Na jaren van ondernemen wilden Rotterdammers Leen en Bertus iets gaan doen wat ze echt leuk vonden. In de kroeg kladden ze bierviltjes vol met plannen voor een barbierszaak. Schorem was geboren. Dat het succes zo groot zou zijn, hadden ze echter niet verwacht. Ik interviewde Bertus voor Yellow Walnut.
De rij voor de deur is meters lang, de wachttijd bedraagt uren. Maar de mannen die barbierszaak Schorem in Rotterdam bezoeken, hebben het er graag voor over. Met een borrel in hun hand en een muziekje op de achtergrond wachten ze geduldig op een ambachtelijke knip- en scheerbeurt in deze vrouwvrije zone. Want elke man heeft recht op een plek waar hij even man kan zijn, vinden de heren van Schorem.
Achter die stroom aan klanten gaan geen doordachte marketingplannen schuil. Schorem komt simpelweg voort uit een stapel bierviltjes en liefde voor een oude ambacht. Robert Rietveld – beter bekend als Bertus – vertelt: “Leen en ik zitten allebei al sinds ons 14e in het kappersvak en hebben al meerdere kapperszaken gerund. Na al die jaren hadden we zin om een tijdje iets te gaan doen wat we leuk vonden en waar we goed in waren. Lekker onze eigen muziek draaien en slap ouwehoeren met mannen onder elkaar. Op een avond in de kroeg schreven we bierviltjes vol met ideeën en kwam Schorem tot leven.”
Het slechtste ondernemersadvies ooit
In dat verhaal schuilt meteen de belangrijkste ondernemerstip vanBertus: ga doen wat je het liefste doet. “Denk niet na over wat de klant zou willen maar ga doen waar je zelf zin in hebt. Dat is waarschijnlijk het slechtste ondernemersadvies ooit, maar het is wel de reden dat Schorem is geworden wat het is. Iedereen probeerde ons goedbedoelde adviezen op te dringen maar daar hebben wij nooit naar geluisterd, we doen alleen dingen die wij zelf echt gaaf vinden. Ik snap dat dat niet voor alle ondernemers werkt, maar het is de drijvende kracht achter Schorem.”
Terwijl Leen en Bertus adviezen in de wind sloegen, liepen de wachttijden in de kapperszaak binnen drie weken op tot twee á drie uur. Schorem groeide hard. Bertus: “We begonnen met z’n tweeën en zijn drie jaar later met 15 man. We zijn nu naar een groter pand verhuisd, meer dan zes uur wachten werd te gek.”
Echtheid
Wat is het geheim achter die groeispurt? “Schorem is echt”, verklaart Bertus. “Elk tegeltje aan de muur hebben we zelf verzameld. En iedereen is hier gelijk, iemand die helemaal onder de tatoeages zit, zit een biertje te drinken met een advocaat. Met het verdwijnen van barbershops in het Westen is een belangrijke plek in de maatschappij verloren gegaan. Bij ons wordt je weer gedwongen om met elkaar te praten.”
Social media speelt ook een belangrijke rol. “Door social media is Schorem uitgegroeid tot internationale bekendheid, wat best bijzonder is voor zo’n klein winkeltje in een klein landje. In het begin had ik er een bloedhekel aan om na een drukke dag nog foto’s en verhalen te posten. Maar toen we merkten hoe groot de interesse was, zijn we er steeds doelbewuster mee omgegaan. Ik weet zeker dat het vooral door social media komt dat we nu de hele wereld over kunnen reizen en onze producten kunnen verkopen.”
Waren er dan helemaal geen tegenslagen? Bertus: “Ik zeg niet dat alles van een leien dakje is gegaan, voor sommige dingen moesten we hard knokken. Het is bijvoorbeeld lastig om zo’n drukke winkel met je gezinsleven te combineren. Maar Leen en ik zijn allebei bull-terriers: als we iets vast hebben, houden we dat ook vast.”
Er is maar één Schorem
Inmiddels steken soortgelijke barbierszaken de kop op in het land. Leen en Bertus vinden het vooral leuk dat het herenvak weer zo in opmars is. “Wat ons betreft mag er in elke stad een barbershop zitten. Al zou ik het zelf verschrikkelijk vinden om in een winkel te moeten staan waarvan ik weet dat ik hem heb nagemaakt.”
De ambachtsmannen houden zich vooral met zichzelf bezig. Bertus: “In de vorige kapperszaak gaan we een barbiersopleiding beginnen, The Old School. Ons Rock ’n Roll festival Scumbash gaat zeker terugkomen en we zijn druk met onze productlijn Reuzel. Er is nog zoveel te doen. Het enige dat we niet willen, is meer barbershops. Schorem is van Rotterdam, en van Rotterdam alleen.”