pak liever de lage duikplank dan de hoge. Iedere dag eentje?
Zij gingen je voor
Wietske Sluiter ging in haar eentje naar Fiji
“Ik ben een echte zenuwpees. Als kind was ik standaard ziek van de spanning, bijvoorbeeld op een eerste schooldag. Om van die stress af te komen wilde ik iets doen dat zo eng was, dat ik nergens meer bang voor zou zijn. Ik besloot twee maanden alleen naar Fiji te gaan. Daar wilde ik al jaren naartoe. Niet alleen om de palmstranden en het mooie weer, ook omdat ik me graag wilde onderdompelen in een andere cultuur. Natuurlijk vond ik het doodeng. Alleen al de vlucht – met overstap – was enorm spannend. In Fiji leefde ik zoveel mogelijk tussen de locals. Ik sliep bij een gastgezin en ging daar naar school om Engelse les te volgen. Dat was een andere angst van me: ik kon geen Engels. Dacht ik. In werkelijkheid durfde ik geen Engels te spreken omdat ik bang was om fouten te maken. In Fiji moest ik wel.
Het was een geweldige ervaring. De mensen op Fiji zijn heel relaxt, waardoor ik leerde me minder druk te maken. Het zenuwen en stressen zit in me en zal misschien nooit helemaal verdwijnen, maar ik doe steeds vaker dingen waar ik tegenop zie omdat ik weet dat het achteraf mee zal vallen. Na Fiji ben ik mijn eigen modeblog begonnen en ik durf nu Engels te spreken, ook al maak ik nog steeds fouten. Als ik me weer eens ergens druk om maak, denk ik: ‘Kom op, je bent in je eentje naar Fiji gegaan. Dan kun je dit ook!’
Nupur Kohli gaf een TED-talk voor duizend mensen
“TEDX Delft organiseerde een wedstrijd waarbij je een TED-talk kon winnen. Dat leek me doodeng maar ik had een verhaal dat ik met de wereld wilde delen. Tijdens mijn studie geneeskunde had ik met zieke kinderen gewerkt en ik merkte dat zij ziekte helemaal niet zo eng vonden als wij. Ondanks alles bleven zij altijd lachen. Die levensles wilde ik graag delen, dus gaf ik me op voor de wedstrijd. Ik zag het als een uitdaging, hoe ver zou ik kunnen komen?
Ik won. Dat betekende dat ik mijn verhaal mocht vertellen voor duizend mensen. Ik had wel eens een presentatie gegeven voor mijn studie maar nog nooit voor zo’n groot publiek. Nu moest ik mijn verhaal ook nog eens beginnen met lachyoga: samen met het publiek zette ik een gemaakte lach in, die natuurlijk over moest gaan in een echte lach. Dat was één van de engste dingen die ik ooit gedaan heb. Het voelde alsof ik mezelf publiekelijk belachelijk stond te maken en ik moest maar hopen dat de zaal meedeed. Er gingen allerlei scenario’s door mijn hoofd: ik weet niet meer wat ik moet zeggen, mensen vinden me raar en niemand gaat meedoen.
Het tegenovergestelde was waar: het ging heel goed en mijn verhaal maakte indruk. Ik werd uitgenodigd om op meer plaatsen te spreken, zelfs in Engeland en India. De afgelopen jaren heb ik tientallen talks gegeven en de meest interessante mensen ontmoet. Ik ben nog steeds zenuwachtig als ik moet spreken, maar de positieve reacties helpen me om die angst elke keer weer te overwinnen. Dat geeft zo’n kick dat ik het spreken leuk ben gaan vinden. Die ene TED-talk heeft mijn leven echt veranderd.
Thea Dijkstra nam motorlessen omdat ze zo bang was achterop de motor
“Ik ben niet snel bang en zie alles als een avontuur, dus toen iemand mij een ritje achterop de motor aanbood, stemde ik enthousiast in. Toen gebeurde er iets wat ik niet van mezelf kende: ik verstijfde van angst. Ik had er geen controle over, ik was doodsbang op de motor. Ik vroeg me af waar die angst vandaan kwam. Ergens trok het motorrijden me nog steeds heel erg. Er zat in mijn ogen maar één ding op: motorlessen nemen.
Het ging me in eerste instantie niet eens om het halen van mijn rijbewijs, ik wist niet of ik wel zo ver zou komen. Ik wilde vooral weten waar die angst vandaan kwam. Mijn eerste les was heel spannend maar gelukkig had ik een goede klik met mijn instructeur. Het voelde alsof we een team waren en daardoor voelde ik me veilig. Ik voelde ook meteen een drive: dit is gaaf, hier wil ik mee doorgaan. De angst bleef wel. Ik was bang om te vallen, vond het eng dat het asfalt zo dichtbij was. Telkens opnieuw ontmoette ik de angst en kwam ik een stapje verder. Na een klein jaar won het plezier het van de angst. Ik heb mijn motorrijbewijs gehaald!
Ik heb een motor gekocht waarmee ik heerlijk rond kan toeren. Nu rijd ik even wat minder, omdat ik twee jonge kinderen heb. En de instructeur met wie het zo goed klikte? Dat is de vader van mijn kinderen geworden.”